Numbers 2:3 Cross References - DSV

3 Die zich nu legeren zullen oostwaarts tegen den opgang, zal zijn de banier des legers van Juda, naar hun heiren; en Nahesson, de zoon van Amminadab, zal de overste der zonen van Juda zijn.

Genesis 49:8-10

8 Juda! gij zijt het, u zullen uw broeders loven; uw hand zal zijn op den nek uwer vijanden; voor u zullen zich uws vaders zonen nederbuigen. 9 Juda is een leeuwenwelp! gij zijt van den roof opgeklommen, mijn zoon! Hij kromt zich, hij legt zich neder als een leeuw, en als een oude leeuw; wie zal hem doen opstaan? 10 De schepter zal van Juda niet wijken, noch de wetgever van tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en Denzelven zullen de volken gehoorzaam zijn.

Numbers 1:7

7 Van Juda, Nahesson, de zoon van Amminadab.

Numbers 7:12

12 Die nu op den eersten dag zijn offerande offerde, was Nahesson, de zoon van Amminadab, voor den stam van Juda.

Numbers 7:17

17 En ten dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Nahesson, den zoon van Amminadab.

Numbers 10:14-16

14 Want vooreerst toog op de banier van het leger der kinderen van Juda, naar hun heiren; en over zijn heir was Nahesson, de zoon van Amminadab. 15 En over het heir van den stam der kinderen van Issaschar was Nethaneel, den zoon van Zuar. 16 En over het heir van den stam der kinderen van Zebulon was Eliab, de zoon van Helon.

Numbers 26:19-22

19 De zonen van Juda waren Er en Onan; maar Er en Onan stierven in het land Kanaän. 20 Alzo waren de zonen van Juda naar hun geslachten: van Sela het geslacht der Selanieten; van Perez het geslacht der Perezieten; van Zerah het geslacht der Zerahieten. 21 En de zonen van Perez waren: van Hezron het geslacht der Hezronieten; van Hamul het geslacht der Hamulieten. 22 Dat zijn de geslachten van Juda, naar hun getelden: zes en zeventig duizend en vijfhonderd.

Judges 1:1-2

1 En het geschiedde na den dood van Jozua, dat de kinderen Israëls den HEERE vraagden, zeggende: Wie zal onder ons het eerst optrekken naar de Kanaänieten, om tegen hen te krijgen? 2 En de HEERE zeide: Juda zal optrekken; ziet, Ik heb dat land in zijn hand gegeven.

Ruth 4:20

20 En Amminadab gewon Nahesson; en Nahesson gewon Salma;

1 Chronicles 2:10

10 Ram nu gewon Amminadab, en Amminadab gewon Nahesson, den vorst der kinderen van Juda;

1 Chronicles 5:2

2 Want Juda werd machtig onder zijn broederen, en die tot een voorganger was, was uit hem; doch de eerstgeboorte was van Jozef.)

Matthew 1:4

4 En Aram gewon Aminadab, en Aminadab gewon Nahasson, en Nahasson gewon Salmon;

Luke 3:32-33

32 Den zoon van Jesse, den zoon van Obed, den zoon van Booz, den zoon van Salmon, den zoon van Nahasson, 33 Den zoon van Aminadab, den zoon van Aram, den zoon van Esrom, den zoon van Fares, den zoon van Juda,

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.