DSV_Strongs(i)
2
H3068
Ik ben de HEERE
H430
uw God
H776 H4714
, Die u uit Egypteland
H1004 H5650
, uit het diensthuis
H3318 H8689
, uitgeleid heb.
4
H6459
Gij zult u geen gesneden beeld
H8544
, noch enige gelijkenis
H6213 H8799
maken
H834
, [van] [hetgeen
H4605
] boven
H8064
in den hemel
H776
is, noch [van] [hetgeen] onder op de aarde
H4325
is, noch [van] [hetgeen] in de wateren
H776
onder de aarde is.
5
H7812 H8691
Gij zult u voor die niet buigen
H5647 H8714
, noch hen dienen
H3068
; want Ik, de HEERE
H430
uw God
H7067
, ben een ijverig
H410
God
H5771
, Die de misdaad
H1
der vaderen
H6485 H8802
bezoek
H1121
aan de kinderen
H8029
, aan het derde
H7256
, en aan het vierde
H8130 H8802
[lid] dergenen, die Mij haten;
6
H6213 H8802
En doe
H2617
barmhartigheid
H505
aan duizenden
H157 H8802
dergenen, die Mij liefhebben
H4687
, en Mijn geboden
H8104 H8802
onderhouden.
7
H8034
Gij zult den naam
H3068
des HEEREN
H430
uws Gods
H7723
niet ijdellijk
H5375 H8799
gebruiken
H3068
; want de HEERE
H5352 H8762
zal niet onschuldig houden
H8034
, die Zijn naam
H7723
ijdellijk
H5375 H8799
gebruikt.
10
H7637
Maar de zevende
H3117
dag
H7676
is de sabbat
H3068
des HEEREN
H430
uws Gods
H4399
; [dan] zult gij geen werk
H6213 H8799
doen
H1121
, gij, noch uw zoon
H1323
, noch uw dochter
H5650
, [noch] uw dienstknecht
H519
, noch uw dienstmaagd
H929
, noch uw vee
H1616
, noch uw vreemdeling
H8179
, die in uw poorten is;
11
H8337
Want in zes
H3117
dagen
H3068
heeft de HEERE
H8064
den hemel
H776
en de aarde
H6213 H8804
gemaakt
H3220
, de zee
H5117 H8799
en al wat daarin is, en Hij rustte
H7637
ten zevenden
H3117
dage
H1288 H8765
; daarom zegende
H3068
de HEERE
H7676 H3117
den sabbatdag
H6942 H8762
, en heiligde denzelven.