DSV_Strongs(i)
1
H1961 H8799
En het geschiedde
H3588
, als
H120
de mensen
H5921 H6440
op
H127
den aardbodem
H2490 H8689
begonnen
H7231 H8800
te vermenigvuldigen
H1323
, en hun dochters
H3205 H8795
geboren werden,
2
H430
Dat Gods
H1121
zonen
H1323
de dochteren
H120
der mensen
H7200 H8799
aanzagen
H3588
, dat
H2007
zij
H2896
schoon
H3947 H8799
waren, en zij namen
H802
zich vrouwen
H4480
uit
H3605
allen
H834
, die
H977 H8804
zij verkozen hadden.
3
H559 H8799
Toen zeide
H3068
de HEERE
H7307
: Mijn Geest
H3808
zal niet
H5769
in eeuwigheid
H1777 H8799
twisten
H120
met den mens
H1931
, dewijl hij
H1571
ook
H1320
vlees
H7683 H8800
is
H3117
; doch zijn dagen
H1961 H8799
zullen zijn
H3967
honderd
H6242
en twintig
H8141
jaren.
4
H1992
In die
H3117
dagen
H1961 H8804
waren
H5303
er reuzen
H776
op de aarde
H1571
, en ook
H3651 H310
daarna
H834
, als
H430
Gods
H1121
zonen
H413
tot
H1323
de dochteren
H120
der mensen
H935 H8799
ingegaan waren
H1992
, en zich
H3205 H8804
[kinderen] gewonnen hadden
H1992
; deze
H1368
zijn de geweldigen
H834
, die
H4480
van
H5769
ouds
H582
geweest zijn, mannen
H8034
van name.
5
H3068
En de HEERE
H7200 H8799
zag
H3588
, dat
H7451
de boosheid
H120
des mensen
H7227
menigvuldig
H776
[was] op de aarde
H3605
, en al
H3336
het gedichtsel
H4284
der gedachten
H3820
zijns harten
H3605
te allen
H3117
dage
H7535
alleenlijk
H7451
boos was.
6
H5162 H8735
Toen berouwde het
H3068
den HEERE
H3588
, dat
H120
Hij den mens
H776
op de aarde
H6213 H8804
gemaakt had
H6087 H8691
, en het smartte
H413
Hem aan
H3820
Zijn hart.
7
H3068
En de HEERE
H559 H8799
zeide
H120
: Ik zal den mens
H834
, dien
H1254 H8804
Ik geschapen heb
H4229 H8799
, verdelgen
H4480 H5921 H6440
van
H127
den aardbodem
H4480
, van
H120
den mens
H5704
tot
H929
het vee
H5704
, tot
H7431
het kruipend gedierte
H5704
, en tot
H5775
het gevogelte
H8064
des hemels
H3588
toe; want
H5162 H8738
het berouwt Mij
H3588
, dat
H6213 H8804
Ik hen gemaakt heb.
9
H429
Dit
H8435
[zijn] de geboorten
H5146
van Noach
H5146
. Noach
H1961 H8804
was
H6662
een rechtvaardig
H8549
, oprecht
H376
man
H1755
in zijn geslachten
H5146
. Noach
H1980 H8694
wandelde
H854
met
H430
God.
10
H5146
En Noach
H3205 H8686
gewon
H7969
drie
H1121
zonen
H8035
: Sem
H2526
, Cham
H3315
en Jafeth.
11
H776
Maar de aarde
H7843 H8735
was verdorven
H430
voor Gods
H6440
aangezicht
H776
; en de aarde
H4390 H8735
was vervuld
H2555
met wrevel.
12
H7200 H8799
Toen zag
H430
God
H776
de aarde
H2009
, en ziet
H7843 H8738
, zij was verdorven
H3588
; want
H3605
al
H1320
het vlees
H1870
had zijn weg
H7843 H8689
verdorven
H5921
op
H776
de aarde.
13
H559 H8799
Daarom zeide
H430
God
H5146
tot Noach
H7093
: Het einde
H3605
van alle
H1320
vlees
H6440
is voor Mijn aangezicht
H935 H8804
gekomen
H3588
; want
H776
de aarde
H4480 H6440
is door hen
H4390 H8804
vervuld
H2555
met wrevel
H2009
; en zie
H854
, Ik zal hen met
H776
de aarde
H7843 H8688
verderven.
14
H6213 H8798
Maak
H8392
u een ark
H1613 H6086
van goferhout
H7064
; met kameren
H8392
zult gij deze ark
H6213 H8799
maken
H3722 H8804
; en gij zult die bepekken
H4480
van
H1004
binnen
H4480
en van
H2351
buiten
H3724
met pek.
15
H2088
En aldus
H834
[is] [het], dat
H853
gij haar
H6213 H8799
maken zult
H7969 H3967
: driehonderd
H520
ellen
H753
zij de lengte
H8392
der ark
H2572
, vijftig
H520
ellen
H7341
haar breedte
H7970
, en dertig
H520
ellen
H6967
haar hoogte.
16
H6672
Gij zult een venster
H8392
aan de ark
H6213 H8799
maken
H3615 H8762
, en zult haar volmaken
H413
tot
H520
een elle
H4480
van
H4605
boven
H6607
; en de deur
H8392
der ark
H6654
zult gij in haar zijde
H7760 H8799
zetten
H8482
; gij zult ze met onderste
H8145
, tweede
H7992
en derde
H6213 H8799
[verdiepingen] maken.
17
H589
Want Ik
H2009
, zie
H589
, Ik
H935 H8688
breng
H853
een
H3999 H4325
watervloed
H5921
over
H776
de aarde
H3605
, om alle
H1320
vlees
H834
, waarin
H7307
een geest
H2416
des levens
H4480
[is], van
H8478
onder
H8064
den hemel
H7843 H8763
te verderven
H3605
; al
H834
wat
H776
op de aarde
H1478 H8799
[is], zal den geest geven.
18
H854
Maar met
H1285
u zal Ik Mijn verbond
H6965 H8689
oprichten
H413
; en gij zult in
H8392
de ark
H935 H8804
gaan
H859
, gij
H1121
, en uw zonen
H802
, en uw huisvrouw
H802
, en de vrouwen
H1121
uwer zonen
H854
met u.
19
H4480
En gij zult van
H3605
al
H2416
wat leeft
H4480
, van
H3605
alle
H1320
vlees
H8147
, twee
H4480
van
H3605
elk
H935 H0
, doen
H413
in
H8392
de ark
H935 H8686
komen
H854
, om met
H2421 H8687
u in het leven te behouden
H2145
: mannetje
H5347
en wijfje
H1961 H8799
zullen zij zijn;
20
H4480
Van
H5775
het gevogelte
H4327
naar zijn aard
H4480
, en van
H929
het vee
H4327
naar zijn aard
H4480
, van
H3605
al
H7431
het kruipend gedierte
H127
des aardbodems
H4327
naar zijn aard
H8147
, twee
H4480
van
H3605
elk
H413
zullen tot
H935 H8799
u komen
H2421 H8687
, om [die] in het leven te behouden.