DSV_Strongs(i)
8
H5945
Toen de Allerhoogste
H1471
aan de volken
H5157 H8687
de erfenis uitdeelde
H120
, toen Hij Adams
H1121
kinderen
H6504 H8687
vaneen scheidde
H1367
, heeft Hij de landpalen
H5971
der volken
H5324 H8686
gesteld
H4557
naar het getal
H1121
der kinderen
H3478
Israels.
9
H3068
Want des HEEREN
H2506
deel
H5971
is Zijn volk
H3290
, Jakob
H2256
is het snoer
H5159
Zijner erve.
10
H4672 H8799
Hij vond
H776
hem in een land
H4057
der woestijn
H8414
, en in een woeste
H3214
huilende
H3452
wildernis
H5437 H8779
; Hij voerde hem rondom
H995 H8787
, Hij onderwees
H5341 H8799
hem, Hij bewaarde
H380 H5869
hem als Zijn oogappel.
11
H5404
Gelijk een arend
H7064
zijn nest
H5782 H8686
opwekt
H1469
, over zijn jongen
H7363 H8762
zweeft
H3671
, zijn vleugelen
H6566 H8799
uitbreidt
H3947 H8799
, ze neemt
H5375 H8799
en ze draagt
H84
op zijn vlerken;
12
H5148 H8686
[Zo] leidde
H3068
hem de HEERE
H910
alleen
H5236
, en er was geen vreemd
H410
god met hem.
13
H7392 H8686
Hij deed hem rijden
H1116
op de hoogten
H776
der aarde
H398 H8799
, dat hij at
H8570
de inkomsten
H7704
des velds
H1706
; en Hij deed hem honig
H3243 H8686
zuigen
H5553
uit de steenrots
H8081
, en olie
H2496
uit den kei
H6697
der rots;
14
H2529
Boter
H1241
van koeien
H2461
, en melk
H6629
van klein vee
H2459
, met het vet
H3733
der lammeren
H352
en der rammen
H1316
, die in Bazan
H1121
weiden
H6260
, en der bokken
H2459
, met het vette
H3629
der nieren
H2406
van tarwe
H1818
; en het druivenbloed
H2561
, reinen
H6025
wijn
H8354 H8799
, hebt gij gedronken.