2 Kings 13 In het drie en twintigste jaar van Joas , den zoon van Ahazia , den koning van Juda , werd Joahaz , de zoon van Jehu , koning over Israel , te Samaria , en regeerde zeventien jaren.

DSV_Strongs⁽ⁱ⁾

1 H7969 H8141 In het drie H6242 en twintigste H8141 jaar H3101 van Joas H1121 , den zoon H274 van Ahazia H4428 , den koning H3063 van Juda H4427 H0 , werd H3059 Joahaz H1121 , de zoon H3058 van Jehu H4427 H8804 , koning H5921 over H3478 Israel H8111 , te Samaria H7651 H6240 , [en] [regeerde] zeventien H8141 jaren.

2 H6213 H8799 En hij deed H7451 dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H3212 H8799 ; want hij wandelde H310 na H2403 de zonden H3379 van Jerobeam H1121 , den zoon H5028 van Nebat H834 , die H3478 Israel H2398 H8689 zondigen deed H5493 H0 ; hij week H4480 daarvan H3808 niet H5493 H8804 af.

3 H2734 H8799 Daarom ontstak H3068 des HEEREN H639 toorn H3478 tegen Israel H5414 H8799 ; en Hij gaf H3027 hen in de hand H2371 van Hazael H4428 , den koning H758 van Syrie H3027 , en in de hand H1130 van Benhadad H1121 , den zoon H2371 van Hazael H3605 , al H3117 die dagen.

4 H3059 Doch Joahaz H2470 H0 bad H3068 des HEEREN H6440 aangezicht H2470 H8762 ernstelijk aan H3068 ; en de HEERE H8085 H8799 verhoorde H413 hem H3588 ; want H7200 H8804 Hij zag H3906 de verdrukking H3478 van Israel H3588 , dat H4428 de koning H758 van Syrie H853 hen H3905 H8804 verdrukte.

5 H5414 H8799 (Zo gaf H3068 de HEERE H3478 Israel H3467 H8688 een verlosser H4480 , dat zij van H8478 onder H3027 de hand H758 der Syriers H3318 H8799 uitkwamen H1121 ; en de kinderen H3478 Israels H3427 H8799 woonden H168 in hun tenten H8032 H8543 , als te voren.

6 H389 Nochtans H5493 H8804 weken zij H3808 niet H4480 af van H2403 de zonden H1004 van het huis H3379 van Jerobeam H834 , die H3478 Israel H2398 H8689 zondigen deed H1980 H8804 ; [maar] hij wandelde H842 daarin; en het bos H5975 H8804 bleef H1571 ook H8111 staan te Samaria.)

7 H3588 Want H3059 hij had Joahaz H3808 geen H5971 volk H7604 H8689 laten overblijven H3588 H518 dan H2572 vijftig H6571 ruiteren H6235 en tien H7393 wagenen H6235 , en tien H505 duizend H7273 voetvolks H3588 ; want H4428 de koning H758 van Syrie H6 H8765 had hen omgebracht H1758 H8800 , en had hen dorsende H7760 H8799 gemaakt H6083 als stof.

8 H3499 Het overige H1697 nu der geschiedenissen H3059 van Joahaz H3605 , en al H834 wat H6213 H8804 hij gedaan heeft H1369 , en zijn macht H1992 , zijn die H3808 niet H3789 H8803 geschreven H5921 in H5612 het boek H1697 H3117 der kronieken H4428 der koningen H3478 van Israel?

9 H3059 En Joahaz H7901 H8799 ontsliep H5973 met H1 zijn vaderen H6912 H8799 , en zij begroeven H8111 hem te Samaria H3101 ; en Joas H1121 , zijn zoon H4427 H8799 , regeerde H8478 in zijn plaats.

10 H7651 H8141 In het zeven H7970 en dertigste H8141 jaar H3101 van Joas H4428 , den koning H3063 van Juda H4427 H0 , werd H3060 Joas H1121 , de zoon H3059 van Joahaz H4427 H8804 , koning H5921 over H3478 Israel H8111 , te Samaria H8337 H6240 , [en] [regeerde] zestien H8141 jaren.

11 H6213 H8799 En hij deed H7451 dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H5493 H8804 ; hij week H3808 niet H4480 af van H3605 al H2403 de zonden H3379 van Jerobeam H1121 , den zoon H5028 van Nebat H834 , die H3478 Israel H2398 H8689 zondigen deed H1980 H8804 , [maar] hij wandelde daarin.

12 H3499 Het overige H1697 nu der geschiedenissen H3101 van Joas H3605 , en al H834 wat H6213 H8804 hij gedaan heeft H1369 , en zijn macht H834 , waarmede H3898 H8738 hij gestreden heeft H5973 tegen H558 Amazia H4428 , den koning H3063 van Juda H1992 , zijn die H3808 niet H3789 H8803 geschreven H5921 in H5612 het boek H1697 H3117 der kronieken H4428 der koningen H3478 van Israel?

13 H3101 En Joas H7901 H8799 ontsliep H5973 met H1 zijn vaderen H3379 , en Jerobeam H3427 H8804 zat H5921 op H3678 zijn troon H3101 . En Joas H6912 H8735 werd begraven H8111 te Samaria H5973 , bij H4428 de koningen H3478 van Israel.

14 H477 Elisa H2470 H8804 nu was krank geweest H2483 van zijn krankheid H834 , van dewelke H4191 H8799 hij stierf H3101 ; en Joas H4428 , de koning H3478 van Israel H413 , was tot H3381 H8799 hem afgekomen H1058 H8799 , en had geweend H5921 over H6440 zijn aangezicht H559 H8799 , en gezegd H1 : Mijn vader H1 , mijn vader H7393 , wagen H3478 Israels H6571 en zijn ruiteren!

15 H477 En Elisa H559 H8799 zeide H3947 H8798 tot hem: Neem H7198 een boog H2671 en pijlen H3947 H8799 . En hij nam H413 tot H7198 zich een boog H2671 en pijlen.

16 H559 H8799 En hij zeide H4428 tot den koning H3478 van Israel H7392 H8685 : Leg H3027 uw hand H5921 aan H7198 den boog H7392 H8686 , en hij leide H3027 zijn hand H477 [daaraan]; en Elisa H7760 H8799 leide H3027 zijn handen H5921 op H4428 des konings H3027 handen.

17 H559 H8799 En hij zeide H6605 H0 : Doe H2474 het venster H6605 H8798 open H6924 tegen het oosten H6605 H8799 . En hij deed het open H559 H8799 . Toen zeide H477 Elisa H3384 H8798 : Schiet H3384 H8686 . En hij schoot H559 H8799 . En hij zeide H2671 : Het is een pijl H8668 der verlossing H3068 des HEEREN H2671 , en een pijl H8668 der verlossing H758 tegen de Syriers H758 ; want gij zult de Syriers H5221 H8689 slaan H663 in Afek H5704 , tot H3615 H8763 verdoens toe.

18 H559 H8799 Daarna zeide hij H3947 H8798 : Neem H2671 de pijlen H3947 H8799 . En hij nam H559 H8799 ze. Toen zeide hij H4428 tot den koning H3478 van Israel H5221 H8685 : Sla H776 tegen de aarde H5221 H8686 . En hij sloeg H7969 H6471 driemaal H5975 H8799 ; daarna stond hij stil.

19 H376 Toen werd de man H430 Gods H7107 H8799 zeer toornig H5921 op H559 H8799 hem, en zeide H2568 : Gij zoudt vijf H8337 H6471 [maal] of zesmaal H5221 H8687 geslagen hebben H227 ; dan H758 zoudt gij de Syriers H5704 tot H3615 H8763 verdoens H5221 H8689 toe geslagen hebben H6258 ; doch nu H758 zult gij de Syriers H7969 H6471 driemaal H5221 H8686 slaan.

20 H4191 H8799 Daarna stierf H477 Elisa H6912 H8799 , en zij begroeven H1416 hem. De benden H4124 nu der Moabieten H935 H8799 kwamen H776 in het land H935 H8802 met het ingaan H8141 des jaars.

21 H1961 H8799 En het geschiedde H1992 , als zij H376 een man H6912 H8802 begroeven H2009 , dat zij, ziet H1416 , een bende H7200 H8804 zagen H7993 H8686 ; zo wierpen zij H376 den man H6913 in het graf H477 van Elisa H376 ; en toen de man H3212 H8799 daarin kwam H6106 , en het gebeente H477 van Elisa H5060 H8799 aanroerde H2421 H8799 , werd hij levend H6965 H8799 , en rees H5921 op H7272 zijn voeten.

22 H2371 Hazael H4428 nu, de koning H758 van Syrie H3905 H8804 , verdrukte H3478 Israel H3605 , al H3117 de dagen H3059 van Joahaz.

23 H3068 Doch de HEERE H854 was hun H2603 H8799 genadig H7355 H8762 , en ontfermde Zich H6437 H8799 hunner, en wendde Zich H413 tot H4616 hen, om H1285 Zijns verbonds H85 wil met Abraham H3327 , Izak H3290 en Jakob H14 H8804 ; en Hij wilde H3808 hen niet H7843 H8687 verderven H3808 , en heeft hen niet H7993 H8689 verworpen H4480 H5921 van H6440 Zijn aangezicht H5704 , tot H6258 nu toe.

24 H2371 En Hazael H4428 , de koning H758 van Syrie H4191 H8799 , stierf H1121 , en zijn zoon H1130 Benhadad H4427 H8799 werd koning H8478 in zijn plaats.

25 H3060 Joas H1121 nu, de zoon H3059 van Joahaz H3947 H8799 , nam H5892 de steden H7725 H8799 weder H4480 in, uit H3027 de hand H1130 van Benhadad H1121 , den zoon H2371 van Hazael H834 , die H4480 hij uit H3027 de hand H3059 van Joahaz H1 , zijn vader H4421 , met krijg H3947 H8804 genomen had H3101 ; Joas H5221 H8689 sloeg H7969 H6471 hem driemaal H7725 H0 , en bracht H5892 de steden H3478 aan Israel H7725 H8686 weder.