1 Corinthians 6:5-7

DSV(i) 5 Ik zeg u dit tot schaamte. Is er dan alzo onder u geen, die wijs is, ook niet een, die zou kunnen oordelen tussen zijn broeders? 6 Maar de ene broeder gaat met den anderen broeder te recht, en dat voor ongelovigen. 7 Zo is er dan nu ganselijk gebrek onder u, dat gij met elkander rechtzaken hebt. Waarom lijdt gij niet liever ongelijk? Waarom lijdt gij niet liever schade?