Deuteronomy 24:10-13

DSV_Strongs(i)
  10 H7453 Wanneer gij aan uw naaste H3972 H4859 iets H5383 H8686 zult geleend hebben H1004 , zo zult gij tot zijn huis H935 H8799 niet ingaan H5667 , om zijn pand H5670 H8800 te pand te nemen;
  11 H2351 Buiten H5975 H8799 zult gij staan H376 , en de man H5383 H8802 , dien gij geleend hebt H5667 , zal het pand H2351 naar buiten H3318 H8686 tot u uitbrengen.
  12 H6041 Doch indien hij een arm H376 man H5667 is, zo zult gij met zijn pand H7901 H8799 niet nederliggen.
  13 H5667 Gij zult hem dat pand H7725 H8687 zekerlijk H7725 H8686 wedergeven H8121 , als de zon H935 H8800 ondergaat H8008 , dat hij in zijn kleed H7901 H8804 nederligge H1288 H8765 , en u zegene H6666 ; en het zal u gerechtigheid H6440 zijn voor het aangezicht H3068 des HEEREN H430 , uws Gods.