DSV(i)
10 De woeste stad is verbroken, al de huizen staan gesloten, dat er niemand inkomen kan.
11 Er is een klagelijk geroep op de straten, om des wijns wil; alle blijdschap is verduisterd, de vreugde des lands is heengevaren.
12 Verwoesting is in de stad overgebleven, en met gekraak wordt de poort in stukken verbroken.