DSV_Strongs(i)
1
H127
Wanneer in het land
H3068
, hetwelk de HEERE
H430
, uw God
H5414 H8802
, u geven zal
H3423 H8800
, om dat te erven
H2491
, een verslagene
H4672 H8735
zal gevonden worden
H5307 H8802
, liggende
H7704
in het veld
H3045 H8738
, niet bekend zijnde
H5221 H8689
, wie hem geslagen heeft;
2
H2205
Zo zullen uw oudsten
H8199 H8802
en uw rechters
H3318 H8804
uitgaan
H4058 H8804
, en zij zullen meten
H5892
naar de steden
H5439
, die rondom
H2491
den verslagene zijn.
3
H5892
De stad
H7138
nu, die de naaste
H2491
zal zijn aan den verslagene
H2205
, daar zullen de oudsten
H5892
derzelver stad
H5697
een jonge koe
H1241
van de runderen
H3947 H8804
nemen
H5647 H8795
, met dewelke niet gearbeid is
H5923
, die aan het juk
H4900 H8804
niet getrokken heeft.
4
H2205
En de oudsten
H5892
derzelver stad
H5697
zullen de jonge koe
H3381 H8689
afbrengen
H386
in een ruw
H5158
dal
H5647 H8735
, dat niet bearbeid
H2232 H8735
noch bezaaid zal zijn
H5697
; en zij zullen deze jonge koe
H5158
aldaar in het dal
H6202 H8804
den nek doorhouwen.
5
H3548
Dan zullen de priesters
H1121
, de kinderen
H3878
van Levi
H5066 H8738
, toetreden
H3068
; want de HEERE
H430
, uw God
H977 H8804
, heeft hen verkoren
H8334 H8763
, om Hem te dienen
H3068
, en om in des HEEREN
H8034
Naam
H1288 H8763
te zegenen
H6310
, en naar hun mond
H7379
zal alle twist
H5061
en alle plaag afgedaan worden.
6
H2205
En alle oudsten
H5892
derzelver stad
H7138
, die naast
H2491
aan den verslagene
H3027
zijn, zullen hun handen
H7364 H8799
wassen
H5697
over deze jonge koe
H5158
, die in dat dal
H6202 H8803
de nek doorgehouwen is;
7
H6030 H8804
En zij zullen betuigen
H559 H8804
en zeggen
H3027
: Onze handen
H1818
hebben dit bloed
H8210 H8804
niet vergoten
H5869
, en onze ogen
H7200 H8804
hebben het niet gezien;
8
H3722 H8761
Wees genadig
H5971
aan Uw volk
H3478
Israel
H3068
, dat Gij, o HEERE
H6299 H8804
! verlost hebt
H5414 H8799
, en leg
H5355
geen onschuldig
H1818
bloed
H7130
in het midden
H5971
van Uw volk
H3478
Israel
H1818
! En dat bloed
H3722 H8694
zal voor hen verzoend zijn.
9
H5355
Alzo zult gij het onschuldig
H1818
bloed
H7130
uit het midden
H1197 H8762
van u wegdoen
H6213 H8799
; want gij zult doen
H3477
, wat recht
H5869
is in de ogen
H3068
des HEEREN.
10
H3318 H8799
Wanneer gij zult uitgetogen zijn
H4421
tot den strijd
H341 H8802
tegen uw vijanden
H3068
; en de HEERE
H430
, uw God
H5414 H8804
, hen zal gegeven hebben
H3027
in uw hand
H7628
, dat gij hun gevangenen
H7617 H8804
gevankelijk wegvoert;
11
H7633
En gij onder de gevangenen
H7200 H8804
zult zien
H802
een vrouw
H3303
, schoon
H8389
van gedaante
H2836 H8804
, en gij lust tot haar gekregen zult hebben
H802
, dat gij ze u ter vrouwe
H3947 H8804
neemt;
12
H8432
Zo zult gij haar binnen
H1004
in uw huis
H935 H8689
brengen
H7218
; en zij zal haar hoofd
H1548 H8765
scheren
H6856
, en haar nagelen
H6213 H8804
besnijden.
13
H8071
En zij zal het kleed
H7628
harer gevangenis
H5493 H8689
van zich afleggen
H1004
, en in uw huis
H3427 H8804
zitten
H1
, en haar vader
H517
en haar moeder
H3117
een maand
H3391
lang
H1058 H8804
bewenen
H310
; en daarna
H935 H8799
zult gij tot haar ingaan
H1166 H8804
, en haar man zijn
H802
, en zij zal u ter vrouwe zijn.
14
H2654 H8804
En het zal geschieden, indien gij geen behagen
H7971 H8765
in haar hebt, dat gij haar zult laten gaan
H5315
naar haar begeerte
H4376 H8800
; doch gij zult haar geenszins
H3701
voor geld
H4376 H8799
verkopen
H6014 H8691
, gij zult met haar geen gewin drijven
H834
, daarom dat
H6031 H8765
gij haar vernederd hebt.
15
H376
Wanneer een man
H8147
twee
H802
vrouwen
H259
heeft, een
H157 H8803
beminde
H259
, en een
H8130 H8803
gehate
H157 H8803
; en de beminde
H8130 H8803
en de gehate
H1121
hem zonen
H3205 H8804
zullen gebaard hebben
H1060
, en de eerstgeboren
H1121
zoon
H8146
van de gehate zal zijn;
16
H3117
Zo zal het geschieden, ten dage
H1121
als hij zijn zonen
H5157 H8687
zal doen erven
H3201 H8799
wat hij heeft, dat hij niet zal vermogen
H1069 H8763
de eerstgeboorte
H1121
te geven aan den zoon
H157 H8803
der beminde
H6440
, voor het aangezicht
H1121
van den zoon
H8130 H8803
der gehate
H1060
, die de eerstgeborene is.
17
H1060
Maar den eerstgeborene
H1121
, den zoon
H8130 H8803
der gehate
H5234 H8686
, zal hij kennen
H5414 H8800
, gevende
H8147
hem het dubbele
H6310
deel
H4672 H8735
van alles, wat bij hem zal worden gevonden
H7225
; want hij is het beginsel
H202
zijner kracht
H4941
, het recht
H1062
der eerstgeboorte is het zijne.
18
H376
Wanneer iemand
H5637 H8802
een moedwilligen
H4784 H8802
en wederspannigen
H1121
zoon
H6963
heeft, die de stem
H1
zijns vaders
H6963
en de stem
H517
zijner moeder
H8085 H8802
niet gehoorzaam is
H3256 H8765
; en zij hem gekastijd zullen hebben
H8085 H8799
, en hij naar hen niet horen zal,
19
H1
Zo zullen zijn vader
H517
en zijn moeder
H8610 H8804
hem grijpen
H3318 H8689
, en zij zullen hem uitbrengen
H2205
tot de oudsten
H5892
zijner stad
H8179
, en tot de poorte
H4725
zijner plaats.
20
H559 H8804
En zij zullen zeggen
H2205
tot de oudsten
H5892
zijner stad
H1121
: Deze onze zoon
H5637 H8802
is afwijkende
H4784 H8802
en wederspannig
H6963
, hij is onze stem
H8085 H8802
niet gehoorzaam
H2151 H8802
; hij is een brasser
H5433 H8802
en zuiper.
21
H582
Dan zullen alle lieden
H5892
zijner stad
H68
hem met stenen
H7275 H8804
overwerpen
H4191 H8804
, dat hij sterve
H7451
; en gij zult het boze
H7130
uit het midden
H1197 H8765
van u wegdoen
H3478
; dat het gans Israel
H8085 H8799
hore
H3372 H8799
, en vreze.
22
H376
Voorts, wanneer in iemand
H2399
een zonde
H4941
zal zijn, die het oordeel
H4194
des doods
H4191 H8717
[waardig] [is], dat hij gedood zal worden
H6086
, en gij hem aan het hout
H8518 H8804
zult opgehangen hebben;
23
H5038
Zo zal zijn dood lichaam
H6086
aan het hout
H3885 H8799
niet overnachten
H6912 H8800
; maar gij zult het zekerlijk
H3117
ten zelven dage
H6912 H8799
begraven
H8518 H8803
; want een opgehangene
H430
is Gode
H7045
een vloek
H127
. Alzo zult gij uw land
H2930 H8762
niet verontreinigen
H3068
, dat u de HEERE
H430
, uw God
H5159
, ten erve
H5414 H8802
geeft.