39 En zij gingen tot aan den ingang van Gedor tot het oosten des dals, om weide te zoeken voor hun schapen.
1 Chronicles 4:39 Cross References - DSV
Joshua 12:13
13 De koning van Debir, een; de koning van Geder, een;
Joshua 15:58
58 Halhul, Beth-zur, en Gedor,
1 Chronicles 4:4
4 En Pnuël was de vader van Gedor, en Ezer de vader van Husah. Dit zijn de kinderen van Hur, den eerstgeborene van Efratha, den vader van Bethlehem.
1 Chronicles 4:18
18 En zijn Joodse huisvrouw baarde Jered, den vader van Gedor, en Heber, den vader van Socho, en Jekuthiel, den vader van Zanoah; en die zijn kinderen van Bitja, de dochter van Farao, die Mered genomen had.