DSV_Strongs(i)
8
H6903 H3606
Daarom
H7127 H8754
naderden
H1836
even ter zelfder
H2166
tijd
H3779
Chaldeeuwse
H1400
mannen
H3062
, die de Joden
H399 H8754
openlijk
H7170
beschuldigden;
9
H6032 H8754
Zij antwoordden
H560 H8750
en zeiden
H4430
tot den koning
H5020
Nebukadnezar
H4430
: O koning
H2418 H8747
! leef
H5957
in der eeuwigheid!
10
H607
Gij
H4430
, o koning
H2942
! hebt een bevel
H7761 H8754
gegeven
H3606
, dat alle
H606
mensen
H8086 H8748
, die horen zouden
H7032
het geluid
H7162
des hoorns
H4953
, der pijp
H7030 H8675 H7030
, der citer
H5443
, der vedel
H6460
, der psalteren
H5481 H8675 H5481
, en des akkoordgezangs
H3606
, en allerlei
H2178
soorten
H2170
van muziek
H5308 H8748
, nedervallen
H1722
, en het gouden
H6755
beeld
H5457 H8748
aanbidden zouden;
11
H4479
En wie
H3809
niet
H5308 H8748
nederviel
H5457 H8748
, en aanbad
H1459
, die zou in het midden
H861
van den oven
H3345 H8751
des brandenden
H5135
vuurs
H7412 H8729
geworpen worden.
12
H383
Er zijn
H3062
Joodse
H1400
mannen
H3487
, die
H5922
gij over
H5673
de bediening
H4083
van het landschap
H895
van Babel
H4483 H8745
gesteld hebt
H7715
, Sadrach
H4336
, Mesach
H5665
en Abed-nego
H479
; deze
H1400
mannen
H4430
hebben, o koning
H5922
! op u
H3809
geen
H2942
acht
H7761 H8754
gesteld
H426
; uw goden
H6399 H8750
eren zij
H3809
niet
H5457 H0
, en zij bidden
H1722
het gouden
H6755
beeld
H3809
niet
H5457 H8750
aan
H6966 H8684
, hetwelk gij opgericht hebt.
13
H116
Toen
H560 H8754
zeide
H5020
Nebukadnezar
H7266
in toorn
H2528
en grimmigheid
H7715
, dat men Sadrach
H4336
, Mesach
H5665
en Abed-nego
H858 H8682
voorbrengen zou
H116
; toen
H479
werden die
H1400
mannen
H6925
voor
H4430
den koning
H858 H8717
gebracht.
14
H5020
Nebukadnezar
H6032 H8750
antwoordde
H560 H8750
en zeide
H6656
tot hen: Is het met opzet
H7715
, Sadrach
H4336
, Mesach
H5665
en Abed-nego
H383
, dat gijlieden
H426
mijn goden
H3809
niet
H6399 H8750
eert
H1722
, en het gouden
H6755
beeld
H6966 H8684
, dat ik opgericht heb
H3809
, niet
H5457 H8750
aanbidt?
15
H3705
Nu dan
H2006
, zo
H6263
gijlieden gereed
H383
zijt
H5732
, dat gij ten tijde
H8086 H8748
, als gij horen zult
H7032
het geluid
H7162
des hoorns
H4953
, der pijp
H7030 H8675 H7030
, der citer
H5443
, der vedel
H6460
, der psalteren
H5481
, en des akkoordgezangs
H3606
, en allerlei
H2178
soort
H2170
der muziek
H5308 H8748
, nedervalt
H5457 H8748
, en aanbidt
H6755
het beeld
H5648 H8754
, dat ik gemaakt heb
H2006
, [zo] [is] [het] [wel]; maar zo
H3809
gijlieden het niet
H5457 H8748
aanbidt
H8160
; ter zelfder ure
H7412 H8729
zult gijlieden geworpen worden
H1459
in het midden
H861
van den oven
H3345 H8751
des brandenden
H5135
vuurs
H4479
; en wie
H426
is de God
H4481
, Die ulieden uit
H3028
mijn handen
H7804 H8755
verlossen zou?
16
H7715
Sadrach
H4336
, Mesach
H5665
en Abed-nego
H6032 H8754
antwoordden
H560 H8750
en zeiden
H4430
tot den koning
H5020
Nebukadnezar
H586
: Wij
H2818 H0
hebben
H3809
niet
H2818 H8750
nodig
H5922
u op
H1836
deze
H6600
zaak
H8421 H8682
te antwoorden.