DSV_Strongs(i)
1
H1121
En de kinderen
H5030
der profeten
H559 H8799
zeiden
H413 H6440
tot
H477
Elisa
H2009
: Zie
H4994
nu
H4725
, de plaats
H834 H8033
, waar
H587
wij
H3427 H8802
wonen
H6440
voor uw aangezicht
H4480
, is voor
H6862
ons te eng.
2
H4994
Laat ons toch
H5704
tot aan
H3383
de Jordaan
H3212 H8799
gaan
H376
, en elk
H4480
van
H8033
daar
H259
een
H6982
timmerhout
H3947 H8799
halen
H8033
, dat wij ons daar
H4725
een plaats
H6213 H8799
maken
H8033
, om er
H3427 H8800
te wonen
H559 H8799
. En hij zeide
H3212 H8798
: Gaat heen.
3
H559 H8799
En er zeide
H259
een
H2974 H8685
: Het believe u
H4994
toch
H3212 H8798
te gaan
H5650
met uw knechten
H559 H8799
. En hij zeide
H589
: Ik
H3212 H8799
zal gaan.
4
H3212 H8799
Zo ging hij
H854
met
H3383
hen. Als zij nu aan de Jordaan
H935 H8799
gekomen waren
H1504 H8799
, hieuwen zij
H6086
hout af.
5
H1961 H8799
En het geschiedde
H259
, als een
H6982
het timmerhout
H5307 H8688
velde
H1270
, dat het ijzer
H413
in
H4325
het water
H5307 H8804
viel
H6817 H8799
; en hij riep
H559 H8799
, en zeide
H162
: Ach
H113
, mijn heer
H1931
, want het
H7592 H8803
was geleend.
6
H376
En de man
H430
Gods
H559 H8799
zeide
H575
: Waar
H5307 H8804
is het gevallen
H4725
? En toen hij hem de plaats
H7200 H8686
gewezen had
H7094 H8799
, sneed hij
H6086
een hout
H7993 H8686
af, en wierp
H8033
het daarhenen
H1270
, en deed het ijzer
H6687 H8686
boven zwemmen.
7
H559 H8799
En hij zeide
H7311 H8685
: Neem
H7971 H0
het tot u op. Toen stak hij
H3027
zijn hand
H7971 H8799
uit
H3947 H8799
, en nam het,
8
H4428
En de koning
H758
van Syrie
H1961 H8804 H3898 H8737
voerde krijg
H3478
tegen Israel
H3289 H8735
, en beraadslaagde zich
H413
met
H5650
zijn knechten
H559 H8800
, zeggende
H8466
: Mijn legering
H413
zal zijn in
H4725
de plaats
H6423
van zulk
H492
een.
9
H376
Maar de man
H430
Gods
H7971 H8799
zond henen
H413
tot
H4428
den koning
H3478
van Israel
H559 H8800
, zeggende
H8104 H8734
: Wacht u
H2088
, dat gij door die
H4725
plaats
H4480
niet
H5674 H8800
trekt
H3588
, want
H758
de Syriers
H8033
zijn daarhenen
H5185
afgekomen.
10
H7971 H8799
Daarom zond
H4428
de koning
H3478
van Israel
H413
henen aan
H4725
die plaats
H834
, waarvan
H376
hem de man
H430
Gods
H559 H8804
gezegd
H2094 H8689
en hem gewaarschuwd had
H8104 H8738
, en wachtte zich
H8033
aldaar
H3808
, niet
H259
eenmaal
H3808
, noch
H8147
tweemaal.
11
H3820
Toen werd het hart
H4428
des konings
H758
van Syrie
H5590 H8735
onstuimig
H5921
over
H2088
dezen
H1697
handel
H7121 H8799 H413
; en hij riep
H5650
zijn knechten
H559 H8799
, en zeide
H413
tot
H3808
hen: Zult gij mij dan niet
H5046 H8686
te kennen geven
H4310
, wie
H4480 H681
van
H413
de onzen zij voor
H4428
den koning
H3478
van Israel?
12
H259
En een
H4480
van
H5650
zijn knechten
H559 H8799
zeide
H3808
: Neen
H113
, mijn heer
H4428
koning
H3588
! Maar
H477
Elisa
H5030
, de profeet
H834
, die
H3478
in Israel
H5046 H0
is, geeft
H4428
den koning
H3478
van Israel
H5046 H8686
te kennen
H1697
de woorden
H834
, die
H2315 H4904
gij in uw binnenste slaapkamer
H1696 H8762
spreekt.
13
H559 H8799
En hij zeide
H3212 H8798
: Gaat heen
H7200 H8798
, en ziet
H351
, waar
H1931
hij
H7971 H8799
is, dat ik zende
H3947 H8799
en hem halen late
H5046 H8714
. En hem werd te kennen gegeven
H559 H8800
, zeggende
H2009
: Zie
H1886
, hij is te Dothan.
14
H7971 H8799
Toen zond hij
H8033
daarhenen
H5483
paarden
H7393
, en wagenen
H3515
, en een zwaar
H2428
heir
H3915
; welke des nachts
H935 H8799
kwamen
H5362 H8686 H5921
, en omsingelden
H5892
de stad.
15
H8334 H8764
En de dienaar
H376
van den man
H430
Gods
H6965 H0
stond
H7925 H8686
zeer vroeg
H6965 H8800
op
H3318 H8799
, en ging uit
H2009
; en ziet
H2428
, een heir
H5437 H8802
omringde
H5892
de stad
H5483
met paarden
H7393
en wagenen
H559 H8799
. Toen zeide
H5288
zijn jongen
H413
tot
H162
hem: Ach
H113
, mijn heer
H349
, hoe
H6213 H8799
zullen wij doen.
16
H559 H8799
En hij zeide
H3372 H8799
: Vrees
H408
niet
H3588
; want
H834
die
H853
bij
H7227
ons zijn, zijn meer
H4480
, dan
H834
die
H854
bij hen zijn.
17
H477
En Elisa
H6419 H8691
bad
H559 H8799
, en zeide
H3068
: HEERE
H6491 H8798
, open
H4994
toch
H5869
zijn ogen
H7200 H8799
, dat hij zie
H3068
! En de HEERE
H6491 H8799
opende
H5869
de ogen
H5288
van den jongen
H7200 H8799
, dat hij zag
H2009
; en ziet
H2022
, de berg
H4390 H8804
was vol
H784
vurige
H5483
paarden
H7393
en wagenen
H5439
rondom
H477
Elisa.
18
H413
Als zij nu tot
H3381 H8799
hem afkwamen
H6419 H8691
, bad
H477
Elisa
H413
tot
H3068
den HEERE
H559 H8799
, en zeide
H5221 H8685
: Sla
H4994
toch
H2088
dit
H1471
volk
H5575
met verblindheden
H5221 H8686
. En Hij sloeg
H5575
hen met verblindheden
H1697
, naar het woord
H477
van Elisa.
19
H559 H8799
Toen zeide
H477
Elisa
H413
tot
H2088
hen: Dit
H1870
is de weg
H3808
niet
H2090
, en dit
H5892
is de stad
H3808
niet
H3212 H8798
; volgt
H310
mij na
H853
, en ik zal u
H3212 H8686
leiden
H413
tot
H376
den man
H834
, dien
H1245 H8762
gij zoekt
H3212 H8686
; en hij leidde
H853
hen
H8111
naar Samaria.
20
H1961 H8799
En het geschiedde
H8111
, als zij te Samaria
H935 H8800
gekomen waren
H477
, dat Elisa
H559 H8799
zeide
H3068
: HEERE
H6491 H8798
, open
H5869
de ogen
H428
van dezen
H7200 H8799
, dat zij zien
H3068
! En de HEERE
H6491 H8799
opende
H5869
hun ogen
H7200 H8799
, dat zij zagen
H2009
; en ziet
H8432
, zij waren in het midden
H8111
van Samaria.
21
H4428
En de koning
H3478
van Israel
H559 H8799
zeide
H413
tot
H477
Elisa
H853
, als hij hen
H7200 H8800
zag
H5221 H8686
: Zal ik hen slaan
H5221 H8686
? Zal ik hen slaan
H1
, mijn vader?
22
H559 H8799
Doch hij zeide
H3808
: Gij zult hen niet
H5221 H8686
slaan
H5221 H8688
; zoudt gij ook slaan
H834
, die
H859
gij
H2719
met uw zwaard
H7198
en met uw boog
H7617 H8804
gevangen hadt
H7760 H8798
? Zet
H3899
hun brood
H4325
en water
H6440
voor
H398 H8799
, dat zij eten
H8354 H8799
en drinken
H413
, en tot
H113
hun heer
H3212 H8799
trekken.
23
H3739 H8799
En hij bereidde
H1419
hun een grote
H3740
maaltijd
H398 H8799
, dat zij aten
H8354 H8799
en dronken
H7971 H8762
; daarna liet hij hen gaan
H3212 H8799
, en zij trokken
H113
tot hun heer
H935 H8800
. Zo kwamen
H1416
de benden
H758
der Syriers
H3808
niet
H5750 H3254 H8804
meer
H776
in het land
H3478
van Israel.
24
H1961 H8799
En het geschiedde
H310 H3651
daarna
H1130
, dat Benhadad
H4428
, de koning
H758
van Syrie
H3605
, zijn gehele
H4264
leger
H6908 H8799
verzamelde
H5927 H8799
, en optoog
H5921
, en
H8111
Samaria
H6696 H8799
belegerde.
25
H1961 H8799
En er werd
H1419
grote
H7458
honger
H8111
in Samaria
H2099
; want ziet
H6696 H8802 H5921
, zij belegerden
H5704
ze, totdat
H2543 H7218
een ezelskop
H8084
voor tachtig
H3701
zilverlingen
H1961 H800
was
H7255
[verkocht], en een vierendeel
H6894
van een kab
H1686 H8675 H3123 H2755
duivenmest
H2568
voor vijf
H3701
zilverlingen.
26
H1961 H8700
En het geschiedde
H4428 H3478
, als de koning
H5921
op
H2346
den muur
H5674 H8802
voorbijging
H802
, dat een vrouw
H413
tot
H6817 H8804
hem riep
H559 H8800
, zeggende
H3467 H8685
: Help
H113
mij, heer
H4428
koning!
27
H559 H8799
En hij zeide
H3068
: De HEERE
H3467 H8686
helpt
H408
u niet
H4480 H370
; waarvan
H3467 H8686
zou ik u helpen
H4480
? Van
H1637
den dorsvloer
H176
of
H4480
van
H3342
de wijnpers?
28
H559 H8799
Verder zeide
H4428
de koning
H4100
tot haar: Wat
H559 H8799
is u? En zij zeide
H2063
: Deze
H802
vrouw
H413
heeft tot
H559 H8804
mij gezegd
H5414 H8798
: Geef
H1121
uw zoon
H3117
, dat wij hem heden
H398 H8799
eten
H4279
, en morgen
H1121
zullen wij mijn zoon
H398 H8799
eten.
29
H1121
Zo hebben wij mijn zoon
H1310 H8762
gezoden
H398 H8799
, en hebben hem gegeten
H312
; maar als ik des anderen
H3117
daags
H413
tot
H559 H8799
haar zeide
H5414 H8798
: Geef
H1121
uw zoon
H398 H8799
, dat wij hem eten
H1121
, zo heeft zij haar zoon
H2244 H8686
verstoken.
30
H1961 H8799
En het geschiedde
H4428
, als de koning
H1697
de woorden
H802
dezer vrouw
H8085 H8800
gehoord had
H899
, dat hij zijn klederen
H7167 H8799
scheurde
H1931
, alzo hij
H5921
op
H2346
den muur
H5674 H8802
voortging
H5971
; en het volk
H7200 H8799
zag
H2009
, dat, ziet
H8242
, een zak
H4480
van
H1004
binnen
H5921
over
H1320
zijn vlees was.
31
H559 H8799
En hij zeide
H3541
: Zo
H6213 H8799
doe
H430
mij God
H3541
, en doe zo
H3254 H8686
daartoe
H518
, indien
H7218
het hoofd
H477
van Elisa
H1121
den zoon
H8202
van Safat
H3117
, heden
H5921
op
H5975 H8799
hem zal blijven staan!
32
H477
(Elisa
H3427 H8802
nu zat
H1004
in zijn huis
H2205
, en de oudsten
H3427 H8802
zaten
H854
bij
H7971 H8799
hem.) En hij zond
H376
een man
H4480
van
H6440
voor zijn aangezicht
H2962
; maar eer
H4397
de bode
H413
tot
H935 H8799
hem gekomen was
H1931
, had hij
H559 H8804
gezegd
H413
tot
H2205
de oudsten
H7200 H8804
: Hebt gijlieden gezien
H3588
, hoe
H2088
die
H1121
zoon
H7523 H8764
des moordenaars
H7971 H8804
gezonden heeft
H7218
, om mijn hoofd
H5493 H8687
af te nemen
H7200 H8798
? Ziet toe
H4397
, als die bode
H935 H8800
komt
H5462 H8798
, sluit
H1817
de deur
H3905 H0
toe, en dringt
H853
hem
H3905 H8804
uit
H1817
met de deur
H3808
; is niet
H6963
het geruis
H7272
der voeten
H113
van zijn heer
H310
achter hem?