1 Samuel 1:26-28

DSV_Strongs(i)
  26 H559 H8799 En zij zeide H994 : Och H113 , mijn heer H5315 ! [zo] [waarachtig] [als] uw ziel H2416 leeft H113 , mijn heer H589 ! Ik H802 ben die vrouw H2088 , die hier H5973 bij H5324 H8737 u stond H413 , om H3068 den HEERE H6419 H8692 te bidden.
  27 H6419 H8694 Ik bad H413 om H2088 dit H5288 kind H3068 , en de HEERE H7596 heeft mij mijn bede H5414 H8799 gegeven H834 , die H4480 H5973 ik van H7592 H8804 Hem gebeden heb.
  28 H595 Daarom heb ik H1571 hem ook H3068 den HEERE H7592 H8689 overgegeven H3605 al H3117 de dagen H834 , die H1931 hij H1961 H8804 wezen zal H3068 ; hij is van den HEERE H7592 H8803 gebeden H7812 H0 . En hij bad H8033 aldaar H3068 den HEERE H7812 H8691 aan.