Bible verses about "proverbs" | DSV_Strongs
Proverbs 12:15
Proverbs 3:5
Proverbs 24:1-34
1
H7065 H8762
Zijt niet nijdig
H7451
over de boze
H582
lieden
H183 H8691
, en laat u niet gelusten, om bij hen te zijn.
2
H3820
Want hun hart
H1897 H8799
bedenkt
H7701
verwoesting
H8193
, en hun lippen
H1696 H8762
spreken
H5999
moeite.
3
H2451
Door wijsheid
H1004
wordt een huis
H1129 H8735
gebouwd
H8394
, en door verstandigheid
H3559 H8709
bevestigd;
4
H1847
En door wetenschap
H2315
worden de binnenkameren
H4390 H8735
vervuld
H3368
met alle kostelijk
H5273
en liefelijk
H1952
goed.
5
H2450
Een wijs
H1397
man
H5797
is sterk
H376
; en een man
H1847
van wetenschap
H553 H0
maakt
H3581
de kracht
H553 H8764
vast.
6
H8458
Want door wijze raadslagen
H4421
zult gij voor u den krijg
H6213 H8799
voeren
H7230
, en in de veelheid
H3289 H8802
der raadgevers
H8668
is de overwinning.
7
H2454
Alle wijsheid
H191
is voor den dwaze
H7311 H8802
te hoog
H8179
; hij zal in de poort
H6310
zijn mond
H6605 H8799
niet opendoen.
8
H2803 H8764
Die denkt
H7489 H8687
om kwaad te doen
H1167
, dien zal men een meester
H4209
van schandelijke verdichtselen
H7121 H8799
noemen.
9
H2154
De gedachte
H200
der dwaasheid
H2403
is zonde
H3887 H8801
; en een spotter
H120
is den mens
H8441
een gruwel.
10
H7503 H8694
Vertoont gij u slap
H3117
ten dage
H6869
der benauwdheid
H3581
, uw kracht
H6862
is nauw.
11
H5337 H8685
Red
H4194
degenen, die ter dood
H3947 H8803
gegrepen zijn
H4131 H8801
; want zij wankelen
H2027
ter doding
H2820 H8799
, zo gij u onthoudt.
12
H559 H8799
Wanneer gij zegt
H3045 H8804
: Ziet, wij weten
H3826
dat niet; zal Hij, Die de harten
H8505 H8802
weegt
H995 H8799
, [dat] niet merken
H5315
? En Die uwe ziel
H5341 H8802
gadeslaat
H3045 H8799
, zal Hij het niet weten
H120
? Want Hij zal den mens
H7725 H8689
vergelden
H6467
naar zijn werk.
13
H398 H8798
Eet
H1706
honig
H1121
, mijn zoon
H2896
! want hij is goed
H5317
, en honigzeem
H4966
is zoet
H2441
voor uw gehemelte.
14
H3045 H8798
Zodanig is de kennis
H2451
der wijsheid
H5315
voor uw ziel
H4672 H8804
; als gij ze vindt
H3426 H0
, zo zal er
H319
beloning
H3426
wezen
H8615
, en uw verwachting
H3772 H8735
zal niet afgesneden worden.
15
H693 H8799
Loer
H7563
niet, o goddeloze
H5116
! op de woning
H6662
des rechtvaardigen
H7703 H8762
; verwoest
H7258
zijn legerplaats niet.
16
H6662
Want de rechtvaardige
H7651
zal zevenmaal
H5307 H8799
vallen
H6965 H8804
, en opstaan
H7563
; maar de goddelozen
H7451
zullen in het kwaad
H3782 H8735
nederstruikelen.
17
H8055 H8799
Verblijd u
H341 H8802
niet, als uw vijand
H5307 H8800
valt
H3782 H8736
; en als hij nederstruikelt
H3820
, laat uw hart
H1523 H8799
zich niet verheugen;
18
H3068
Opdat het de HEERE
H7200 H8799
niet zie
H7489 H8804
, en het kwaad zij
H5869
in Zijn ogen
H639
en Hij Zijn toorn
H7725 H8689
van hem afkere.
19
H2734 H8691
Ontsteek u
H7489 H8688
niet over de boosdoeners
H7065 H8762
; zijt niet nijdig
H7563
over de goddelozen.
20
H7451
Want de kwade
H319
zal geen beloning
H5216
hebben, de lamp
H7563
der goddelozen
H1846 H8799
zal uitgeblust worden.
21
H1121
Mijn zoon
H3372 H8798
! vrees
H3068
den HEERE
H4428
en den koning
H6148 H8691
; vermeng u
H8138 H8802
niet met hen, die naar verandering staan;
22
H343
Want hun verderf
H6597
zal haastelijk
H6965 H8799
ontstaan
H3045 H8802
; en wie weet
H8147
hun beider
H6365
ondergang?
23
H2450
Deze [spreuken] zijn ook van de wijzen
H6440
. Het aangezicht
H4941
in het gericht
H5234 H8687
te kennen
H2896
, is niet goed.
24
H7563
Die tot den goddeloze
H559 H8802
zegt
H6662
: Gij zijt rechtvaardig
H5971
; dien zullen de volken
H5344 H8799
vervloeken
H3816
, de natien
H2194 H8799
zullen hem gram zijn.
25
H3198 H8688
Maar voor degenen, die [hem] bestraffen
H5276 H8799
, zal liefelijkheid zijn
H1293
; en de zegen
H2896
des goeds
H935 H8799
zal op hen komen.
26
H8193
Men zal de lippen
H5401 H8799
kussen
H5228
desgenen, die rechte
H1697
woorden
H7725 H8688
antwoordt.
27
H3559 H8685
Beschik
H4399
uw werk
H2351
daarbuiten
H6257 H8761
, en bereid
H7704
het voor u op den akker
H1129 H8804
, en bouw
H310
daarna
H1004
uw huis.
28
H2600
Wees niet zonder oorzaak
H5707
getuige
H7453
tegen uw naaste
H6601 H8765
; want zoudt gij verleiden
H8193
met uw lip?
29
H559 H8799
Zeg
H6213 H8804
niet: Gelijk als hij mij gedaan heeft
H6213 H8799
, zo zal ik hem doen
H376
; ik zal een ieder
H7725 H8686
vergelden
H6467
naar zijn werk.
30
H5674 H8804
Ik ging
H7704
voorbij den akker
H376 H6102
eens luiaards
H3754
, en voorbij den wijngaard
H2638 H3820
van een verstandeloos
H120
mens;
31
H5927 H8804
En ziet, hij was gans opgeschoten
H7063
van distelen
H6440
; zijn gedaante
H2738
was [met] netelen
H3680 H8795
bedekt
H68
, en zijn stenen
H1444
scheidsmuur
H2040 H8738
was afgebroken.
32
H2372 H8799
Als ik dat aanschouwde
H7896 H8799
, nam ik
H3820
het ter harte
H7200 H8804
; ik zag
H3947 H0
het, [en] nam
H4148
onderwijzing
H3947 H8804
aan;
Proverbs 23:9
Proverbs 31:1-31
1
H1697
De woorden
H4428
van den koning
H3927
Lemuel
H4853
; de last
H517
, maarmede zijn moeder
H3256 H8765
hem onderwees.
2
H1248
Wat, o mijn zoon
H1248
, en wat, o zoon
H990
mijns buiks
H1248
? ja, wat, o zoon
H5088
mijner geloften?
3
H5414 H8799
Geeft
H802
aan de vrouwen
H2428
uw vermogen
H1870
niet, noch uw wegen
H4428
, om koningen
H4229 H8687
te verdelgen.
4
H4428
Het komt den koningen
H3927
niet toe, o Lemuel
H4428
! het komt den koningen
H3196
niet toe wijn
H8354 H8800
te drinken
H335 H8675 H176
, en
H7336 H8802
den prinsen
H7941
, sterken drank te begeren;
5
H8354 H8799
Opdat hij niet drinke
H2710 H8794
, en het gezette
H7911 H8799
vergete
H1779
, en de rechtzaak
H1121 H6040
van alle verdrukten
H8138 H8762
verandere.
6
H5414 H8798
Geeft
H7941
sterken drank
H6 H8802
dengene, die verloren gaat
H3196
, en wijn
H4751
dengenen, die bitterlijk bedroefd
H5315
van ziel zijn;
7
H8354 H8799
Dat hij drinke
H7389
, en zijn armoede
H7911 H8799
vergete
H5999
, en zijner moeite
H2142 H8799
niet meer gedenke.
8
H6605 H8798
Open
H6310
uw mond
H483
voor den stomme
H1779
, voor de rechtzaak
H1121
van allen
H2475
, die omkomen zouden.
9
H6605 H8798
Open
H6310
uw mond
H8199 H8798
; oordeel
H6664
gerechtelijk
H1777 H0
, en doe
H6041
den verdrukte
H34
en nooddruftige
H1777 H8798
recht.
10
H2428
[Aleph]. Wie zal een deugdelijke
H802
huisvrouw
H4672 H8799
vinden
H4377
? Want haar waardij
H7350
is verre
H6443
boven de robijnen.
11
H3820
[Beth]. Het hart
H1167
haars heren
H982 H8804
vertrouwt
H7998
op haar, zodat hem geen goed
H2637 H8799
zal ontbreken.
12
H1580 H8804
[Gimel]. Zij doet
H2896
hem goed
H7451
en geen kwaad
H3117
, al de dagen
H2416
haars levens.
13
H1875 H8804
[Daleth]. Zij zoekt
H6785
wol
H6593
en vlas
H6213 H8799
, en werkt
H2656
met lust
H3709
harer handen.
14
H591
[He]. Zij is als de schepen
H5503 H8802
eens koopmans
H935 H0
; zij doet
H3899
haar brood
H4801
van verre
H935 H8686
komen.
15
H6965 H8799
[Vau]. En zij staat op
H3915
, als het nog nacht
H5414 H8799
is, en geeft
H1004
haar huis
H2964
spijze
H5291
, en haar dienstmaagden
H2706
het bescheiden deel.
16
H2161 H8804
[Zain]. Zij denkt om
H7704
een akker
H3947 H8799
, en krijgt
H6529
hem; van de vrucht
H3709
harer handen
H5193 H8804
plant zij
H3754
een wijngaard.
17
H2296 H8804
[Cheth]. Zij gordt
H4975
haar lenden
H5797
met kracht
H553 H8762
, en zij versterkt
H2220
haar armen.
18
H2938 H8804
[Teth]. Zij smaakt
H5504
, dat haar koophandel
H2896
goed
H5216
is; haar lamp
H3518 H0
gaat
H3915
des nachts
H3518 H8799
niet uit.
19
H7971 H0
[Jod]. Zij steekt
H3027
haar handen
H7971 H8765
uit
H3601
naar de spil
H3709
, en haar handpalmen
H8551 H8804
vatten
H6418
den spinrok.
20
H6566 H8804
[Caph]. Zij breidt
H3709
haar handpalm
H6041
uit tot den ellendige
H7971 H0
; en zij steekt
H3027
haar handen
H7971 H8765
uit
H34
tot den nooddruftige.
21
H3372 H8799
[Lamed]. Zij vreest
H1004
voor haar huis
H7950
niet vanwege de sneeuw
H1004
; want haar ganse huis
H8144
is met dubbele klederen
H3847 H8803
gekleed.
22
H6213 H8804
[Mem]. Zij maakt
H4765
voor zich tapijtsieraad
H3830
; haar kleding
H8336
is fijn linnen
H713
en purper.
23
H1167
[Nun]. Haar man
H3045 H8737
is bekend
H8179
in de poorten
H3427 H8800
, als hij zit
H2205
met de oudsten
H776
des lands.
24
H6213 H8804
[Samech]. Zij maakt
H5466
fijn lijnwaad
H4376 H8799
en verkoopt
H5414 H8804
het; en zij levert
H3669
den koopman
H2289
gordelen.
25
H5797
[Ain]. Sterkte
H1926
en heerlijkheid
H3830
zijn haar kleding
H7832 H8799
; en zij lacht
H314
over den nakomenden
H3117
dag.
26
H6605 H0
[Pe]. Zij doet
H6310
haar mond
H6605 H8804
open
H2451
met wijsheid
H3956
; en op haar tong
H8451
is leer
H2617
der goeddadigheid.
27
H6822 H8802
[Tsade]. Zij beschouwt
H1979 H8675 H1979
de gangen
H1004
van haar huis
H3899
; en het brood
H6104
der luiheid
H398 H8799
eet zij niet.
28
H1121
[Koph]. Haar kinderen
H6965 H8804
staan op
H833 H8762
, en roemen haar welgelukzalig
H1167
; [ook] haar man
H1984 H8762
, en hij prijst haar, [zeggende]:
29
H7227
[Resch]. Vele
H1323
dochteren
H2428
hebben deugdelijke
H6213 H8804
gehandeld
H5927 H8804
; maar gij gaat die allen te boven.