Ezekiel 23:8-21

DSV_Strongs(i)
  8 H5800 H8804 Zij verliet H8457 ook haar hoererijen H4714 niet, [gebracht] uit Egypte H5271 ; want zij hadden bij haar in haar jeugd H7901 H8804 gelegen H1717 , en zij hadden de tepelen H1331 haars maagdoms H6213 H8765 betast H8457 , en zij hadden hun hoererij H8210 H8799 over haar uitgestort.
  9 H5414 H8804 Daarom gaf Ik H3027 haar in de hand H157 H8764 van haar boelen H3027 over, in de hand H1121 der kinderen H804 van Assur H5689 H8804 , op dewelke zij verliefd was.
  10 H1540 H8765 Dezen ontdekten H6172 haar schaamte H1121 , haar zonen H1323 en haar dochteren H3947 H8804 namen zij weg H2026 H8804 , maar haar doodden zij H2719 met het zwaard H8034 ; en zij kreeg een naam H802 onder de vrouwen H8196 , nadat men gerichten H6213 H8804 over haar geoefend had.
  11 H269 Als haar zuster H172 , Oholiba H7200 H8799 , [dit] zag H7843 H8686 , zo verdierf zij H5691 haar minne H8457 nog meer dan zij, en haar hoererijen H2183 meer dan de hoererijen H269 van haar zuster.
  12 H5689 H8804 Zij werd verliefd H1121 op de kinderen H804 van Assur H6346 , de vorsten H5461 en overheden H7138 , die nabij H3847 H8803 waren, bekleed H4358 met volkomen sieraad H6571 , ruiteren H7392 H8802 , rijdende H5483 op paarden H2531 , altemaal gewenste H970 jongelingen.
  13 H7200 H8799 Toen zag Ik H2930 H8738 , dat zij verontreinigd was H8147 ; zij hadden beiden H259 enerlei H1870 weg.
  14 H3254 H0 Ja, zij deed H8457 tot haar hoererijen H3254 H8686 nog meer toe H2707 H8794 ; want toen zij geschilderde H582 mannen H7023 aan den wand H7200 H8799 zag H6754 , de beelden H3778 der Chaldeen H2710 H8803 , geschilderd H8350 met menie,
  15 H2289 Gegord H232 met een gordel H4975 aan hun lenden H5628 H8803 , hebbende overvloedig H2871 geverfde H7218 [hoeden] op hun hoofden H4758 , die allen in het aanzien H7991 hoofdmannen H1823 waren, [naar] de gelijkenis H1121 der kinderen H894 van Babel H3778 , van Chaldea H776 , het land H4138 hunner geboorte;
  16 H5689 H8799 Zo werd zij op dezelve verliefd H4758 met het opzien H5869 van haar ogen H7971 H8799 , en zij zond H4397 boden H3778 tot hen, naar Chaldea.
  17 H1121 De kinderen H894 van Babel H935 H8799 nu kwamen H4904 tot haar in tot het leger H1730 der minne H2930 H8762 , en verontreinigden H8457 haar met hun hoererij H2930 H8799 ; ook verontreinigde zij zich H5315 met hen; daarna werd haar ziel H3363 H8799 van hen afgetrokken.
  18 H1540 H8762 Alzo ontdekte zij H8457 haar hoererijen H1540 H8762 , en ontdekte H6172 haar schaamte H5315 ; toen werd Mijn ziel H3363 H8799 van haar afgetrokken H5315 , gelijk als Mijn ziel H5361 H8804 was afgetrokken H269 van haar zuster.
  19 H7235 H8686 Doch zij vermenigvuldigde H8457 haar hoererijen H2142 H8800 , gedenkende H3117 aan de dagen H5271 van haar jeugd H2181 H8804 , als zij gehoereerd had H776 in het land H4714 van Egypte.
  20 H5689 H8799 En zij werd verliefd H6370 meer dan derzelver bijwijven H1320 , welker vlees H1320 is [als] het vlees H2543 der ezelen H2231 , en welker vloed H2231 is [als] de vloed H5483 der paarden.
  21 H6485 H8799 Alzo hebt gij weder opgehaald H2154 de schandelijke daad H5271 uwer jeugd H4714 , als die van Egypte H1717 uw tepelen H6213 H8800 betastten H7699 , vanwege de borsten H5271 uwer jeugd.