Psalms 55:3-11

DSV(i) 3 Merk op mij, en verhoor mij; ik bedrijf misbaar in mijn klacht, en maak getier; 4 Om den roep des vijands, vanwege de beangstiging des goddelozen; want zij schuiven ongerechtigheid op mij, en in toorn haten zij mij. 5 Mijn hart smart in het binnenste van mij, en verschrikkingen des doods zijn op mij gevallen. 6 Vrees en beving komt mij aan, en gruwen overdekt mij; 7 Zodat ik zeg: Och, dat mij iemand vleugelen, als ener duive, gave! ik zou henenvliegen, waar ik blijven mocht. 8 Ziet, ik zou ver wegzwerven, ik zou vernachten in de woestijn. Sela. 9 Ik zou haasten, dat ik ontkwame, van den drijvenden wind, van den storm. 10 Verslind hen, HEERE! deel hun tong; want ik zie wrevel en twist in de stad. 11 Dag en nacht omringen zij haar op haar muren; en ongerechtigheid en overlast is binnen in haar.