DSV(i)
1 Looft den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
2 Dat zulks de bevrijden des HEEREN zeggen, die Hij van de hand der wederpartijders bevrijd heeft.
3 En Hij die uit de landen verzameld heeft, van het oosten en van het westen, van het noorden en van de zee.