2 Chronicles 32:13-17

DSV_Strongs(i)
  13 H3045 H8799 Weet gij H3808 niet H4100 , wat H589 ik H6213 H8804 gedaan heb H1 , en mijn vaderen H3605 aan alle H5971 volken H776 der landen H430 ? Hebben de goden H1471 van de natien H776 dier landen H776 hun land H3201 H8800 enigszins H3201 H8804 kunnen H5337 H8687 redden H4480 uit H3027 mijn hand?
  14 H4310 Wie H3605 is er onder alle H430 goden H428 derzelver H1471 natien H834 , dewelke H1 mijn vaders H2763 H8689 verbannen hebben H834 , die H5971 zijn volk H3201 H8804 heeft kunnen H5337 H8687 redden H4480 uit H3027 mijn hand H3588 , dat H430 uw God H853 u H4480 uit H3027 mijn hand H3201 H8799 zou kunnen H5337 H8687 redden?
  15 H6258 Nu dan H2396 , dat Jehizkia H853 ulieden H408 niet H5377 H8686 bedriege H853 , en dat hij u H2063 op zulk een wijze H408 niet H5496 H8686 opruie H539 H8686 , en gelooft H408 hem niet H3588 ; want H3808 H3605 geen H433 god H3605 van enige H1471 natie H4467 en koninkrijk H5971 heeft zijn volk H4480 uit H3027 mijn hand H1 en mijner vaderen H3027 hand H3201 H8799 kunnen H5337 H8687 redden H637 H3588 ; hoeveel H3808 te min H430 zal uw God H853 u H4480 uit H3027 mijn hand H5337 H8686 kunnen redden?
  16 H1696 H8765 Daartoe spraken H5650 zijn knechten H5750 nog meer H5921 tegen H430 God H3068 , den HEERE H5921 , en tegen H5650 Zijn knecht H3169 Jehizkia.
  17 H3789 H8804 Ook schreef hij H5612 brieven H3068 , om den HEERE H430 den God H3478 Israels H2778 H8763 , te honen H5921 en om tegen H559 H8800 Hem te spreken H559 H8800 , zeggende H430 : Gelijk de goden H1471 van de natien H776 der landen H834 , die H5971 hun volk H3027 uit mijn hand H3808 niet H5337 H8689 gered hebben H3651 , alzo H430 zal de God H3169 van Jehizkia H5971 Zijn volk H4480 uit H3027 mijn hand H3808 niet H5337 H8686 redden.