Deuteronomy 5:1-10

DSV_Strongs(i)
  1 H4872 En Mozes H7121 H8799 riep H3478 het ganse Israel H559 H8799 , en zeide H8085 H8798 tot hen: Hoor H3478 , Israel H2706 ! de inzettingen H4941 en rechten H3117 , die ik heden H241 voor uw oren H1696 H8802 spreek H3925 H8804 , dat gij ze leert H8104 H8804 en waarneemt H6213 H8800 , om dezelve te doen.
  2 H3068 De HEERE H430 , onze God H1285 , heeft een verbond H3772 H8804 met ons gemaakt H2722 aan Horeb.
  3 H1 Met onze vaderen H3068 heeft de HEERE H1285 dit verbond H3772 H8804 niet gemaakt H587 , maar met ons, wij H428 die H3117 hier heden H2416 allen levend zijn.
  4 H6440 [Van] aangezicht H6440 tot aangezicht H3068 heeft de HEERE H2022 met u op den berg H1696 H8765 gesproken H8432 uit het midden H784 des vuurs,
  5 H5975 H8802 (Ik stond H6256 te dier tijd H3068 tussen den HEERE H3068 en tussen u, om u des HEEREN H1697 woord H5046 H8687 aan te zeggen H3372 H8804 ; want gij vreesdet H6440 voor H784 het vuur H5927 H8804 en klomt H2022 niet op den berg H559 H8800 ) zeggende:
  6 H3068 Ik ben de HEERE H430 , uw God H776 H4714 , Die u uit Egypteland H1004 H5650 , uit het diensthuis H3318 H8689 uitgeleid heb.
  7 H312 Gij zult geen andere H430 goden H6440 voor Mijn aangezicht hebben.
  8 H6459 Gij zult u geen gesneden beeld H6213 H8799 maken H8544 , [noch] enige gelijkenis H4605 , [van] hetgeen boven H8064 in den hemel H776 , of onder op de aarde H4325 is; of in het water H776 onder de aarde is;
  9 H7812 H8691 Gij zult u voor die niet buigen H5647 H8714 , noch hen dienen H3068 ; want Ik, de HEERE H430 , uw God H7067 , ben een ijverig H410 God H5771 , Die de misdaad H1 der vaderen H6485 H8802 bezoek H1121 aan de kinderen H8029 , en aan het derde H7256 , en aan het vierde H8130 H8802 [lid] dergenen, die Mij haten;
  10 H6213 H8802 En doe H2617 barmhartigheid H505 aan duizenden H157 H8802 dergenen, die Mij liefhebben H4687 , en Mijn geboden H8104 H8802 onderhouden.