Galatians 2:1-13

  1 G1899 Daarna G1223 ben ik, na G1180 veertien G2094 jaren G3825 , wederom G1519 naar G2414 Jeruzalem G305 G5627 opgegaan G3326 met G921 Barnabas G2532 , ook G5103 Titus G4838 G5631 medegenomen hebbende.

  2 G1161 En G305 G5627 ik ging op G2596 door G602 een openbaring G2532 , en G394 G stelde G846 hun G2098 het Evangelie G394 G5639 voor G3739 , dat G2784 G5719 ik predik G1722 onder G1484 de heidenen G1161 ; en G2596 G2398 in het bijzonder G1380 G5723 aan degenen, die in achting waren G3361 , opdat ik niet G4458 enigszins G1519 G2756 tevergeefs G5143 G5725 zou lopen G2228 of G5143 G5627 gelopen hebben.

  3 G235 Maar G3761 G ook G5103 Titus G3588 , die G4862 met G1698 mij G1672 was, een Griek G5607 G5752 zijnde G3761 , werd niet G315 G5681 genoodzaakt G4059 G5683 zich te laten besnijden.

  4 G1161 En G1223 [dat] om G3920 der ingekropen G5569 valse broederen G3748 wil, die G3922 G5627 van bezijden ingekomen waren G2684 G5658 , om te verspieden G2257 onze G1657 vrijheid G3739 , die G1722 wij in G5547 Christus G2424 Jezus G2192 G5719 hebben G2443 , opdat G2248 zij ons G2615 G5672 zouden tot dienstbaarheid brengen.

  5 G3739 Denwelken G3761 wij ook niet G4314 , G5610 een uur G1502 G5656 hebben geweken G5292 met onderwerping G2443 , opdat G225 de waarheid G2098 van het Evangelie G4314 bij G5209 u G1265 G5661 zou verblijven.

  6 G1161 En G575 van G1380 G5723 degenen, die geacht waren G5100 , wat G1511 G5750 te zijn G3697 , hoedanigen G4218 zij eertijds G2258 G5713 waren G1308 G5719 , verschilt G3427 mij G3762 niet G2316 ; God G2983 G neemt G4383 den persoon G444 des mensen G3756 niet G2983 G5719 aan G1063 ; want G1380 G5723 die geacht waren G1698 , hebben mij G3762 niets G4323 G5639 toegebracht.

  7 G235 Maar G5121 daarentegen G1492 G5631 , als zij zagen G3754 , dat G2098 aan mij het Evangelie G203 der voorhuid G4100 G5769 toebetrouwd was G2531 , gelijk G4074 aan Petrus G4061 [dat] der besnijdenis;

  8 G1063 (Want G4074 Die in Petrus G1754 G5660 krachtelijk wrocht G1519 tot G651 het apostelschap G4061 der besnijdenis G2532 , Die wrocht ook G1754 G5656 krachtelijk G1698 in mij G1519 onder G1484 de heidenen);

  9 G2532 En G2385 als Jakobus G2532 , en G2786 Cefas G2532 , en G2491 Johannes G3588 , die G1380 G5723 geacht waren G4769 pilaren G1511 G5750 te zijn G5485 , de genade G3427 , die mij G1325 G5685 gegeven was G1097 G5631 , bekenden G1325 G5656 , gaven zij G1698 mij G2532 en G921 Barnabas G1188 de rechter [hand G2842 ] der gemeenschap G2443 , opdat G2249 wij G1519 tot G1484 de heidenen G1161 , en G1519 zij tot G4061 de besnijdenis [zouden] [gaan];

  10 G3440 Alleenlijk G2443 , dat G4434 wij den armen G3421 G5725 zouden gedenken G3739 ; hetwelk G846 G5124 zelf G2532 ik ook G4704 G5656 benaarstigd heb G4160 G5658 te doen.

  11 G1161 En G3753 toen G4074 Petrus G1519 te G490 Antiochie G2064 G5627 gekomen was G436 G5627 , wederstond ik G846 hem G2596 in G4383 het aangezicht G3754 , omdat G2607 G5772 hij te bestraffen G2258 G5713 was.

  12 G1063 Want G4253 eer G5100 sommigen G575 van G2385 Jakobus G2064 G5629 gekomen waren G4906 G5707 , at hij mede G3326 met G1484 de heidenen G1161 ; maar G3753 toen G2064 G5627 zij gekomen waren G5288 G5707 , onttrok hij [zich G2532 ] en G873 G5707 scheidde G1438 zichzelven G5399 G5740 af, vrezende G1537 degenen, die uit G4061 de besnijdenis waren.

  13 G2532 En G2532 ook G3062 de andere G2453 Joden G4942 G5681 veinsden G846 met hem G5620 ; alzo G2532 dat ook G921 Barnabas G4879 G5681 mede afgetrokken werd G846 door hun G5272 veinzing.