Exodus 4:11-16

DSV_Strongs(i)
  11 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H120 tot hem: Wie heeft den mens H6310 den mond H7760 H8804 gemaakt H483 , of wie heeft den stomme H2795 , of dove H6493 , of ziende H5787 , of blinde H7760 H8799 gemaakt H3068 ? Ben Ik het niet, de HEERE?
  12 H3212 H8798 En nu ga henen H6310 , en Ik zal met uw mond H3384 H8689 zijn, en zal u leren H1696 H8762 , wat gij spreken zult.
  13 H559 H8799 Doch hij zeide H994 : Och H136 , Heere H7971 H8798 ! zend H3027 toch door de hand H7971 H8799 [desgenen], [dien] Gij zoudt zenden.
  14 H2734 H8799 Toen ontstak H639 de toorn H3068 des HEEREN H4872 over Mozes H559 H8799 , en Hij zeide H175 : is niet Aaron H3881 , de Leviet H251 , uw broeder H3045 H8804 ? Ik weet H1696 H8763 , dat hij zeer wel H1696 H8762 spreken zal H3318 H8802 , en ook, zie, hij zal uitgaan H7125 H8800 u tegemoet H7200 H8804 ; wanneer hij u ziet H3820 , zo zal hij in zijn hart H8055 H8804 verblijd zijn.
  15 H1696 H8765 Gij dan zult tot hem spreken H1697 , en de woorden H6310 in zijn mond H7760 H8804 leggen H6310 ; en Ik zal met uw mond H6310 , en met zijn mond H3384 H8689 zijn; en Ik zal ulieden leren H6213 H8799 , wat gij doen zult.
  16 H5971 En hij zal voor u tot het volk H1696 H8765 spreken H6310 ; en het zal geschieden, dat hij u tot een mond H430 zal zijn, en gij zult hem tot een god zijn.