Psalms 105:34 Cross References - DSV_Strongs
Exodus 10:12-15
12
H559 H8799
Toen zeide
H3068
de HEERE
H4872
tot Mozes
H5186 H8798
: Strek
H3027
uw hand
H776 H4714
uit over Egypteland
H697
, om de sprinkhanen
H5927 H8799
, dat zij opkomen
H776 H4714
over Egypteland
H6212
, en al het kruid
H776
des lands
H398 H8799
opeten
H1259
, al wat de hagel
H7604 H8689
heeft over gelaten.
13
H5186 H8799
Toen strekte
H4872
Mozes
H4294
zijn staf
H776 H4714
over Egypteland
H3068
, en de HEERE
H5090 H8765
bracht
H6921 H7307
een oostenwind
H776
in dat land
H3117
, dien gehele dag
H3915
en dien gansen nacht
H1242
; het geschiedde des morgens
H6921 H7307
, dat de oostenwind
H697
de sprinkhanen
H5375 H8804
opbracht.
14
H697
En de sprinkhanen
H5927 H8799
kwamen op
H776 H4714
over het ganse Egypteland
H5117 H8799
, en lieten zich neder
H1366
aan al de palen
H4714
der Egyptenaren
H3966
, zeer
H3515
zwaar
H6440
; voor
H3651
dezen zijn dergelijke
H697
sprinkhanen
H310
, als deze, nooit geweest, en na dezen zullen er zulke niet wezen;
15
H3680 H8762
Want zij bedekten
H5869
het gezicht
H776
des gansen lands
H776
, alzo dat het land
H2821 H8799
verduisterd werd
H398 H8799
; en zij aten
H6212
al het kruid
H776
des lands
H6529
op, en al de vruchten
H6086
der bomen
H1259
, die de hagel
H3498 H8689
had over gelaten
H3498 H8738
; en er bleef
H3418
niets groens
H6086
aan de bomen
H6212
, noch aan de kruiden
H7704
des velds
H776 H4714
, in het ganse Egypteland.
Psalms 78:46
Joel 1:4-7
4
H1501
Wat de rups
H3499
heeft overgelaten
H697
, heeft de sprinkhaan
H398 H8804
afgegeten
H697
, en wat de sprinkhaan
H3499
heeft overgelaten
H3218
, heeft de kever
H398 H8804
afgegeten
H3218
, en wat de kever
H3499
heeft overgelaten
H2625
, heeft de kruidworm
H398 H8804
afgegeten.
5
H6974 H8685
Waakt op
H7910
, gij dronkenen
H1058 H8798
! en weent
H3213 H8685
, en huilt
H3605
, alle
H8354 H8802 H3196
gij wijnzuipers
H5921
! om
H6071
den nieuwen wijn
H3588
, dewijl
H6310
hij van uw mond
H3772 H8738
is afgesneden.
Joel 2:25
Revelation 9:3-10
3
G2532
En
G1537
uit
G2586
den rook
G1831 G5627
kwamen
G200
sprinkhanen
G1519
op
G1093
de aarde
G2532
, en
G846
hun
G1849
werd macht
G1325 G5681
gegeven
G5613
, gelijk
G4651
de schorpioenen
G1093
der aarde
G1849
macht
G2192 G5719
hebben.
4
G2532
En
G846
hun
G4483 G5681
werd gezegd
G5528
, dat zij het gras
G1093
der aarde
G3363
niet
G91 G5661
zouden beschadigen
G3761
, noch
G3956
enige
G5515
groente
G3761
, noch
G3956
enigen
G1186
boom
G1508
, dan
G444
de mensen
G3441
alleen
G3748
, die
G4973
het zegel
G2316
Gods
G1909
aan
G846
hun
G3359
voorhoofden
G3756
niet
G2192 G5719
hebben.
5
G2532
En
G846
hun
G1325 G5681
werd [macht] gegeven
G3363
, niet dat
G846
zij hen
G615 G5725
zouden doden
G235
, maar
G2443
dat
G928 G5686
zij zouden [van] [hen] gepijnigd worden
G4002
vijf
G3376
maanden
G2532
; en
G846
hun
G929
pijniging
G5613
was als
G929
de pijniging
G4651
van een schorpioen
G3752
, wanneer
G444
hij een mens
G3817 G5661
gestoken heeft.
6
G2532
En
G1722
in
G1565
die
G2250
dagen
G444
zullen de mensen
G2288
den dood
G2212 G5692
zoeken
G2532
, en
G846
zullen dien
G3756
niet
G2147 G5692
vinden
G2532
; en
G1937 G5692
zij zullen begeren
G599 G5629
te sterven
G2532
, en
G2288
de dood
G575
zal van
G846
hen
G5343 G5695
vlieden.
7
G2532
En
G3667
de gedaanten
G200
der sprinkhanen
G2462
waren den paarden
G3664
gelijk
G1519
, die tot
G4171
den oorlog
G2090 G5772
bereid zijn
G2532
; en
G1909
op
G846
hun
G2776
hoofden
G5613
waren als
G4735
kronen
G5557
, het goud
G3664
gelijk
G2532
, en
G846
hun
G4383
aangezichten
G5613
als
G4383
aangezichten
G444
van mensen.
8
G2532
En
G2192 G5707
zij hadden
G2359
haar
G5613
als
G2359
haar
G1135
der vrouwen
G2532
, en
G846
hun
G3599
tanden
G2258 G5713
waren
G5613
als
G3023
[tanden] van leeuwen.