DSV_Strongs(i)
11
H1931
Te dien
H3117
dage
H5307 H8802
zal Ik de vervallen
H5521
hut
H1732
van David
H6965 H8686
weder oprichten
H6556
, en Ik zal haar reten
H1443 H8804
vertuinen
H2034
, en wat aan haar is afgebroken
H6965 H8686
, weder oprichten
H1129 H8804
, en zal ze bouwen
H3117
, als [in] de dagen
H5769
van ouds;
12
H4616
Opdat
H3423 H8799
zij erfelijk bezitten
H7611
het overblijfsel
H123
van Edom
H3605
, en al
H1471
de heidenen
H834
, die
H5921
naar
H8034
Mijn Naam
H7121 H8738
genoemd worden
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H2063
, Die dit
H6213 H8802
doet.
13
H2009
Ziet
H3117
, de dagen
H935 H8802
komen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H2790 H8802
, dat de ploeger
H7114 H8802
den maaier
H1869 H8802 H6025
, en de druiventreder
H4900 H8802 H2233
den zaadzaaier
H5066 H8738
genaken zal
H2022
; en de bergen
H6071
zullen van zoeten wijn
H5197 H8689
druipen
H3605
, en al
H1389
de heuvelen
H4127 H8709
zullen smelten.
14
H7622
En Ik zal de gevangenis
H5971
van Mijn volk
H3478
Israel
H7725 H8804
wenden
H8074 H8737
, en zij zullen de verwoeste
H5892
steden
H1129 H8804
herbouwen
H3427 H8804
en bewonen
H3754
, en wijngaarden
H5193 H8804
planten
H3196
, en derzelver wijn
H8354 H8804
drinken
H1593
; en zij zullen hoven
H6213 H8804
maken
H6529
, en derzelver vrucht
H398 H8804
eten.