1 Samuel 25:39-42

DSV_Strongs(i)
  39 H1732 Toen David H8085 H8799 hoorde H3588 , dat H5037 Nabal H4191 H8804 dood was H559 H8799 , zo zeide hij H1288 H8803 : Gezegend H3068 zij de HEERE H834 , Die H7379 den twist H2781 mijner smaadheid H7378 H8804 getwist heeft H4480 van H3027 de hand H5037 van Nabal H5650 , en heeft zijn knecht H2820 H8804 onthouden H7451 van het kwade H3068 , en [dat] de HEERE H7451 het kwaad H5037 van Nabal H7218 op zijn hoofd H7725 H8689 heeft doen wederkeren H1732 ! En David H7971 H8799 zond heen H26 , en liet met Abigail H1696 H8762 spreken H802 , dat hij ze zich ter vrouwe H3947 H8800 nam.
  40 H5650 Als nu de knechten H1732 van David H413 tot H26 Abigail H935 H8799 gekomen waren H3760 te Karmel H1696 H8762 , zo spraken zij H413 tot H559 H8800 haar, zeggende H1732 : David H413 heeft ons tot H7971 H8804 u gezonden H802 , dat hij zich u ter vrouwe H3947 H8800 neme.
  41 H6965 H8799 Toen stond zij op H7812 H8691 , en neigde zich H639 met het aangezicht H776 ter aarde H559 H8799 , en zij zeide H2009 : Ziet H519 , uw dienstmaagd H8198 zij tot een dienares H7272 , om de voeten H5650 der knechten H113 mijns heren H7364 H8800 te wassen.
  42 H26 Abigail H4116 H8762 nu haastte H6965 H8799 , en maakte zich op H7392 H8799 , en zij reed H5921 op H2543 een ezel H2568 , met haar vijf H5291 jonge maagden H7272 , die haar voetstappen H1980 H8802 nawandelden H3212 H8799 ; zij dan volgde H4397 de boden H1732 van David H310 na H1961 H8799 , en zij werd H802 hem ter huisvrouw.