5 Welgelukzalig is de man, die den HEERE tot zijn vertrouwen stelt, en niet omziet naar de hovaardigen, en die tot leugen afwijken.
Psalms 40:5 Cross References - DSV
Exodus 11:8
8 Dan zullen al deze uw knechten tot mij afkomen, en zich voor mij neigen, zeggende: Trek uit, gij en al het volk, dat uw voetstappen volgt; en daarna zal ik uitgaan. En hij ging uit van Farao in hitte des toorns.
Exodus 15:11
11 O HEERE! wie is als Gij onder de goden? wie is als Gij, verheerlijkt in heiligheid, vreselijk in lofzangen, doende wonder?
Job 5:9
9 Die grote dingen doet, die men niet doorzoeken kan; wonderen, die men niet tellen kan;
Job 9:10
10 Die grote dingen doet, die men niet doorzoeken kan; en wonderen, die men niet tellen kan.
Job 26:14
14 Ziet, dit zijn maar uiterste einden Zijner wegen; en wat een klein stukje der zaak hebben wij van Hem gehoord? Wie zou dan den donder Zijner mogendheden verstaan?
Job 37:19-20
Psalms 71:15
15 Mijn mond zal Uw gerechtigheid vertellen, den gansen dag Uw heil; hoewel ik de getallen niet weet.
Psalms 92:5
5 Want Gij hebt mij verblijd, HEERE! met Uw daden, ik zal juichen over de werken Uwer handen.
Psalms 136:4
4 Dien, Die alleen grote wonderen doet; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
Psalms 139:6
6 De kennis is mij te wonderbaar, zij is hoog, ik kan er niet bij.
Psalms 139:17-18
Isaiah 55:8-9
Jeremiah 29:11
11 Want Ik weet de gedachten, die Ik over u denk, spreekt de HEERE, gedachten des vredes, en niet des kwaads, dat Ik u geve het einde en de verwachting.