DSV_Strongs(i)
1
H1931
Te dien
H3117
dage
H4726
zal er een Fontein
H6605 H8737
geopend
H1961 H8799
zijn
H1004
voor het huis
H1732
Davids
H3427 H8802
, en voor de inwoners
H3389
van Jeruzalem
H2403
, tegen de zonde
H5079
en tegen de onreinigheid.
2
H1931
En het zal te dien
H3117
dage
H1961 H8804
geschieden
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H3772 H8686
, dat Ik uitroeien zal
H4480
uit
H776
het land
H8034
de namen
H6091
der afgoden
H3808
, dat zij niet
H5750
meer
H2142 H8735
gedacht zullen worden
H1571
; ja, ook
H5030
de profeten
H2932
, en den onreinen
H7307
geest
H4480
zal Ik uit
H776
het land
H5674 H8686
wegdoen.
3
H1961 H8804
En het zal geschieden
H3588
, wanneer
H376
iemand
H5750
meer
H5012 H8735
profeteert
H1
, dat zijn vader
H517
en zijn moeder
H3205 H8802
, die hem gegenereerd hebben
H413
, tot
H559 H8804
hem zullen zeggen
H3808
: Gij zult niet
H2421 H8799
leven
H3588
, dewijl
H8267
gij valsheid
H1696 H8765
gesproken hebt
H8034
in den Naam
H3068
des HEEREN
H1
; en zijn vader
H517
en zijn moeder
H3205 H8802
, die hem gegenereerd hebben
H1856 H8804
, zullen hem doorsteken
H5012 H8736
, wanneer hij profeteert.
4
H1961 H8804
En het zal geschieden
H1931
te dien
H3117
dage
H5030
, dat die profeten
H954 H8799
beschaamd zullen worden
H376
, een iegelijk
H4480
vanwege
H2384
zijn gezicht
H5012 H8736
, wanneer hij profeteert
H3808
; en zij zullen geen
H8181
haren
H155
mantel
H3847 H8799
aandoen
H4616
, om
H3584 H8763
te liegen.
5
H559 H8804
Maar hij zal zeggen
H595
: Ik
H3808
ben geen
H5030
profeet
H595
, ik
H376
ben een man
H127
, die het land
H5647 H8802
bouwt
H3588
; want
H120
een mens
H7069 H8689
heeft mij [daartoe] geworven
H4480
van
H5271
mijn jeugd aan.
6
H413
En zo iemand tot
H559 H8804
hem zegt
H4100
: Wat
H428
zijn deze
H4347
wonden
H996
in
H3027
uw handen
H559 H8804
? zo zal hij zeggen
H834
: Het zijn [de] [wonden], waarmede
H5221 H8717
ik geslagen ben
H1004
, [in] het huis
H157 H8764
mijner liefhebbers.
7
H2719
Zwaard
H5782 H8798
! ontwaak
H5921
tegen
H7462 H8802
Mijn Herder
H5921
, en tegen
H1397
den Man
H5997
, Die Mijn Metgezel
H5002 H8803
is, spreekt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H5221 H8685
; sla
H7462 H8802
dien Herder
H6629
, en de schapen
H6327 H8799
zullen verstrooid worden
H3027
; maar Ik zal Mijn hand
H5921
tot
H6819 H8802
de kleinen
H7725 H8689
wenden.
8
H1961 H8804
En het zal geschieden
H3605
in het ganse
H776
land
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H8147
, de twee
H6310
delen
H3772 H8735
daarin zullen uitgeroeid worden
H1478 H8799
, [en] den geest geven
H7992
; maar het derde
H3498 H8735
deel zal daarin overblijven.
9
H7992
En Ik zal dat derde deel
H784
in het vuur
H935 H8689
brengen
H6884 H8804
, en Ik zal het louteren
H3701
, gelijk men zilver
H6884 H8800
loutert
H974 H8804
, en Ik zal het beproeven
H2091
, gelijk men goud
H974 H8800
beproeft
H1931
; het
H8034
zal Mijn Naam
H7121 H8799
aanroepen
H589
, en Ik
H853
zal het
H6030 H8799
verhoren
H559 H8804
; Ik zal zeggen
H1931
: Het
H5971
is Mijn volk
H1931
; en het
H559 H8799
zal zeggen
H3068
: De HEERE
H430
is mijn God.