Zechariah 13

DSV_Strongs(i)
  1 H1931 Te dien H3117 dage H4726 zal er een Fontein H6605 H8737 geopend H1961 H8799 zijn H1004 voor het huis H1732 Davids H3427 H8802 , en voor de inwoners H3389 van Jeruzalem H2403 , tegen de zonde H5079 en tegen de onreinigheid.
  2 H1931 En het zal te dien H3117 dage H1961 H8804 geschieden H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H3772 H8686 , dat Ik uitroeien zal H4480 uit H776 het land H8034 de namen H6091 der afgoden H3808 , dat zij niet H5750 meer H2142 H8735 gedacht zullen worden H1571 ; ja, ook H5030 de profeten H2932 , en den onreinen H7307 geest H4480 zal Ik uit H776 het land H5674 H8686 wegdoen.
  3 H1961 H8804 En het zal geschieden H3588 , wanneer H376 iemand H5750 meer H5012 H8735 profeteert H1 , dat zijn vader H517 en zijn moeder H3205 H8802 , die hem gegenereerd hebben H413 , tot H559 H8804 hem zullen zeggen H3808 : Gij zult niet H2421 H8799 leven H3588 , dewijl H8267 gij valsheid H1696 H8765 gesproken hebt H8034 in den Naam H3068 des HEEREN H1 ; en zijn vader H517 en zijn moeder H3205 H8802 , die hem gegenereerd hebben H1856 H8804 , zullen hem doorsteken H5012 H8736 , wanneer hij profeteert.
  4 H1961 H8804 En het zal geschieden H1931 te dien H3117 dage H5030 , dat die profeten H954 H8799 beschaamd zullen worden H376 , een iegelijk H4480 vanwege H2384 zijn gezicht H5012 H8736 , wanneer hij profeteert H3808 ; en zij zullen geen H8181 haren H155 mantel H3847 H8799 aandoen H4616 , om H3584 H8763 te liegen.
  5 H559 H8804 Maar hij zal zeggen H595 : Ik H3808 ben geen H5030 profeet H595 , ik H376 ben een man H127 , die het land H5647 H8802 bouwt H3588 ; want H120 een mens H7069 H8689 heeft mij [daartoe] geworven H4480 van H5271 mijn jeugd aan.
  6 H413 En zo iemand tot H559 H8804 hem zegt H4100 : Wat H428 zijn deze H4347 wonden H996 in H3027 uw handen H559 H8804 ? zo zal hij zeggen H834 : Het zijn [de] [wonden], waarmede H5221 H8717 ik geslagen ben H1004 , [in] het huis H157 H8764 mijner liefhebbers.
  7 H2719 Zwaard H5782 H8798 ! ontwaak H5921 tegen H7462 H8802 Mijn Herder H5921 , en tegen H1397 den Man H5997 , Die Mijn Metgezel H5002 H8803 is, spreekt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H5221 H8685 ; sla H7462 H8802 dien Herder H6629 , en de schapen H6327 H8799 zullen verstrooid worden H3027 ; maar Ik zal Mijn hand H5921 tot H6819 H8802 de kleinen H7725 H8689 wenden.
  8 H1961 H8804 En het zal geschieden H3605 in het ganse H776 land H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H8147 , de twee H6310 delen H3772 H8735 daarin zullen uitgeroeid worden H1478 H8799 , [en] den geest geven H7992 ; maar het derde H3498 H8735 deel zal daarin overblijven.
  9 H7992 En Ik zal dat derde deel H784 in het vuur H935 H8689 brengen H6884 H8804 , en Ik zal het louteren H3701 , gelijk men zilver H6884 H8800 loutert H974 H8804 , en Ik zal het beproeven H2091 , gelijk men goud H974 H8800 beproeft H1931 ; het H8034 zal Mijn Naam H7121 H8799 aanroepen H589 , en Ik H853 zal het H6030 H8799 verhoren H559 H8804 ; Ik zal zeggen H1931 : Het H5971 is Mijn volk H1931 ; en het H559 H8799 zal zeggen H3068 : De HEERE H430 is mijn God.