Bible verses about "mothers" | DSV

Proverbs 6:20

20 Mijn zoon, bewaar het gebod uws vaders, en verlaat de wet uwer moeder niet.

Proverbs 23:22-25

22 Hoor naar uw vader, die u gewonnen heeft; en veracht uw moeder niet, als zij oud geworden is. 23 Koop de waarheid, en verkoop ze niet, mitsgaders wijsheid, en tucht, en verstand. 24 De vader des rechtvaardigen zal zich zeer verheugen; en die een wijzen zoon gewint, zal zich over hem verblijden. 25 Laat uw vader zich verblijden, ook uw moeder; en laat haar zich verheugen, die u gebaard heeft.

Isaiah 66:13

13 Als een, dien zijn moeder troost, alzo zal Ik u troosten; ja, gij zult te Jeruzalem getroost worden.

Ephesians 6:2

2 Eert uw vader en moeder (hetwelk het eerste gebod is met een belofte),

2 Timothy 1:5

5 Als ik mij in gedachtenis breng het ongeveinsd geloof, dat in u is, hetwelk eerst gewoond heeft in uw grootmoeder Lois, en in uw moeder Eunice; en ik ben verzekerd, dat het ook in u woont.

Exodus 20:12

12 Eert uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat u de HEERE uw God geeft.

Psalms 127:3

3 Ziet, de kinderen zijn een erfdeel des HEEREN; des buiks vrucht is een beloning.

Proverbs 22:6

6 Leer den jongen de eerste beginselen naar den eis zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken.

Isaiah 49:15

15 Kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontferme over den zoon haars buiks? Ofschoon deze vergate, zo zal Ik toch u niet vergeten.

Proverbs 31:26-27

26 Pe. Zij doet haar mond open met wijsheid; en op haar tong is leer der goeddadigheid. 27 Tsade. Zij beschouwt de gangen van haar huis; en het brood der luiheid eet zij niet.

Proverbs 31:25-30

25 Ain. Sterkte en heerlijkheid zijn haar kleding; en zij lacht over den nakomenden dag. 26 Pe. Zij doet haar mond open met wijsheid; en op haar tong is leer der goeddadigheid. 27 Tsade. Zij beschouwt de gangen van haar huis; en het brood der luiheid eet zij niet. 28 Koph. Haar kinderen staan op, en roemen haar welgelukzalig; ook haar man, en hij prijst haar, zeggende: 29 Resch. Vele dochteren hebben deugdelijke gehandeld; maar gij gaat die allen te boven. 30 Schin. De bevalligheid is bedrog, en de schoonheid ijdelheid; maar een vrouw, die den HEERE vreest, die zal geprezen worden.

Topical data is from OpenBible.info, retrieved November 11, 2013, and licensed under a Creative Commons Attribution License.