Bible verses about "hands" | DSV

⁹ En de rechtvaardige zal zijn weg vasthouden, en die rein van handen is, zal in sterkte toenemen.

³¹ Thau. Geef haar van de vrucht harer handen, en laat haar werken haar prijzen in de poorten.

¹³ Want Ik, de HEERE, uw God, grijp uw rechterhand aan, Die tot u zeg: Vrees niet, Ik help u.

²¹ En de hand des Heeren was met hen; en een groot getal geloofde, en bekeerde zich tot den Heere.

¹¹ En God deed ongewone krachten door de handen van Paulus;

¹⁷ En de liefelijkheid des HEEREN, onzes Gods; zij over ons; en bevestig Gij het werk onzer handen over ons, ja, het werk onzer handen, bevestig dat.

¹⁶ Zie, Ik heb u in de beide handpalmen gegraveerd; uw muren zijn steeds voor Mij.

¹⁰ Vrees niet, want Ik ben met u; zijt niet verbaasd, want Ik ben uw God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner gerechtigheid.

² Heft uw handen op naar het heiligdom, en looft den HEERE.