36
G1161
En
G5100
een
G5330
der Farizeen
G2065 G5707
bad
G846
Hem
G2443
, dat
G3326
Hij met
G846
hem
G5315 G5632
ate
G2532
; en
G1525 G5631
ingegaan zijnde
G1519
in
G5330
des Farizeers
G3614
huis
G347 G5681
, zat Hij aan.
37
G2532
En
G2400 G5628
ziet
G1135
, een vrouw
G1722
in
G4172
de stad
G3748
, welke
G268
een zondares
G2258 G5713
was
G1921 G5631
, verstaande
G3754
, dat
G1722
Hij in
G5330
des Farizeers
G3614
huis
G345 G5736
aanzat
G2865 G5660
, bracht
G211
een albasten fles
G3464
met zalf.
38
G2532
En
G2476 G5631
staande
G3844 G3694
achter
G846
Zijn
G4228
voeten
G2799 G5723
, wenende
G756 G5662
, begon zij
G846
Zijn
G4228
voeten
G1026 G5721
nat te maken
G1144
met tranen
G2532
, en
G1591 G5707
zij droogde ze af
G2359
met het haar
G846
van haar
G2776
hoofd
G2532
, en
G2705 G5707
kuste
G846
Zijn
G4228
voeten
G2532
, en
G218 G5707
zalfde
G3464
ze met de zalf.
39
G1161
En
G5330
de Farizeer
G3588
, die
G846
Hem
G2564 G5660
genood had
G1492 G5631
, [zulks] ziende
G2036 G5627
, sprak
G1722
bij
G1438
zichzelven
G3004 G5723
, zeggende
G3778
: Deze
G1487
, indien
G4396
Hij een profeet
G2258 G5713
ware
G302
, zou wel
G1097 G5707
weten
G5101
, wat
G2532
en
G4217
hoedanige
G1135
vrouw
G3748
deze is, die
G846
Hem
G680 G5731
aanraakt
G3754
; want
G2076 G5748
zij is
G268
een zondares.
40
G2532
En
G2424
Jezus
G611 G5679
antwoordende
G2036 G5627
, zeide
G4314
tot
G846
hem
G4613
: Simon
G2192 G5719
! Ik heb
G4671
u
G5100
wat
G2036 G5629
te zeggen
G1161
. En
G5346 G5748
hij sprak
G1320
: Meester
G2036 G5628
! zeg het.
41
G5100
[Jezus] [zeide]: Een zeker
G1157
schuldheer
G2258 G5713
had
G1417
twee
G5533
schuldenaars
G1520
; de een
G3784 G5707
was schuldig
G4001
vijfhonderd
G1220
penningen
G1161
, en
G2087
de andere
G4004
vijftig;