DSV
(i)
46 De dienaars antwoordden: Nooit heeft een mens alzo gesproken, gelijk deze Mens.
47 De Farizeën dan antwoordden hun: Zijt ook gijlieden verleid?
48 Heeft iemand uit de oversten in Hem geloofd, of uit de Farizeën?
49 Maar deze schare, die de wet niet weet, is vervloekt.