Job 27:4-6

DSV(i) 4 Indien mijn lippen onrecht zullen spreken, en indien mijn tong bedrog zal uitspreken! 5 Het zij verre van mij, dat ik ulieden rechtvaardigen zou; totdat ik den geest zal gegeven hebben, zal ik mijn oprechtigheid van mij niet wegdoen. 6 Aan mijn gerechtigheid zal ik vasthouden, en zal ze niet laten varen; mijn hart zal die niet versmaden van mijn dagen.