DSV_Strongs(i)
1
H477
Elisa
H1696 H8765
nu had gesproken
H413
tot
H802
die vrouw
H834
, welker
H1121
zoon
H2421 H8689
hij levend gemaakt had
H559 H8800
, zeggende
H6965 H8798
: Maak u op
H3212 H8798
, en ga heen
H859
, gij
H1004
en uw huisgezin
H1481 H8798
, en verkeer als vreemdeling
H834
, waar
H1481 H8799
gij verkeren kunt
H3588
; want
H3068
de HEERE
H7458
heeft een honger
H7121 H8804
geroepen
H1571
, die ook
H413
in
H776
het land
H7651
zeven
H8141
jaren
H935 H8804
komen zal.
2
H802
En de vrouw
H6965 H8799
had zich opgemaakt
H6213 H8799
, en had gedaan
H1697
naar het woord
H376
van den man
H430
Gods
H1931
; want zij
H3212 H8799
was gegaan
H1004
met haar huisgezin
H1481 H8799
, en had als vreemdeling verkeerd
H776
in het land
H6430
der Filistijnen
H7651
, zeven
H8141
jaren.
3
H1961 H8799
En het geschiedde
H4480
met
H7097
het einde
H7651
der zeven
H8141
jaren
H802
, dat de vrouw
H4480
uit
H776
het land
H6430
der Filistijnen
H7725 H8799
wederkeerde
H3318 H8799
; en zij ging uit
H413
, dat zij tot
H4428
den koning
H6817 H8800
riep
H413
, om
H1004
haar huis
H413
en om
H7704
haar akker.
4
H4428
De koning
H1696 H8764
nu sprak
H413
tot
H1522
Gehazi
H5288
, den jongen
H376
van den man
H430
Gods
H559 H8800
, zeggende
H5608 H8761
: Vertel
H4994
mij toch
H3605
al
H1419
de grote dingen
H834
, die
H477
Elisa
H6213 H8804
gedaan heeft.
5
H1961 H8799
En het geschiedde
H1931
, als hij
H4428
den koning
H5608 H8764
vertelde
H834
, hoe
H4191 H8801
hij een dode
H2421 H8689
had levend gemaakt
H2009
, ziet
H6817 H8802
, zo riep
H802
de vrouw
H834
, welker
H1121
zoon
H2421 H8689
hij levend gemaakt had
H413
, tot
H4428
den koning
H5921
, om
H1004
haar huis
H5921
en om
H7704
haar akker
H559 H8799
. Toen zeide
H1522
Gehazi
H113
: Mijn heer
H4428
koning
H2063
! Dit
H802
is de vrouw
H2088
, en dit
H1121
is haar zoon
H834
, dien
H477
Elisa
H2421 H8689
heeft levend gemaakt.
6
H4428
En de koning
H7592 H8799
ondervraagde
H802
de vrouw
H5608 H8762
, en zij vertelde
H5414 H8799
het hem. Toen gaf
H4428
de koning
H259
haar een
H5631
kamerling
H559 H8800
, zeggende
H7725 H8685
: Doe [haar] wederhebben
H3605
alles
H834
, wat
H3605
het hare was, daartoe alle
H8393
inkomsten
H7704
des akkers
H4480
, van
H3117
den dag
H776
af, dat zij het land
H5800 H8800
verlaten heeft
H5704
, tot
H6258
nu toe.
7
H935 H8799
Daarna kwam
H477
Elisa
H1834
te Damaskus
H1130
, als Benhadad
H4428
, de koning
H758
van Syrie
H2470 H8802
, krank was
H5046 H8714
; en men boodschapte
H559 H8800
hem, zeggende
H376
: De man
H430
Gods
H5704 H2008
is herwaarts
H935 H8804
gekomen.
8
H559 H8799
Toen zeide
H4428
de koning
H413
tot
H2371
Hazael
H3947 H8798
: Neem
H4503
een geschenk
H3027
in uw hand
H3212 H8798
, en ga
H376
den man
H430
Gods
H7125 H8800
tegemoet
H1875 H8804
; en vraag
H4480
door
H854
hem
H3068
den HEERE
H559 H8800
, zeggende
H4480
: Zal ik van
H2088
deze
H2483
krankheid
H2421 H8799
genezen?
9
H3212 H8799
Zo ging
H2371
Hazael
H7125 H8800
hem tegemoet
H3947 H8799
, en nam
H4503
een geschenk
H3027
in zijn hand
H3605
, te weten, alle
H2898
goed
H1834
van Damaskus
H4853
, een last
H705
van veertig
H1581
kemelen
H935 H8799
; en hij kwam
H5975 H8799
, en stond
H6440
voor zijn aangezicht
H559 H8799
, en zeide
H1121
: Uw zoon
H1130
Benhadad
H4428
, de koning
H758
van Syrie
H413
, heeft mij tot
H7971 H8804
u gezonden
H559 H8800
, om te zeggen
H4480
: Zal ik van
H2088
deze
H2483
krankheid
H2421 H8799
genezen?
10
H477
En Elisa
H559 H8799
zeide
H413
tot
H3212 H8798
hem: Ga
H559 H8798
, zeg
H2421 H8800
, gij zult ganselijk
H3808
niet
H2421 H8799
genezen
H3068
; want de HEERE
H7200 H8689
heeft mij getoond
H3588
, dat
H4191 H8800
hij den dood
H4191 H8799
sterven zal.
11
H5975 H0
En hij hield
H6440
zijn gezicht
H5975 H8686
staande
H7760 H8799
, en zette het vast
H5704
tot
H954 H8800
schamens
H376
toe; en de man
H430
Gods
H1058 H8799
weende.
12
H559 H8799
Toen zeide
H2371
Hazael
H4069
: Waarom
H1058 H8802
weent
H113
mijn heer
H559 H8799
? En hij zeide
H3588
: omdat
H3045 H8804
ik weet
H834
, wat
H7451
kwaad
H1121
gij den kinderen
H3478
Israels
H6213 H8799
doen zult
H4013
; gij zult hun sterkten
H784
in het vuur
H7971 H8762
zetten
H970
, en hun jonge manschap
H2719
met het zwaard
H2026 H8799
doden
H5768
, en hun jonge kinderen
H7376 H8762
verpletteren
H2030
, en hun zwangere vrouwen
H1234 H8762
opensnijden.
13
H2371
En Hazael
H559 H8799
zeide
H3588
: Maar
H4100
wat
H5650
is uw knecht
H3611
, die een hond
H3588
is, dat
H2088
hij deze
H1419
grote
H1697
zaak
H6213 H8799
doen zou
H477
? En Elisa
H559 H8799
zeide
H3068
: De HEERE
H853
heeft mij
H7200 H8689
getoond
H4428
, dat gij koning
H5921
zijn zult over
H758
Syrie.
14
H3212 H8799
Zo ging hij weg
H4480
van
H477
Elisa
H935 H8799
, en kwam
H413
tot
H113
zijn heer
H559 H8799
, die tot hem zeide
H4100
: Wat
H477
heeft Elisa
H559 H8804
tot u gezegd
H559 H8799
? En hij zeide
H559 H8804
: Hij heeft tot mij gezegd
H2421 H8800
: Gij zult zekerlijk
H2421 H8799
genezen.
15
H1961 H8799
En het geschiedde
H4480
des
H4283
anderen daags
H4346
, dat hij een deken
H3947 H8799
nam
H4325
, en in het water
H2881 H8799
doopte
H5921
, en over
H6440
zijn aangezicht
H6566 H8799
uitspreidde
H4191 H8799
, dat hij stierf
H2371
; en Hazael
H4427 H8799
werd koning
H8478
in zijn plaats.
16
H2568
In het vijfde
H8141
jaar
H3141
nu van Joram
H1121
, den zoon
H256
van Achab
H4428
, den koning
H3478
van Israel
H3092
, toen Josafat
H4428
koning
H3063
was van Juda
H3088
, [begon] Jehoram
H1121
, de zoon
H3092
van Josafat
H4428
, den koning
H3063
van Juda
H4427 H8804
, te regeren.
17
H1961 H8804
Hij was
H8147
twee
H7970
en dertig
H8141
jaren
H1121
oud
H4427 H8800
, toen hij koning werd
H4427 H8804
, en hij regeerde
H8083
acht
H8141
jaren
H3389
te Jeruzalem.
18
H3212 H8799
En hij wandelde
H1870
op den weg
H4428
der koningen
H3478
van Israel
H834
, gelijk als
H1004
het huis
H256
van Achab
H6213 H8804
deed
H3588
; want
H1323
de dochter
H256
van Achab
H802
was hem ter vrouw
H1961 H8804
geworden
H6213 H8799
; en hij deed
H7451
dat kwaad
H5869
was in de ogen
H3068
des HEEREN.
19
H3068
Doch de HEERE
H14 H8804
wilde
H3063
Juda
H3808
niet
H7843 H8687
verderven
H4616
, om
H1732
Davids
H5650
Zijns knechts
H834
wil; gelijk als
H559 H8804
Hij hem gezegd had
H3605
, dat Hij hem te allen
H3117
tijde
H1121
voor zijn zonen
H5216
een lamp
H5414 H8800
zou geven.
20
H3117
In zijn dagen
H6586 H0
vielen
H123
de Edomieten
H4480
van
H8478
onder
H3027
het gebied
H3063
van Juda
H6586 H8804
af
H4427 H8686
, en maakten
H4428
een koning
H5921
over zich.
21
H5674 H8799
Daarom toog
H3141
Joram
H6811
over naar Zair
H3605
, en al
H7393
de wagenen
H5973
met
H1931
hem; en hij
H1961 H8799 H6965 H0
maakte zich
H3915
des nachts
H6965 H8804
op
H5221 H8686
, en sloeg
H123
de Edomieten
H5921
, die rondom
H5437 H8802
hem waren
H8269
, daartoe de oversten
H7393
der wagenen
H5971
; en het volk
H5127 H8799
vlood
H168
in zijn hutten.
22
H123
De Edomieten
H6586 H0
evenwel vielen
H4480
van
H8478
onder
H3027
het gebied
H3063
van Juda
H6586 H8799
af
H5704
, tot op
H2088
dezen
H3117
dag
H6586 H0
; toen viel
H3841
Libna
H6586 H8799
af
H1931
in denzelfden
H6256
tijd.
23
H3499
Het overige
H1697
nu der geschiedenissen
H3141
van Joram
H3605
, en alles
H834
wat
H6213 H8804
hij gedaan heeft
H1992
, is dat
H3808
niet
H3789 H8803
geschreven
H5921
in
H5612
het boek
H1697 H3117
der kronieken
H4428
der koningen
H3063
van Juda?
24
H3141
En Joram
H7901 H8799
ontsliep
H5973
met
H1
zijn vaderen
H6912 H8735
, en werd begraven
H5973
bij
H1
zijn vaderen
H5892
, in de stad
H1732
Davids
H274
; en Ahazia
H1121
, zijn zoon
H4427 H8799
, werd koning
H8478
in zijn plaats.
25
H8147 H6240
In het twaalfde
H8141 H8141
jaar
H3141
van Joram
H1121
, den zoon
H256
van Achab
H4428
, den koning
H3478
van Israel
H274
, [begon] Ahazia
H1121
, de zoon
H3088
van Jeroham
H4428
, den koning
H3063
van Juda
H4427 H8804
, te regeren.
26
H8147
Twee
H6242
en twintig
H8141
jaren
H274
was Ahazia
H1121
oud
H4427 H8800
, als hij koning werd
H4427 H8804
, en regeerde
H259
een
H8141
jaar
H3389
te Jeruzalem
H8034
; en de naam
H517
zijner moeder
H6271
was Athalia
H1323
, de dochter
H6018
van Omri
H4428
, den koning
H3478
van Israel.
27
H3212 H8799
En hij wandelde
H1870
in den weg
H1004
van het huis
H256
van Achab
H6213 H8799
, en deed
H7451
dat kwaad
H5869
was in de ogen
H3068
des HEEREN
H1004
, gelijk het huis
H256
van Achab
H1931
; want hij
H2860
was een schoonzoon
H1004
van het huis
H256
van Achab.
28
H3212 H8799
En hij toog
H3141
met Joram
H1121
, den zoon
H256
van Achab
H4421
, naar den strijd
H7433
, te Ramoth
H1568
in Gilead
H5973
, tegen
H2371
Hazael
H4428
, den koning
H758
van Syrie
H761
; en de Syriers
H5221 H8686
sloegen
H3141
Joram.
29
H7725 H0
Toen keerde
H3141
Joram
H4428
, de koning
H7725 H8799
, wederom
H3157
, opdat hij zich te Jizreel
H7495 H8692
helen liet
H4480
van
H4347
de slagen
H834
, die
H761
hem de Syriers
H7414
te Rama
H5221 H8686
geslagen hadden
H3898 H8736
, als hij streed
H2371
tegen Hazael
H4428
, den koning
H758
van Syrie
H274
; en Ahazia
H1121
, de zoon
H3088
van Jehoram
H4428
, de koning
H3063
van Juda
H3381 H8804
, kwam af
H3141
, om Joram
H1121
, den zoon
H256
van Achab
H3157
, te Jizreel
H7200 H8800
te bezien
H3588
, want
H1931
hij
H2470 H8802
was krank.