Ephesians 2:4-8

DSV_Strongs(i)
  4 G1161 Maar G2316 God G4145 , Die rijk G5607 G5752 is G1722 in G1656 barmhartigheid G1223 door G846 Zijn G4183 grote G26 liefde G3739 , waarmede G2248 Hij ons G25 G5656 liefgehad heeft,
  5 G2532 Ook G2248 toen wij G3498 dood G5607 G5752 waren G3900 door de misdaden G4806 G5656 , heeft [ons] levend gemaakt G5547 met Christus G5485 ; (uit genade G2075 G5748 zijt gij G4982 G5772 zalig geworden),
  6 G2532 En G4891 G5656 heeft [ons] mede opgewekt G2532 , en G4776 G5656 heeft [ons] mede gezet G1722 in G2032 den hemel G1722 in G5547 Christus G2424 Jezus;
  7 G2443 Opdat G1731 G5672 Hij zou betonen G1722 in G1904 G5740 de toekomende G165 eeuwen G5235 G5723 den uitnemenden G4149 rijkdom G846 Zijner G5485 genade G1722 , door G5544 de goedertierenheid G1909 over G2248 ons G1722 in G5547 Christus G2424 Jezus.
  8 G1063 Want G5485 uit genade G2075 G5748 zijt gij G4982 G5772 zalig geworden G1223 door G4102 het geloof G2532 ; en G5124 dat G3756 niet G1537 uit G5216 u G2316 , het is Gods G1435 gave;