DSV_Strongs(i)
1
H116
Toen
H7761 H8754
gaf
H4430
de koning
H1868
Darius
H2942
bevel
H1240 H8745
; en zij zochten
H1005 H5609
in de kanselarij
H8536
, waar
H1596
de schatten
H5182 H8683
waren weggelegd
H895
, in Babel.
2
H307
En te Achmetha
H1001
, in de burcht
H4083
, die in het landschap
H4076
Medie
H2298
is, werd een
H4040
rol
H7912 H8728
gevonden
H1459
; en daarin
H3652
was aldus
H3790 H8752
geschreven
H1799
: GEDACHTENIS;
3
H2298
In het eerste
H8140
jaar
H4430
van den koning
H3567
Kores
H7761 H8754
, gaf
H4430
de koning
H3567
Kores
H2942
[dit] bevel
H1005
: Het huis
H426
Gods
H3390
te Jeruzalem
H1005
, dat huis
H1124 H8731
zal gebouwd worden
H870
, ter plaatse
H1685
, waar zij offeranden
H1684 H8751
offeren
H787
, en de fondamenten
H5446 H8775
daarvan zullen zwaar zijn
H7314
; zijn hoogte
H8361
van zestig
H521
ellen
H6613
, en zijn breedte
H8361
van zestig
H521
ellen;
4
H8532
Met drie
H5073
rijen
H1560
van groten
H69
steen
H5073
, en een rij
H2323
van nieuw
H636
hout
H5313
; en de onkosten
H4481
zullen uit
H4430
des konings
H1005
huis
H3052 H8725
gegeven worden.
5
H638
Daartoe zal men ook
H1722
de gouden
H3702
en zilveren
H3984
vaten
H1005
van het huis
H426
Gods
H5020
, die Nebukadnezar
H4481
uit
H1965
den tempel
H3390
, die te Jeruzalem
H5312 H8684
was, heeft weggevoerd
H895
, en naar Babel
H2987 H8684
gebracht
H8421 H8681
, wedergeven
H1946 H8748
, dat zij gaan
H1965
naar den tempel
H3390
, die te Jeruzalem
H870
is, aan zijn plaats
H5182 H8681
, en men zal ze afvoeren
H1005
ten huize
H426
Gods.
6
H3705
Nu
H8674
, gij Thathnai
H6347
, landvoogd
H5675
aan gene zijde
H5103
der rivier
H8370
, gij Sthar-boznai
H3675
, met ulieder gezelschap
H671
, gij Afarsechaieten
H5675
, die aan gene zijde
H5103
der rivier
H1934 H8754
zijt, weest
H7352
verre
H4481
van
H8536
daar!
7
H7662 H8747
Laat hen aan
H5673
den arbeid
H1791
van dit
H1005
huis
H426
Gods
H6347
; dat de landvoogd
H3062
der Joden
H7868 H8750
en de oudsten
H3062
der Joden
H1791
dit
H1005
huis
H426
Gods
H1124 H8748
bouwen
H5922
aan
H870
zijn plaats.
8
H4481
Ook wordt mij
H2942
mij bevel
H7761 H8752
gegeven
H3964
, wat
H5648 H8748
gijlieden doen zult
H5974
aan
H7868 H8750
de oudsten
H479
dezer
H3062
Joden
H1791
, om dit
H1005
huis
H426
Gods
H1124 H8749
te bouwen
H4430
; te weten, dat uit des konings
H5232
goederen
H1768
, van
H4061
den cijns
H5675
aan gene zijde
H5103
der rivier
H5313
, de onkosten
H479
dezen
H1400
mannen
H629
spoediglijk
H1934 H8748 H3052 H8727
gegeven worden
H3809
, opdat men hen niet
H989 H8749
belette.
9
H4101
En wat
H2818 H8750
nodig is
H1123
, als jonge
H8450
runderen
H1798
, en rammen
H563
, en lammeren
H5928
, tot brandofferen
H426
aan den God
H8065
des hemels
H2591
, tarwe
H4416
, zout
H2562
, wijn
H4887
en olie
H3983
, naar het zeggen
H3549
der priesteren
H3390
, die te Jeruzalem
H3118
zijn, dat het hun dag
H3118
bij dag
H3052 H8727
gegeven
H1934 H8748
worde
H3809
, dat er geen
H7960
feil zij;
10
H5208
Opdat zij offeranden van liefelijken reuk
H426
aan den God
H8065
des hemels
H1934 H8748 H7127 H8683
offeren
H6739 H8743
, en bidden
H2417
voor het leven
H4430
des konings
H1123
en zijner kinderen.
11
H4481
Voorts
H2942
wordt bevel
H7761 H8752
van mij gegeven
H3606
, dat al
H606
dengene
H1836
, die dit
H6600
woord
H8133 H8681
zal veranderen
H636
, een hout
H4481
uit
H1005
zijn huis
H5256 H8725
zal gerukt
H2211 H8752
en opgericht worden
H5922
, waaraan
H4223 H8725
hij zal worden opgehangen
H1005
; en zijn huis
H5922
zal om
H1836
diens
H5122
wille tot een drekhoop
H5648 H8725
gemaakt worden.
12
H426
De God
H8036
nu, die Zijn Naam
H8536
aldaar
H7932 H8745
heeft doen wonen
H4049 H8741
, werpe ter neder
H3606
alle
H4430
koningen
H5972
en volken
H3028
, die hun hand
H7972 H8748
zullen uitstrekken
H8133 H8682
, om te veranderen
H2255 H8742
[en] te verderven
H1791
dit
H1005
huis
H426
Gods
H3390
, dat te Jeruzalem
H576
is. Ik
H1868
, Darius
H2942
, heb het bevel
H7761 H8754
gegeven
H629
, dat het spoediglijk
H5648 H8725
gedaan worde.
13
H116
Toen
H5648 H8754
deden
H8674
Thathnai
H6347
, de landvoogd
H5675
aan gene zijde
H5103
der rivier
H8370
, Sthar-boznai
H3675
, en hun gezelschap
H629
, spoediglijk
H3660
alzo
H6903
, naar
H4430
hetgeen de koning
H1868
Darius
H7972 H8754
gezonden had.
14
H7868 H8750
En de oudsten
H3062
der Joden
H1124 H8750
bouwden
H6744 H8683
en gingen voorspoediglijk voort
H5017
, door de profetie
H5029
van den profeet
H2292
Haggai
H2148
en Zacharia
H1247
, den zoon
H5714
van Iddo
H1124 H8754
; en zij bouwden
H3635 H8806
en voltrokken
H4481
het, naar
H2941
het bevel
H426
van den God
H3479
Israels
H2942
, en naar het bevel
H3567
van Kores
H1868
, en Darius
H783
, en Arthahsasta
H4430
, koning
H6540
van Perzie.
15
H1836
En dit
H1005
huis
H3319 H8806
werd volbracht
H5705
op
H8532
den derden
H3118
dag
H3393
der maand
H144
Adar
H1932
; datzelve
H8353
was het zesde
H8140
jaar
H4437
van het koninkrijk
H4430
van den koning
H1868
Darius.
16
H1123
En de kinderen
H3479
Israels
H3549
, de priesteren
H3879
en Levieten
H7606
, en de overige
H1123
kinderen
H1547
der gevangenis
H5648 H8754
deden
H2597
de inwijding
H1836
van dit
H1005
huis
H426
Gods
H2305
met vreugde.
17
H7127 H8684
En zij offerden
H2597
, ter inwijding
H1836
van dit
H1005
huis
H426
Gods
H3969
, honderd
H8450
runderen
H3969
, tweehonderd
H1798
rammen
H703 H3969
, vierhonderd
H563
lammeren
H8648 H6236
en twaalf
H6841 H5796
geitenbokken
H2402 H8675 H2409
, ten zondoffer
H5922
voor
H3606
gans
H3479
Israel
H4510
, naar het getal
H7625
der stammen
H3479
Israels.
18
H6966 H8684
En zij stelden
H3549
de priesteren
H6392
in hun onderscheidingen
H3879
, en de Levieten
H4255
in hun verdelingen
H5922
, tot
H5673
den dienst
H426
Gods
H3390
, Die te Jeruzalem
H3792
is, naar het voorschrift
H5609
des boeks
H4873
van Mozes.
19
H6213 H8799
Ook hielden
H1121
de kinderen
H1473
der gevangenis
H6453
het pascha
H702 H6240
, op den veertienden
H7223
der eerste
H2320
maand.
20
H3588
Want
H3548
de priesters
H3881
en de Levieten
H2891 H8694
hadden zich gereinigd
H259
als een enig
H3605
[man]; zij waren allen
H2889
rein
H7819 H8799
; en zij slachtten
H6453
het pascha
H3605
voor alle
H1121
kinderen
H1473
der gevangenis
H251
, en voor hun broederen
H3548
, de priesteren, en voor zichzelven.
21
H398 H8799
Alzo aten
H1121
de kinderen
H3478
Israels
H4480
, die uit
H1473
de gevangenis
H7725 H8802
wedergekomen waren
H3605
, mitsgaders al
H4480
wie zich van
H2932
de onreinigheid
H1471
der heidenen
H776
des lands
H914 H8737
tot hen afgezonderd had
H3068
, om den HEERE
H430
, den God
H3478
Israels
H1875 H8800
, te zoeken.
22
H6213 H8799
En zij hielden
H2282
het feest
H4682
der ongezuurde
H7651
[broden] zeven
H3117
dagen
H8057
, met blijdschap
H3588
; want
H3068
de HEERE
H8055 H8765
had hen verblijd
H3820
, en het hart
H4428
des konings
H804
van Assur
H5921
tot
H5437 H8689
hen gewend
H3027
, om hun handen
H2388 H8763
te sterken
H4399
in het werk
H1004
van het huis
H430
Gods
H430
, des Gods
H3478
van Israel.