DSV_Strongs(i)
9
H8033
Aldaar
H1961 H8804
nu was
H5030
een profeet
H3068
des HEEREN
H8034
, wiens naam
H5752
was Oded
H3318 H8799
; die ging uit
H6635
, het heir
H6440
tegen
H8111
, dat naar Samaria
H935 H8802
kwam
H559 H8799
, en zeide
H2009
tot hen: Ziet
H2534
, door de grimmigheid
H3068
des HEEREN
H430
, des Gods
H1
uwer vaderen
H5921
, over
H3063
Juda
H3027
, heeft Hij hen in uw hand
H5414 H8804
gegeven
H2026 H8799
, en gij hebt hen doodgeslagen
H2197
in toornigheid
H5704
, [die] tot aan
H8064
den hemel
H5060 H8689
raakt.
10
H559 H8802
Daartoe denkt
H859
gij
H6258
nu
H1121
de kinderen
H3063
van Juda
H3389
en Jeruzalem
H5650
u tot slaven
H8198
en slavinnen
H3533 H8800
te onderwerpen
H859
; zijt gij
H3808
het niet
H7535
alleenlijk
H5973
? Bij
H819
ulieden zijn schulden
H3068
tegen den HEERE
H430
, uw God.
11
H6258
Nu dan
H8085 H8798
, hoort
H7725 H0
mij, en brengt
H7633
de gevangenen
H7725 H8685
weder
H834
, die
H4480
gij van
H251
uw broederen
H7617 H8804
gevankelijk weggevoerd hebt
H3588
; want
H2740
de hitte
H3068
van des HEEREN
H639
toorn
H5921
is over u.
12
H6965 H0
Toen maakten zich
H582
mannen
H6965 H8799
op
H4480
van
H7218
de hoofden
H1121
der kinderen
H669
van Efraim
H5838
, Azaria
H1121
, de zoon
H3076
van Johanan
H1296
, Berechja
H1121
, de zoon
H4919
van Mesillemoth
H3169
en Jehizkia
H1121
, de zoon
H7967
van Sallum
H6021
, en Amasa
H1121
, de zoon
H2311
van Hadlai
H5921
, tegen
H4480
degenen, die uit
H6635
het heir
H935 H8802
kwamen.
13
H559 H8799
En zij zeiden
H7633
tot hen: Gij zult deze gevangenen
H2008
hier
H3808
niet
H935 H8686
inbrengen
H3588
,
H819
tot een schuld
H5921
over
H3068
ons tegen den HEERE
H559 H8802
; denkt
H859
gijlieden
H3254 H8687
toe te doen
H5921
tot
H2403
onze zonden
H5921
en tot
H819
onze schulden
H3588
, hoewel
H7227
wij vele
H819
schulden
H2740
hebben, en de hitte
H639
des toorns
H5921
over
H3478
Israel is?
14
H5800 H8799
Toen lieten
H2502 H8803
de toegerusten
H7633
de gevangenen
H961
en den roof
H6440
voor het aangezicht
H8269
der oversten
H3695
en der ganse
H6951
gemeente.
15
H582
De mannen
H834
nu, die
H8034
met namen
H5344 H8738
uitgedrukt zijn
H6965 H8799
, maakten zich op
H2388 H8686
, en grepen
H7633
de gevangenen
H3847 H8689
, en kleedden
H4480
van
H7998
den roof
H3605
al
H4636
hun naakten
H3847 H8686
; en zij kleedden
H5274 H8686
hen, en schoeiden
H398 H8686
hen, en spijsden
H8248 H8686
hen, en drenkten
H5480 H8799
hen, en zalfden
H5095 H8762
hen, en voerden
H2543
ze op ezelen
H3605
, allen
H3782 H8802
die zwak waren
H935 H8686
, en brachten
H3405
hen te Jericho
H5892 H8558 H8677 H5899
, de Palmstad
H681
, bij
H251
hun broederen
H7725 H8799
; daarna keerden zij weder
H8111
naar Samaria.