1 Kings 22:11 Cross References - DSV_Strongs

  11 H6667 En Zedekia H1121 , de zoon H3668 van Kenaana H1270 , had zich ijzeren H7161 horens H6213 H8799 gemaakt H559 H8799 ; en hij zeide H3541 : Zo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H428 : Met deze H758 zult gij de Syriers H5055 H8762 stoten H5704 , totdat H3615 H8763 gij hen gans verdaan zult hebben.

Deuteronomy 33:17

  17 H1926 Hij heeft de heerlijkheid H1060 des eerstgeborenen H7794 zijns osses H7161 , en zijn hoornen H7161 zijn hoornen H7214 des eenhoorns H5971 ; met dezelve zal hij de volken H3162 te zamen H5055 H8762 stoten H657 tot aan de einden H776 des lands H7233 . Dezen nu zijn de tien duizenden H669 van Efraim H505 , en dezen zijn de duizenden H4519 van Manasse!

Jeremiah 23:17

  17 H559 H8802 Zij zeggen H559 H8800 steeds H5006 H8764 tot degenen, die Mij lasteren H3068 : De HEERE H1696 H8765 heeft het gesproken H7965 , gijlieden zult vrede H3820 hebben; en [tot] al wie naar zijns harten H8307 goeddunken H1980 H8802 wandelt H559 H8804 , zeggen zij H7451 : Ulieden zal geen kwaad H935 H8799 overkomen.

Jeremiah 23:25

  25 H8085 H8804 Ik heb gehoord H5030 , wat de profeten H559 H8804 zeggen H8034 , die in Mijn Naam H8267 leugen H5012 H8737 profeteren H559 H8800 , zeggende H2492 H8804 : Ik heb gedroomd H2492 H8804 , ik heb gedroomd.

Jeremiah 23:31

  31 H5030 Ziet, Ik [wil] aan de profeten H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H3956 , die hun tong H3947 H8802 nemen H5001 H8799 , en spreken H5002 H8803 : Hij heeft [het] gesproken;

Jeremiah 27:2

  2 H559 H8804 Alzo zeide H3068 de HEERE H6213 H8798 tot mij: Maak H4147 u banden H4133 en jukken H5414 H8804 , en doe H6677 die aan uw hals.

Jeremiah 28:2-3

  2 H559 H8804 Zo spreekt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H559 H8800 , zeggende H5923 : Ik heb het juk H4428 des konings H894 van Babel H7665 H8804 verbroken.
  3 H3117 In nog twee volle H8141 jaren H4725 zal Ik tot deze plaats H7725 H8688 wederbrengen H3627 al de vaten H1004 van het huis H3068 des HEEREN H5019 , die Nebukadnezar H4428 , de koning H894 van Babel H4725 , uit deze plaats H3947 H8804 heeft weggenomen H894 , en dezelve [naar] Babel H935 H8686 gebracht.

Jeremiah 28:10-14

  10 H3947 H8799 Toen nam H5030 de profeet H2608 Hananja H4133 het juk H6677 van den hals H5030 van den profeet H3414 Jeremia H7665 H8799 , en verbrak het.
  11 H2608 En Hananja H559 H8799 sprak H5869 voor de ogen H5971 des gansen volks H559 H8800 , zeggende H559 H8804 : Zo zegt H3068 de HEERE H7665 H8799 : Alzo zal Ik verbreken H5923 het juk H5019 van Nebukadnezar H4428 , den koning H894 van Babel H3117 , in nog twee volle H8141 jaren H6677 , van den hals H1471 al der volken H5030 . En de profeet H3414 Jeremia H3212 H8799 ging H1870 zijns weegs.
  12 H3068 Doch des HEEREN H1697 woord H3414 geschiedde tot Jeremia H310 (nadat H5030 de profeet H2608 Hananja H4133 het juk H6677 van den hals H5030 van den profeet H3414 Jeremia H7665 H8800 verbroken had H559 H8800 ), zeggende:
  13 H1980 H8800 Ga henen H559 H8804 en spreek H2608 tot Hananja H559 H8800 , zeggende H559 H8804 : Zo zegt H3068 de HEERE H6086 : Houten H4133 jukken H7665 H8804 hebt gij verbroken H1270 , nu zult gij in plaats van die, ijzeren H4133 jukken H6213 H8804 maken.
  14 H559 H8804 Want zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H1270 : Ik heb een ijzeren H5923 juk H5414 H8804 gedaan H6677 aan den hals H1471 van al deze volken H5019 , om Nebukadnezar H4428 , den koning H894 van Babel H5647 H8800 , te dienen H5647 H8804 , en zij zullen hem dienen H2416 ; ja, Ik heb hem ook het gedierte H7704 des velds H5414 H8804 gegeven.

Jeremiah 29:21

  21 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H256 , van Achab H1121 , zoon H6964 van Kolaja H6667 , en van Zedekia H1121 , zoon H4641 van Maaseja H8034 , die ulieden in Mijn Naam H8267 valselijk H5012 H8737 profeteren H5414 H8802 : Ziet, Ik zal hen geven H3027 in de hand H5019 van Nebukadnezar H4428 , den koning H894 van Babel H5869 , en hij zal ze voor uw ogen H5221 H8689 slaan.

Ezekiel 13:6-9

  6 H2372 H8804 Zij zien H7723 ijdelheid H3577 en leugenachtige H7081 voorzegging H559 H8802 , die daar zeggen H3068 : De HEERE H5002 H8803 heeft gesproken H3068 , daar de HEERE H7971 H8804 hen niet gezonden heeft H3176 H8765 ; en zij geven hope H1697 van het woord H6965 H8763 te zullen bevestigen.
  7 H2372 H8804 Ziet gij H7723 niet een ijdel H4236 gezicht H1696 H8765 , en spreekt H3577 een leugenachtige H4738 voorzegging H559 H8802 , als gij zegt H3068 : De HEERE H5002 H8803 spreekt H559 H8804 , daar Ik niet gesproken heb?
  8 H559 H8804 Daarom zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H7723 : omdat gijlieden ijdelheid H1696 H8763 spreekt H3577 , en leugen H2372 H8804 ziet H5002 H8803 ; daarom, ziet, Ik [wil] aan u, spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.
  9 H3027 En Mijn hand H5030 zal zijn tegen de profeten H7723 , die ijdelheid H2374 zien H3577 , en leugen H7080 H8802 voorzeggen H5475 ; zij zullen in de vergadering H5971 Mijns volks H3791 niet zijn, en in het schrift H1004 van het huis H3478 Israels H3789 H8735 niet geschreven worden H127 , en in het land H3478 Israels H935 H8799 niet komen H3045 H8804 ; en gij zult weten H136 , dat Ik de Heere H3069 HEERE ben.

Ezekiel 22:27-28

  27 H8269 Haar vorsten H7130 zijn in het midden H2061 van haar als wolven H2964 , die een roof H2963 H8802 roven H1818 , om bloed H8210 H8800 te vergieten H5315 , [en] om zielen H6 H8763 te verderven H1215 ; opdat zij gierigheid H1214 H8800 zouden plegen.
  28 H5030 Haar profeten H2902 H8804 nu pleisteren H8602 hen met loze H2374 kalk; ziende H7723 ijdelheid H3577 en hun leugen H7080 H8802 voorzeggende H559 H8802 , zeggende H559 H8804 : Alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H3068 ! en de HEERE H1696 H8765 heeft niet gesproken.

Micah 3:11

  11 H7218 Haar hoofden H8199 H8799 rechten H7810 om geschenken H3548 , en haar priesters H3384 H8686 leren H4242 om loon H5030 , en haar profeten H7080 H8799 waarzeggen H3701 om geld H8172 H8735 ; nog steunen zij H5921 op H3068 den HEERE H559 H8800 , zeggende H3068 : Is de HEERE H3808 niet H7130 in het midden H5921 van ons? H3808 Ons zal geen H7451 kwaad H935 H8799 overkomen.

Zechariah 1:18-21

  18 H5375 H0 En ik hief H5869 mijn ogen H5375 H8799 op H7200 H8799 , en zag H2009 ; en ziet H702 , er waren vier H7161 hoornen.
  19 H559 H8799 En ik zeide H413 tot H4397 den Engel H1696 H8802 , Die met mij sprak H4100 : Wat H428 zijn deze H559 H8799 ? En Hij zeide H413 tot H7161 mij: Dat zijn de hoornen H834 , welke H3063 Juda H3478 , Israel H3389 en Jeruzalem H2219 H8765 verstrooid hebben.
  20 H3068 En de HEERE H7200 H8686 toonde H702 mij vier H2796 smeden.
  21 H559 H8799 Toen zeide ik H4100 : Wat H935 H8802 komen H428 die H6213 H8800 maken H559 H8799 ? En Hij sprak H559 H8800 , zeggende H428 : Dat H7161 zijn de hoornen H834 , die H3063 Juda H2219 H8765 verstrooid hebben H6310 , zodat H376 H3808 niemand H7218 zijn hoofd H5375 H8804 ophief H428 ; maar deze H935 H8799 zijn gekomen H853 om die H2729 H8687 te verschrikken H7161 , om de hoornen H1471 der heidenen H3034 H8763 neder te werpen H7161 , welke den hoorn H5375 H8802 verheven hebben H413 tegen H776 het land H3063 van Juda H2219 H8763 , om dat te verstrooien.

Acts 19:13-16

  13 G1161 En G5100 sommigen G575 van G4022 G5740 de omzwervende G2453 Joden G1845 , zijnde [duivel] bezweerders G2021 G5656 , hebben zich onderwonden G3686 den Naam G2962 van den Heere G2424 Jezus G3687 G5721 te noemen G1909 over G4190 degenen, die boze G4151 geesten G2192 G5723 hadden G3004 G5723 , zeggende G3726 G5719 : Wij bezweren G5209 u G2424 bij Jezus G3739 , Dien G3972 Paulus G2784 G5719 predikt!
  14 G1161 [Dezen] nu G2258 G5713 waren G5100 zekere G2033 zeven G5207 zonen G4630 van Sceva G2453 , een Joodsen G749 overpriester G5124 , die dit G4160 G5723 deden.
  15 G1161 Maar G4190 de boze G4151 geest G611 G5679 , antwoordende G2036 G5627 , zeide G2424 : Jezus G1097 G5719 ken ik G2532 , en G3972 Paulus G1987 G5736 weet ik G1161 ; maar G5210 gijlieden G5101 , wie G2075 G5748 zijt gij?
  16 G2532 En G444 de mens G1722 , in G3739 welken G4190 de boze G4151 geest G2258 G5713 was G2177 G5740 , sprong G1909 op G846 hen G2532 , en G846 hen G2634 G5660 meester geworden zijnde G2480 G5656 , kreeg de overhand G2596 tegen G846 hen G5620 , alzo G1131 dat zij naakt G2532 en G5135 G5772 gewond G1537 uit G1565 dat G3624 huis G1628 G5629 ontvloden.

2 Corinthians 11:13-15

  13 G1063 Want G5108 zulke G5570 valse apostelen G1386 zijn bedriegelijke G2040 arbeiders G3345 G5734 , zich veranderende G1519 in G652 apostelen G5547 van Christus.
  14 G2532 En G3756 het is geen G2298 wonder G1063 ; want G4567 de satan G846 zelf G3345 G5731 verandert zich G1519 in G32 een engel G5457 des lichts.
  15 G3767 Zo is het dan G3756 niets G3173 groots G1499 , indien G2532 ook G846 zijn G1249 dienaars G3345 G5743 zich veranderen G5613 , als G1249 [waren] [zij] dienaars G1343 der gerechtigheid G3739 ; van welke G5056 het einde G2071 G5704 zal zijn G2596 naar G846 hun G2041 werken.

2 Timothy 3:8

  8 G5158 Gelijkerwijs G1161 nu G2389 Jannes G2532 en G2387 Jambres G3475 Mozes G436 G5627 tegenstonden G3779 , alzo G436 G staan G2532 ook G3778 deze G225 de waarheid G436 G5731 tegen G444 ; mensen G2704 G5772 , verdorven zijnde G3563 van verstand G96 , verwerpelijk G4012 aangaande G4102 het geloof.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.