Deuteronomy 29

DSV_Strongs(i)
  1 H1697 Dit zijn de woorden H1285 des verbonds H3068 , dat de HEERE H4872 Mozes H6680 H8765 geboden heeft H3772 H8800 te maken H1121 met de kinderen H3478 Israels H776 , in het land H4124 van Moab H1285 , boven het verbond H3772 H8804 , dat Hij met hen gemaakt had H2722 aan Horeb.
  2 H4872 En Mozes H7121 H8799 riep H3478 gans Israel H559 H8799 , en zeide H7200 H8804 tot hen: Gij hebt gezien H3068 al wat de HEERE H776 H4714 in Egypteland H5869 voor uw ogen H6213 H8804 gedaan heeft H6547 , aan Farao H5650 , en aan al zijn knechten H776 , en aan zijn land;
  3 H1419 De grote H4531 verzoekingen H5869 , die uw ogen H7200 H8804 gezien hebben H226 , diezelve tekenen H1419 en grote H4159 wonderen.
  4 H3068 Maar de HEERE H5414 H8804 heeft ulieden niet gegeven H3820 een hart H3045 H8800 om te verstaan H5869 , noch ogen H7200 H8800 om te zien H241 , noch oren H8085 H8800 om te horen H3117 , tot op dezen dag.
  5 H705 En Ik heb ulieden veertig H8141 jaren H3212 H8686 doen wandelen H4057 in de woestijn H8008 ; uw klederen H1086 H8804 zijn aan u niet verouderd H5275 , en uw schoen H1086 H8804 is niet verouderd H7272 aan uw voet.
  6 H3899 Brood H398 H8804 hebt gij niet gegeten H3196 , en wijn H7941 en sterken drank H8354 H8804 hebt gij niet gedronken H3045 H8799 ; opdat gij wistet H3068 , dat Ik de HEERE H430 , uw God, ben.
  7 H935 H8799 Toen gij nu kwaamt H4725 aan deze plaats H3318 H0 , toog H5511 Sihon H4428 , de koning H2809 van Hesbon H3318 H8799 , uit H5747 , en Og H4428 , de koning H1316 van Bazan H7125 H8800 , ons tegemoet H4421 , ten strijde H5221 H8686 ; en wij sloegen hen.
  8 H776 En wij hebben hun land H3947 H8799 ingenomen H5159 , en dat ten erve H5414 H8799 gegeven H7206 aan de Rubenieten H1425 en Gadieten H2677 , mitsgaders aan den halven H7626 stam H4520 der Manassieten.
  9 H8104 H8804 Houdt H1697 dan de woorden H1285 dezes verbonds H6213 H8804 , en doet H7919 H8686 ze; opdat gij verstandelijk handelt H6213 H8799 in alles, wat gij doen zult.
  10 H5324 H8737 Gij staat H3117 heden H6440 allen voor het aangezicht H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H7218 : uw hoofden H7626 uwer stammen H2205 , uw oudsten H7860 H8802 , en uw ambtlieden H376 , alle man H3478 van Israel;
  11 H2945 Uw kinderkens H802 , uw vrouwen H1616 , en uw vreemdeling H7130 , die in het midden H4264 van uw leger H2404 H8802 H6086 is, van uw houthouwer H7579 H8802 H4325 tot uw waterputter toe;
  12 H5674 H8800 Om over te gaan H1285 in het verbond H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H423 , en in Zijn vloek H3068 , hetwelk de HEERE H430 , uw God H3117 , heden H3772 H8802 met u maakt;
  13 H3117 Opdat Hij u heden H5971 Zichzelven tot een volk H6965 H8687 bevestige H430 , en Hij u tot een God H1696 H8765 zij, gelijk als Hij tot u gesproken heeft H1 , en gelijk als Hij uw vaderen H85 , Abraham H3327 , Izak H3290 en Jakob H7650 H8738 , gezworen heeft.
  14 H3772 H8802 En niet met ulieden alleen maak ik H1285 dit verbond H423 en dezen vloek;
  15 H3117 Maar met dengene, die heden H6440 hier bij ons voor het aangezicht H3068 des HEEREN H430 , onzes Gods H5975 H8802 , staat H3117 ; en met dengene, die hier heden H3426 bij ons niet is.
  16 H3045 H8804 Want gij weet H776 H4714 , hoe wij in Egypteland H3427 H8804 gewoond hebben H5674 H8804 , en hoe wij doorgetogen zijn H7130 door het midden H1471 der volken H5674 H8804 , die gij doorgetogen zijt.
  17 H7200 H8799 En gij hebt gezien H8251 hun verfoeiselen H1544 , en hun drekgoden H6086 , hout H68 en steen H3701 , zilver H2091 en goud, die bij hen waren.
  18 H3426 Dat onder ulieden niet zij H376 een man H802 , of vrouw H4940 , of huisgezin H7626 , of stam H3824 , die zijn hart H3117 heden H6437 H8802 wende H3068 van den HEERE H430 , onzen God H3212 H8800 , om te gaan H5647 H8800 dienen H430 de goden H1471 dezer volken H3426 ; dat onder ulieden niet zij H8328 een wortel H7219 , die gal H3939 en alsem H6509 H8802 drage;
  19 H1697 En het geschiede, als hij de woorden H423 dezes vloeks H8085 H8800 hoort H1288 H8694 , dat hij zichzelven zegene H3824 in zijn hart H559 H8800 , zeggende H7965 : Ik zal vrede H3588 hebben, wanneer H3820 ik schoon naar mijns harten H8307 goeddunken H3212 H8799 zal wandelen H7302 , om den dronkene H5595 H8800 te doen H6771 tot den dorstige.
  20 H3068 De HEERE H14 H8799 zal hem niet willen H5545 H8800 vergeven H3068 ; maar alsdan zal des HEEREN H639 toorn H7068 en ijver H6225 H8799 roken H376 over denzelven man H423 , en al de vloek H5612 , die in dit boek H3789 H8803 geschreven is H7257 H8804 , zal op hem liggen H3068 ; en de HEERE H8034 zal zijn naam H8064 van onder den hemel H4229 H8804 uitdelgen.
  21 H3068 En de HEERE H7451 zal hem ten kwade H914 H8689 afscheiden H7626 van al de stammen H3478 Israels H423 , naar alle vloeken H1285 des verbonds H5612 , dat in het boek H8451 dezer wet H3789 H8803 geschreven is.
  22 H559 H8804 Dan zal zeggen H314 het navolgend H1755 geslacht H1121 , uw kinderen H310 , die na H6965 H8799 ulieden opstaan zullen H5237 , en de vreemde H7350 , die uit verren H776 lande H935 H8799 komen zal H7200 H8804 , als zij zullen zien H4347 de plagen H776 dezes lands H8463 en deszelfs krankheden H3068 , waarmede de HEERE H2470 H8765 het gekrenkt heeft;
  23 H776 Dat zijn ganse aarde H1614 zij zwavel H4417 en zout H8316 der verbranding H2232 H8735 ; die niet bezaaid zal zijn H6779 H8686 , en geen spruit zal voortgebracht hebben H6212 , noch enig kruid H5927 H8799 daarin zal opgekomen zijn H4114 ; gelijk de omkering H5467 van Sodom H6017 en Gomorra H126 , Adama H6636 en Zeboim H3068 , die de HEERE H2015 H8804 heeft omgekeerd H639 in Zijn toorn H2534 en in Zijn grimmigheid;
  24 H1471 En alle volken H559 H8804 zullen zeggen H3068 : Waarom heeft de HEERE H776 aan dit land H6213 H8804 alzo gedaan H2750 ? Wat is de ontsteking H1419 van dezen groten H639 toorn?
  25 H559 H8804 Dan zal men zeggen H1285 : Omdat zij het verbond H3068 des HEEREN H430 , des Gods H1 hunner vaderen H5800 H8804 , hebben verlaten H3772 H8804 , dat Hij met hen gemaakt had H776 H4714 , als Hij hen uit Egypteland H3318 H8687 uitvoerde;
  26 H3212 H8799 En zij heengegaan zijn H312 , en andere H430 goden H5647 H8799 gediend H7812 H8691 en zich voor die gebogen hebben H430 ; goden H3045 H8804 , die hen niet gekend hadden H2505 H8804 , en geen van welke hun iets medegedeeld had;
  27 H639 Daarom is de toorn H3068 des HEEREN H2734 H8799 ontstoken H776 tegen dit land H935 H8687 , om daarover te brengen H7045 al dezen vloek H5612 , die in dit boek H3789 H8803 geschreven is.
  28 H3068 En de HEERE H127 heeft hen uit hun land H5428 H8799 uitgetrokken H639 , in toorn H2534 , en in grimmigheid H1419 , en in grote H7110 verbolgenheid H7993 H8686 ; en Hij heeft hen verworpen H312 in een ander H776 land H3117 , gelijk het is te dezen dage.
  29 H5641 H8737 De verborgene H3068 dingen zijn voor den HEERE H430 , onzen God H1540 H8737 ; maar de geopenbaarde H1121 zijn voor ons en voor onze kinderen H5704 , tot H5769 in eeuwigheid H6213 H8800 , om te doen H1697 al de woorden H8451 dezer wet.