21 H3327 En Izak H559 H8799 zeide H413 tot H3290 Jakob H5066 H8798 : Nader H4994 toch H4184 H8799 , dat ik u betaste H1121 , mijn zoon H859 ! of gij H1121 mijn zoon H6215 Ezau H2088 zelf H518 zijt, of H3808 niet.
12 H194 Misschien H1 zal mij mijn vader H4959 H8799 betasten H5869 , en ik zal in zijn ogen H1961 H8804 zijn H8591 H8772 als een bedrieger H7045 ; zo zoude ik een vloek H5921 over H935 H8689 mij halen H3808 , en niet H1293 een zegen.
28 H589 Maar mij H2896 aangaande, het is mij goed H7132 nabij H430 God H7896 H8804 te wezen; ik zet H4268 mijn betrouwen H136 op den Heere H3069 HEERE H4399 , om al Uw werken H5608 H8763 te vertellen.
19 H1254 H8802 Ik schep H5108 de vrucht H8193 der lippen H7965 , vrede H7965 , vrede H7350 dengenen, die verre H7138 zijn, en dengenen, die nabij H559 H8804 zijn, zegt H3068 de HEERE H7495 H8804 , en Ik zal hen genezen.
8 G1448 G5657 Naakt G2316 tot God G2532 , en G5213 Hij zal tot u G1448 G5692 naken G2511 G5657 . Reinigt G5495 de handen G268 , gij zondaars G2532 , en G48 G5657 zuivert G2588 de harten G1374 , gij dubbelhartigen!