2 Kings 8

DSV_Strongs(i)
  1 H477 Elisa H1696 H8765 nu had gesproken H413 tot H802 die vrouw H834 , welker H1121 zoon H2421 H8689 hij levend gemaakt had H559 H8800 , zeggende H6965 H8798 : Maak u op H3212 H8798 , en ga heen H859 , gij H1004 en uw huisgezin H1481 H8798 , en verkeer als vreemdeling H834 , waar H1481 H8799 gij verkeren kunt H3588 ; want H3068 de HEERE H7458 heeft een honger H7121 H8804 geroepen H1571 , die ook H413 in H776 het land H7651 zeven H8141 jaren H935 H8804 komen zal.
  2 H802 En de vrouw H6965 H8799 had zich opgemaakt H6213 H8799 , en had gedaan H1697 naar het woord H376 van den man H430 Gods H1931 ; want zij H3212 H8799 was gegaan H1004 met haar huisgezin H1481 H8799 , en had als vreemdeling verkeerd H776 in het land H6430 der Filistijnen H7651 , zeven H8141 jaren.
  3 H1961 H8799 En het geschiedde H4480 met H7097 het einde H7651 der zeven H8141 jaren H802 , dat de vrouw H4480 uit H776 het land H6430 der Filistijnen H7725 H8799 wederkeerde H3318 H8799 ; en zij ging uit H413 , dat zij tot H4428 den koning H6817 H8800 riep H413 , om H1004 haar huis H413 en om H7704 haar akker.
  4 H4428 De koning H1696 H8764 nu sprak H413 tot H1522 Gehazi H5288 , den jongen H376 van den man H430 Gods H559 H8800 , zeggende H5608 H8761 : Vertel H4994 mij toch H3605 al H1419 de grote dingen H834 , die H477 Elisa H6213 H8804 gedaan heeft.
  5 H1961 H8799 En het geschiedde H1931 , als hij H4428 den koning H5608 H8764 vertelde H834 , hoe H4191 H8801 hij een dode H2421 H8689 had levend gemaakt H2009 , ziet H6817 H8802 , zo riep H802 de vrouw H834 , welker H1121 zoon H2421 H8689 hij levend gemaakt had H413 , tot H4428 den koning H5921 , om H1004 haar huis H5921 en om H7704 haar akker H559 H8799 . Toen zeide H1522 Gehazi H113 : Mijn heer H4428 koning H2063 ! Dit H802 is de vrouw H2088 , en dit H1121 is haar zoon H834 , dien H477 Elisa H2421 H8689 heeft levend gemaakt.
  6 H4428 En de koning H7592 H8799 ondervraagde H802 de vrouw H5608 H8762 , en zij vertelde H5414 H8799 het hem. Toen gaf H4428 de koning H259 haar een H5631 kamerling H559 H8800 , zeggende H7725 H8685 : Doe [haar] wederhebben H3605 alles H834 , wat H3605 het hare was, daartoe alle H8393 inkomsten H7704 des akkers H4480 , van H3117 den dag H776 af, dat zij het land H5800 H8800 verlaten heeft H5704 , tot H6258 nu toe.
  7 H935 H8799 Daarna kwam H477 Elisa H1834 te Damaskus H1130 , als Benhadad H4428 , de koning H758 van Syrie H2470 H8802 , krank was H5046 H8714 ; en men boodschapte H559 H8800 hem, zeggende H376 : De man H430 Gods H5704 H2008 is herwaarts H935 H8804 gekomen.
  8 H559 H8799 Toen zeide H4428 de koning H413 tot H2371 Hazael H3947 H8798 : Neem H4503 een geschenk H3027 in uw hand H3212 H8798 , en ga H376 den man H430 Gods H7125 H8800 tegemoet H1875 H8804 ; en vraag H4480 door H854 hem H3068 den HEERE H559 H8800 , zeggende H4480 : Zal ik van H2088 deze H2483 krankheid H2421 H8799 genezen?
  9 H3212 H8799 Zo ging H2371 Hazael H7125 H8800 hem tegemoet H3947 H8799 , en nam H4503 een geschenk H3027 in zijn hand H3605 , te weten, alle H2898 goed H1834 van Damaskus H4853 , een last H705 van veertig H1581 kemelen H935 H8799 ; en hij kwam H5975 H8799 , en stond H6440 voor zijn aangezicht H559 H8799 , en zeide H1121 : Uw zoon H1130 Benhadad H4428 , de koning H758 van Syrie H413 , heeft mij tot H7971 H8804 u gezonden H559 H8800 , om te zeggen H4480 : Zal ik van H2088 deze H2483 krankheid H2421 H8799 genezen?
  10 H477 En Elisa H559 H8799 zeide H413 tot H3212 H8798 hem: Ga H559 H8798 , zeg H2421 H8800 , gij zult ganselijk H3808 niet H2421 H8799 genezen H3068 ; want de HEERE H7200 H8689 heeft mij getoond H3588 , dat H4191 H8800 hij den dood H4191 H8799 sterven zal.
  11 H5975 H0 En hij hield H6440 zijn gezicht H5975 H8686 staande H7760 H8799 , en zette het vast H5704 tot H954 H8800 schamens H376 toe; en de man H430 Gods H1058 H8799 weende.
  12 H559 H8799 Toen zeide H2371 Hazael H4069 : Waarom H1058 H8802 weent H113 mijn heer H559 H8799 ? En hij zeide H3588 : omdat H3045 H8804 ik weet H834 , wat H7451 kwaad H1121 gij den kinderen H3478 Israels H6213 H8799 doen zult H4013 ; gij zult hun sterkten H784 in het vuur H7971 H8762 zetten H970 , en hun jonge manschap H2719 met het zwaard H2026 H8799 doden H5768 , en hun jonge kinderen H7376 H8762 verpletteren H2030 , en hun zwangere vrouwen H1234 H8762 opensnijden.
  13 H2371 En Hazael H559 H8799 zeide H3588 : Maar H4100 wat H5650 is uw knecht H3611 , die een hond H3588 is, dat H2088 hij deze H1419 grote H1697 zaak H6213 H8799 doen zou H477 ? En Elisa H559 H8799 zeide H3068 : De HEERE H853 heeft mij H7200 H8689 getoond H4428 , dat gij koning H5921 zijn zult over H758 Syrie.
  14 H3212 H8799 Zo ging hij weg H4480 van H477 Elisa H935 H8799 , en kwam H413 tot H113 zijn heer H559 H8799 , die tot hem zeide H4100 : Wat H477 heeft Elisa H559 H8804 tot u gezegd H559 H8799 ? En hij zeide H559 H8804 : Hij heeft tot mij gezegd H2421 H8800 : Gij zult zekerlijk H2421 H8799 genezen.
  15 H1961 H8799 En het geschiedde H4480 des H4283 anderen daags H4346 , dat hij een deken H3947 H8799 nam H4325 , en in het water H2881 H8799 doopte H5921 , en over H6440 zijn aangezicht H6566 H8799 uitspreidde H4191 H8799 , dat hij stierf H2371 ; en Hazael H4427 H8799 werd koning H8478 in zijn plaats.
  16 H2568 In het vijfde H8141 jaar H3141 nu van Joram H1121 , den zoon H256 van Achab H4428 , den koning H3478 van Israel H3092 , toen Josafat H4428 koning H3063 was van Juda H3088 , [begon] Jehoram H1121 , de zoon H3092 van Josafat H4428 , den koning H3063 van Juda H4427 H8804 , te regeren.
  17 H1961 H8804 Hij was H8147 twee H7970 en dertig H8141 jaren H1121 oud H4427 H8800 , toen hij koning werd H4427 H8804 , en hij regeerde H8083 acht H8141 jaren H3389 te Jeruzalem.
  18 H3212 H8799 En hij wandelde H1870 op den weg H4428 der koningen H3478 van Israel H834 , gelijk als H1004 het huis H256 van Achab H6213 H8804 deed H3588 ; want H1323 de dochter H256 van Achab H802 was hem ter vrouw H1961 H8804 geworden H6213 H8799 ; en hij deed H7451 dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN.
  19 H3068 Doch de HEERE H14 H8804 wilde H3063 Juda H3808 niet H7843 H8687 verderven H4616 , om H1732 Davids H5650 Zijns knechts H834 wil; gelijk als H559 H8804 Hij hem gezegd had H3605 , dat Hij hem te allen H3117 tijde H1121 voor zijn zonen H5216 een lamp H5414 H8800 zou geven.
  20 H3117 In zijn dagen H6586 H0 vielen H123 de Edomieten H4480 van H8478 onder H3027 het gebied H3063 van Juda H6586 H8804 af H4427 H8686 , en maakten H4428 een koning H5921 over zich.
  21 H5674 H8799 Daarom toog H3141 Joram H6811 over naar Zair H3605 , en al H7393 de wagenen H5973 met H1931 hem; en hij H1961 H8799 H6965 H0 maakte zich H3915 des nachts H6965 H8804 op H5221 H8686 , en sloeg H123 de Edomieten H5921 , die rondom H5437 H8802 hem waren H8269 , daartoe de oversten H7393 der wagenen H5971 ; en het volk H5127 H8799 vlood H168 in zijn hutten.
  22 H123 De Edomieten H6586 H0 evenwel vielen H4480 van H8478 onder H3027 het gebied H3063 van Juda H6586 H8799 af H5704 , tot op H2088 dezen H3117 dag H6586 H0 ; toen viel H3841 Libna H6586 H8799 af H1931 in denzelfden H6256 tijd.
  23 H3499 Het overige H1697 nu der geschiedenissen H3141 van Joram H3605 , en alles H834 wat H6213 H8804 hij gedaan heeft H1992 , is dat H3808 niet H3789 H8803 geschreven H5921 in H5612 het boek H1697 H3117 der kronieken H4428 der koningen H3063 van Juda?
  24 H3141 En Joram H7901 H8799 ontsliep H5973 met H1 zijn vaderen H6912 H8735 , en werd begraven H5973 bij H1 zijn vaderen H5892 , in de stad H1732 Davids H274 ; en Ahazia H1121 , zijn zoon H4427 H8799 , werd koning H8478 in zijn plaats.
  25 H8147 H6240 In het twaalfde H8141 H8141 jaar H3141 van Joram H1121 , den zoon H256 van Achab H4428 , den koning H3478 van Israel H274 , [begon] Ahazia H1121 , de zoon H3088 van Jeroham H4428 , den koning H3063 van Juda H4427 H8804 , te regeren.
  26 H8147 Twee H6242 en twintig H8141 jaren H274 was Ahazia H1121 oud H4427 H8800 , als hij koning werd H4427 H8804 , en regeerde H259 een H8141 jaar H3389 te Jeruzalem H8034 ; en de naam H517 zijner moeder H6271 was Athalia H1323 , de dochter H6018 van Omri H4428 , den koning H3478 van Israel.
  27 H3212 H8799 En hij wandelde H1870 in den weg H1004 van het huis H256 van Achab H6213 H8799 , en deed H7451 dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H1004 , gelijk het huis H256 van Achab H1931 ; want hij H2860 was een schoonzoon H1004 van het huis H256 van Achab.
  28 H3212 H8799 En hij toog H3141 met Joram H1121 , den zoon H256 van Achab H4421 , naar den strijd H7433 , te Ramoth H1568 in Gilead H5973 , tegen H2371 Hazael H4428 , den koning H758 van Syrie H761 ; en de Syriers H5221 H8686 sloegen H3141 Joram.
  29 H7725 H0 Toen keerde H3141 Joram H4428 , de koning H7725 H8799 , wederom H3157 , opdat hij zich te Jizreel H7495 H8692 helen liet H4480 van H4347 de slagen H834 , die H761 hem de Syriers H7414 te Rama H5221 H8686 geslagen hadden H3898 H8736 , als hij streed H2371 tegen Hazael H4428 , den koning H758 van Syrie H274 ; en Ahazia H1121 , de zoon H3088 van Jehoram H4428 , de koning H3063 van Juda H3381 H8804 , kwam af H3141 , om Joram H1121 , den zoon H256 van Achab H3157 , te Jizreel H7200 H8800 te bezien H3588 , want H1931 hij H2470 H8802 was krank.