DSV_Strongs(i)
1
H452
En Elia
H8664
, de Thisbiet
H8453
, van de inwoneren
H1568
van Gilead
H559 H8799
, zeide
H413
tot
H256
Achab
H3068
: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE
H430
, de God
H3478
Israels
H2416
, leeft
H834
, voor Wiens
H6440
aangezicht
H5975 H8804
ik sta
H518
, indien
H428
deze
H8141
jaren
H2919
dauw
H4306
of regen
H1961 H8799
zijn zal
H3588 H518
, tenzij dan
H6310
naar
H1697
mijn woord!
3
H3212 H8798
Ga weg
H4480
van
H2088
hier
H6437 H8804
, en wend u
H6924
naar het oosten
H5641 H8738
, en verberg u
H5158
aan de beek
H3747
Krith
H834
, die
H5921
voor
H6440
aan
H3383
de Jordaan is.
4
H1961 H8804
En het zal geschieden
H4480
, dat gij uit
H5158
de beek
H8354 H8799
drinken zult
H6158
; en Ik heb de raven
H6680 H8765
geboden
H8033
, dat zij u daar
H3557 H8771
onderhouden zullen.
5
H3212 H8799
Hij ging dan heen
H6213 H8799
, en deed
H1697
naar het woord
H3068
des HEEREN
H3212 H8799
; want hij ging
H3427 H8799
en woonde
H5158
bij de beek
H3747
Krith
H834
, die
H5921
voor
H6440
aan
H3383
de Jordaan is.
6
H6158
En de raven
H935 H8688
brachten
H1242
hem des morgens
H3899
brood
H1320
en vlees
H3899
, desgelijks brood
H1320
en vlees
H6153
des avonds
H8354 H8799
; en hij dronk
H4480
uit
H5158
de beek.
7
H1961 H8799
En het geschiedde
H4480
ten
H7093
einde
H3117
van [vele] dagen
H5158
, dat de beek
H3001 H8799
uitdroogde
H3588
; want
H3808
geen
H1653
regen
H776
was in het land
H1961 H8804
geweest.
9
H6965 H8798
Maak u op
H3212 H8798
, ga heen
H6886
naar Zarfath
H834
, dat
H6721
bij Sidon
H3427 H8804
is, en woon
H8033
aldaar
H2009
; zie
H8033
, Ik heb daar
H490 H802
een weduwvrouw
H6680 H8765
geboden
H3557 H8771
, dat zij u onderhoude.
10
H6965 H8799
Toen maakte hij zich op
H3212 H8799
, en ging
H6886
naar Zarfath
H413
. Als hij nu aan
H6607
de poort
H5892
der stad
H935 H8799
kwam
H2009
, ziet
H8033
, zo was daar
H490 H802
een weduwvrouw
H6086
, hout
H7197 H8781
lezende
H7121 H8799
; en hij riep
H413
tot
H559 H8799
haar, en zeide
H3947 H8798
: Haal
H4994
mij toch
H4592
een weinig
H4325
waters
H3627
in dit vat
H8354 H8799
, dat ik drinke.
11
H3212 H8799
Toen zij nu heenging
H3947 H8800
om te halen
H7121 H8799
, zo riep hij
H559 H8799
tot haar, en zeide
H3947 H8798
: Haal
H6595
mij toch [ook] een bete
H3899
broods
H3027
in uw hand.
12
H559 H8799
Maar zij zeide
H3068
: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE
H430
, uw God
H2416
, leeft
H518
, indien
H4580
ik een koek
H3426
heb
H3588 H518
, dan alleen
H3709
een hand
H4393
vol
H7058
meels
H3537
in de kruik
H4592
, en een weinig
H8081
olie
H6835
in de fles
H2009
! En zie
H8147
ik heb een paar
H6086
houten
H7197 H8781
gelezen
H935 H8804
, en ik ga heen
H1121
, en zal het voor mij en voor mijn zoon
H6213 H8804
bereiden
H398 H8804
, dat wij het eten
H4191 H8804
, en sterven.
13
H452
En Elia
H559 H8799
zeide
H413
tot
H3372 H8799
haar: Vrees
H408
niet
H935 H8798
, ga heen
H6213 H8798
, doe
H1697
naar uw woord
H389
; maar
H6213 H8798
maak
H7223
mij vooreerst
H6996
een kleinen
H5692
koek
H4480 H8033
daarvan
H3318 H0
, en breng
H3318 H8689
mij dien hier uit
H1121
; doch voor u en uw zoon
H314
zult gij daarna
H6213 H8799
[wat] maken.
14
H3588
Want
H3541
zo
H559 H8804
zegt
H3068
de HEERE
H430
, de God
H3478
Israels
H7058
: Het meel
H3537
van de kruik
H3808
zal niet
H3615 H8799
verteerd worden
H8081
, en de olie
H6835
der fles
H3808
zal niet
H2637 H8799
ontbreken
H5704
, tot op
H3117
den dag
H3068
, dat de HEERE
H1653
regen
H5921
op
H6440 H127
den aardbodem
H5414 H8800
geven zal.