DSV_Strongs(i)
1
H3478
Israel
H1238
is een uitgeledigde
H1612
wijnstok
H7737
, hij brengt
H6529
[weder] vrucht
H7230
voor zich; [maar] naar de veelheid
H6529
zijner vrucht
H4196
heeft hij de altaren
H7235
vermenigvuldigd
H2896
; naar de goedheid
H776
zijns lands
H4676
, hebben zij de opgerichte beelden
H2895
goed gemaakt.
2
H3820
Hij heeft hun hart
H2505
verdeeld
H816
, nu zullen zij verwoest
H4196
worden; Hij zal hun altaren
H6202
doorhouwen
H4676
, Hij zal hun opgerichte beelden
H7703
verstoren.
3
H559
Want nu zullen zij zeggen
H4428
: Wij hebben geen koning
H3068
; want wij hebben den HEERE
H3372
niet gevreesd
H4428
; wat zou ons dan een koning
H6213
doen?
4
H1697
Zij hebben woorden
H1696
gesproken
H7723
, valselijk
H422
zwerende
H1285
[in] [het] verbond
H3772
maken
H4941
; daarom zal het oordeel
H7219
als een vergiftig kruid
H6524
groenen
H8525
, op de voren
H7704
der velden.
5
H7934
De inwoners
H8111
van Samaria
H1481
zullen verschrikt
H5697
zijn over het kalf
H1007
van Beth-aven
H5971
; want zijn volk
H56
zal over hetzelve treuren
H3649
, mitsgaders zijn Chemarim
H1523
(die zich over hetzelve verheugden
H3519
), over zijn heerlijkheid
H1540
, omdat zij van hetzelve is weggevaren.
6
H804
Ja, datzelve zal naar Assur
H2986
gevoerd
H4503
worden, [tot] een geschenk
H4428
voor den koning
H3377
Jareb
H669
; Efraim
H1317
zal schaamte
H3947
behalen
H3478
, en Israel
H954
zal beschaamd
H6098
worden vanwege zijn raadslag.
7
H4428
De koning
H8111
van Samaria
H1820
is afgehouwen
H7110
, als schuim
H6440
op
H4325
het water.
8
H1116
En de hoogten
H206
van Aven
H3478
, Israels
H2403
zonde
H8045
, zullen verdelgd
H6975
worden; doornen
H1863
en distelen
H4196
zullen op hunlieder altaren
H5927
opkomen
H559
; en zij zullen zeggen
H2022
tot de bergen
H3680
: Bedekt
H1389
ons! en tot de heuvelen
H5307
: Valt op ons!
9
H3117
Sinds de dagen
H1390
van Gibea
H2398
, hebt gij gezondigd
H3478
, o Israel
H5975
; daar zijn zij staande gebleven
H4421
; de strijd
H1390
te Gibea
H1121
, tegen de kinderen
H5932
der verkeerdheid
H5381
, zal ze niet aangrijpen.
10
H185
Het is in Mijn lust
H3256
, dat Ik ze zal binden
H5971
; en volken
H622
zullen tegen henlieden verzameld
H631
worden, als Ik ze binden
H8147
zal in hun twee
H5869
voren.
11
H669
Dewijl Efraim
H5697
een vaars
H3925
is, gewend
H157
gaarne
H1758
te dorsen
H2898
, zo ben Ik over de schoonheid
H6677
van haar hals
H5674
overgegaan
H669
; Ik zal Efraim
H7392
berijden
H3063
, Juda
H2790
zal ploegen
H3290
, Jakob
H7702
zal voor zich eggen.
12
H2232
Zaait
H6666
u tot gerechtigheid
H7114
, maait
H6310
tot
H2617
weldadigheid
H5214
; braakt
H5215
u een braakland
H6256
; dewijl het tijd
H3068
is den HEERE
H1875
te zoeken
H935
, totdat Hij kome
H6664
, en over u de gerechtigheid
H3384
regene.
13
H7562
Gij hebt goddeloosheid
H2790
geploegd
H5766
, verkeerdheid
H7114
gemaaid
H6529
, [en] de vrucht
H3585
der leugen
H398
gegeten
H982
; want gij hebt vertrouwd
H1870
op uw weg
H7230
, op de veelheid
H1368
uwer helden.