DSV_Strongs(i)
30
H3588
H637 H3808
Hoe veel meer
H3863
, indien
H5971
het volk
H3117
heden
H398 H8800
had mogen vrijelijk
H398 H8804
eten
H4480
van
H7998
den buit
H341 H8802
zijner vijanden
H834
, dien
H4672 H8804
het gevonden heeft
H3588
! Maar
H6258
nu
H4347
is die slag
H3808
niet
H7235 H8804
groot geweest
H6430
over de Filistijnen.
31
H5221 H8686
Doch zij sloegen
H1931
te dien
H3117
dage
H6430
de Filistijnen
H4480
van
H4363
Michmas
H357
tot Ajalon
H5971
; en het volk
H3966
was zeer
H5774 H8799
moede.
32
H5860 H8799 H6213 H8799
Toen maakte zich
H5971
het volk
H413
aan
H7998
den buit
H3947 H8799
, en zij namen
H6629
schapen
H1241
, en runderen
H1121
, en kalveren
H7819 H8799
, en zij slachtten
H776
ze tegen de aarde
H5971
; en het volk
H398 H8799
at
H5921
ze met
H1818
het bloed.
33
H5046 H8686
En men boodschapte
H7586
het Saul
H559 H8800
, zeggende
H2009
: Zie
H5971
, het volk
H2398 H8802
verzondigt zich
H3068
aan den HEERE
H398 H8800
, etende
H5921
met
H1818
het bloed
H559 H8799
. En hij zeide
H898 H8804
: Gij hebt trouwelooslijk gehandeld
H1556 H8798
; wentelt
H3117
heden
H1419
een groten
H68
steen
H413
tot mij.
34
H559 H8799
Verder sprak
H7586
Saul
H6327 H8798
: Verstrooit u
H5971
onder het volk
H559 H8804
, en zegt
H5066 H8685
tot hen: Brengt
H413
tot
H376
mij een iegelijk
H7794
zijn os
H376
, en een iegelijk
H7716
zijn schaap
H7819 H8804
, en slacht
H2088
het hier
H398 H8804
, en eet
H2398 H8799
, en bezondigt u
H3808
niet
H3068
aan den HEERE
H398 H8800
, die etende
H413
met
H1818
het bloed
H5066 H8686
. Toen bracht
H3605
al
H5971
het volk
H376
een iegelijk
H7794
zijn os
H3027
met zijn hand
H3915
, des nachts
H7819 H8799
, en slachtte
H8033
ze aldaar.
35
H1129 H8799
Toen bouwde
H7586
Saul
H3068
den HEERE
H4196
een altaar
H853
; dit
H2490 H8689
was het eerste
H4196
altaar
H3068
, dat hij den HEERE
H1129 H8800
bouwde.
36
H559 H8799
Daarna zeide
H7586
Saul
H3381 H8799
: Laat ons aftrekken
H6430
de Filistijnen
H310
na
H3915
, bij nacht
H962 H8799
, en laat ons dezelve beroven
H5704
, totdat
H1242
het morgen
H216
licht
H3808
worde, en laat ons niet
H376
een man
H7604 H8686
onder hen overig laten
H559 H8799
. Zij nu zeiden
H6213 H8798
: Doe
H3605
al
H2896
wat goed
H5869
is in uw ogen
H3548
; maar de priester
H559 H8799
zeide
H1988
: Laat ons herwaarts
H413
tot
H430
God
H7126 H8799
naderen.
37
H7592 H8799
Toen vraagde
H7586
Saul
H430
God
H3381 H8799
: Zal ik aftrekken
H6430
de Filistijnen
H310
na
H3027
? Zult Gij ze in de hand
H3478
van Israel
H5414 H8799
overgeven
H6030 H8804
? Doch Hij antwoordde
H3808
hem niet
H1931
te dien
H3117
dage.
38
H559 H8799
Toen zeide
H7586
Saul
H5066 H8798
: Komt
H1988
herwaarts
H3605
[uit] alle
H6438
hoeken
H5971
des volks
H3045 H8798
, en verneemt
H7200 H8798
, en ziet
H4100
, waarin
H2063
deze
H2403
zonde
H3117
heden
H1961 H8804
geschied zij.
39
H3588
Want
H3068
[zo] [waarachtig] [als] de HEERE
H2416
leeft
H3478
, Die Israel
H3467 H8688
verlost
H3588 H518
, al
H3426
ware het
H1121
in mijn zoon
H3129
Jonathan
H3588
,
H4191 H8800
zo zal hij den dood
H4191 H8799
sterven
H369
; en niemand
H4480
uit
H3605
het ganse
H5971
volk
H6030 H8802
antwoordde hem.
40
H559 H8799
Verder zeide hij
H413
tot
H3605
het ganse
H3478
Israel
H859
: Gijlieden
H259
zult aan de ene
H5676
zijde
H1961 H8799
zijn
H589
, en ik
H1121
en mijn zoon
H3129
Jonathan
H259
zullen aan de andere
H5676
zijde
H1961 H8799
zijn
H559 H8799
. Toen zeide
H5971
het volk
H413
tot
H7586
Saul
H6213 H8798
: Doe
H2896
, wat goed
H5869
is in uw ogen.
41
H7586
Saul
H559 H8799
nu sprak
H413
tot
H3068
den HEERE
H430
, den God
H3478
Israels
H3051 H8798
: Toon
H8549
den onschuldige
H3129
. Toen werd Jonathan
H7586
en Saul
H3920 H8735
geraakt
H5971
, en het volk
H3318 H8804
ging [vrij] uit.
42
H559 H8799
Toen zeide
H7586
Saul
H5307 H8685
: Werpt
H996
[het] [lot] tussen
H996
mij en tussen
H1121
mijn zoon
H3129
Jonathan
H3129
. Toen werd Jonathan
H3920 H8735
geraakt.
43
H7586
Saul
H559 H8799
dan zeide
H413
tot
H3129
Jonathan
H5046 H8685
: Geef mij te kennen
H4100
, wat
H6213 H8804
gij gedaan hebt
H5046 H0
. Toen gaf
H3129
het Jonathan
H5046 H8686
hem te kennen
H559 H8799
, en zeide
H2938 H8800
: Ik heb maar
H4592
een weinig
H1706
honigs
H2938 H8804
geproefd
H7097
, met het uiterste
H4294
des stafs
H834
, dien
H3027
ik in mijn hand
H2009
had; zie
H4191 H8799
[hier] ben ik, moet ik sterven?
44
H559 H8799
Toen zeide
H7586
Saul
H3541
: Zo
H6213 H8799
doe
H430
[mij] God
H3541
, en zo
H3254 H8686
doe Hij daartoe
H3588
,
H3129
Jonathan
H4191 H8800
! gij moet den dood
H4191 H8799
sterven.
45
H5971
Maar het volk
H559 H8799
zeide
H413
tot
H7586
Saul
H3129
: Zou Jonathan
H4191 H8799
sterven
H834
, die
H2063
deze
H1419
grote
H3444
verlossing
H3478
in Israel
H6213 H8804
gedaan heeft
H2486
? Dat zij verre
H3068
! [zo] [waarachtig] [als] de HEERE
H2416
leeft
H518
, als
H4480
er een
H8185
haar
H7218
van zijn hoofd
H776
op de aarde
H5307 H8799
vallen zal
H3588
; want
H3117 H2088
hij heeft [dit] heden
H5973
met
H430
God
H6213 H8804
gedaan
H6299 H8799
. Alzo verloste
H5971
het volk
H3129
Jonathan
H3808
, dat hij niet
H4191 H8804
stierf.
46
H7586
Saul
H5927 H8799
nu toog op
H4480
van
H310
achter
H6430
de Filistijnen
H6430
, en de Filistijnen
H1980 H8804
trokken
H4725
aan hun plaats.
47
H3920 H8804
Toen nam
H7586
Saul
H4410
het koninkrijk
H5921
over
H3478
Israel
H3898 H8735
in; en hij streed
H5439
rondom
H3605
tegen al
H341 H8802
zijn vijanden
H4124
, tegen Moab
H1121
, en tegen de kinderen
H5983
Ammons
H123
, en tegen Edom
H4428
, en tegen de koningen
H6678
van Zoba
H6430
, en tegen de Filistijnen
H3605
; en overal
H834
, waar
H6437 H8799
hij zich wendde
H7561 H8686
, oefende hij straf.
48
H6213 H8799
En hij handelde
H2428
dapper
H5221 H8686
, en hij sloeg
H6002
de Amalekieten
H5337 H8686
, en hij redde
H3478
Israel
H4480
uit
H3027
de hand
H8154 H8802
desgenen, die hem beroofde.
49
H1121
De zonen
H7586
van Saul
H1961 H8799
nu waren
H3129
: Jonathan
H3440
, en Isvi
H4444
, en Malchi-sua
H8034
; en de namen
H8147
zijner twee
H1323
dochteren
H8034
waren [deze]: de naam
H1067
der eerstgeborene
H4764
was Merab
H8034
, en de naam
H6996
der kleinste
H4324
Michal.
50
H8034
En de naam
H7586
van Sauls
H802
huisvrouw
H293
was Ahinoam
H1323
, een dochter
H290
van Ahimaaz
H8034
; en de naam
H8269 H6635
van zijn krijgsoverste
H74
was Abi-ner
H1121
, een zoon
H5369
van Ner
H7586
, Sauls
H1730
oom.