1 Chronicles 26:26-28

DSV_Strongs(i)
  26 H1931 Deze H8013 Selomith H251 en zijn broeders H5921 waren over H3605 al H214 de schatten H6944 der heilige dingen H834 , die H4428 de koning H1732 David H6942 H8689 geheiligd had H7218 , mitsgaders de hoofden H1 der vaderen H8269 , de oversten H505 over duizenden H3967 en honderden H8269 , en de oversten H6635 des heirs;
  27 H4480 Van H4421 de krijgen H4480 en van H7998 den buit H6942 H8689 hadden zij het geheiligd H1004 , om het huis H3068 des HEEREN H2388 H8763 te onderhouden.
  28 H3605 Ook alles H8050 , wat Samuel H7200 H8802 , de ziener H6942 H8689 , geheiligd had H7586 , en Saul H1121 , de zoon H7027 van Kis H74 , en Abner H1121 , de zoon H5369 van Ner H3097 , en Joab H1121 , de zoon H6870 van Zeruja H3605 ; al H6942 H8688 wat [iemand] geheiligd had H5921 , was onder H3027 de hand H8019 van Selomith H251 en zijn broederen.