Psalms 45:9-17

DSV(i) 9 Al Uw klederen zijn mirre, en aloë, en kassie; uit de elpenbenen paleizen, van waar zij U verblijden. 10 Dochters van koningen zijn onder Uw kostelijke staatsdochteren; de Koningin staat aan Uw rechterhand, in het fijnste goud van Ofir. 11 Hoor, o Dochter! en zie, en neig uw oor; en vergeet uw volk en uws vaders huis. 12 Zo zal de Koning lust hebben aan uw schoonheid; dewijl Hij uw Heere is, zo buig u voor Hem neder. 13 En de dochter van Tyrus, de rijken onder het volk, zullen uw aangezicht met geschenk smeken. 14 Des Konings Dochter is geheel verheerlijkt inwendig; haar kleding is van gouden borduursel. 15 In gestikte klederen zal zij tot den Koning geleid worden; de jonge dochteren, die achter haar zijn, haar medegezellinnen, zullen tot u gebracht worden. 16 Zij zullen geleid worden met alle blijdschap en verheuging; zij zullen ingaan in des Konings paleis. 17 In plaats van Uw vaderen zullen Uw zonen zijn; Gij zult hen tot vorsten zetten over de ganse aarde. Ik zal Uws Naams doen gedenken van elk geslacht tot geslacht; daarom zullen U de volken loven eeuwiglijk en altoos.