Ecclesiastes 2:14-16

DSV_Strongs(i)
  14 H5869 De ogen H2450 des wijzen H7218 zijn in zijn hoofd H3684 , maar de zot H1980 H8802 wandelt H2822 in de duisternis H3045 H8804 . Toen bemerkte ik H259 ook, dat enerlei H4745 geval H7136 H8799 hun allen bejegent.
  15 H227 Dies H559 H8804 zeide ik H3820 in mijn hart H3684 : Gelijk het den dwaze H4745 bejegent H1571 , zal het ook H7136 H8799 mijzelven bejegenen H3148 ; waarom heb ik dan toen meer H2449 H8804 naar wijsheid gestaan H1696 H8765 ? Toen sprak ik H3820 in mijn hart H1892 , dat ook hetzelve ijdelheid was.
  16 H5769 Want er zal in eeuwigheid H2146 niet meer gedachtenis H2450 van een wijze H5973 , dan H3684 van een dwaas H3528 zijn; aangezien hetgeen nu H935 H8802 is, in de toekomende H3117 dagen H7911 H8738 altemaal vergeten wordt H4191 H8799 ; en hoe sterft H2450 de wijze H3684 met den zot?