Psalms 74

DSV_Strongs(i)
  1 H4905 H8688 Een onderwijzing H623 , voor Asaf H430 . O God H2186 H8804 ! waarom verstoot Gij H5331 in eeuwigheid H639 ? [Waarom] zou Uw toorn H6225 H8799 roken H6629 tegen de schapen H4830 Uwer weide?
  2 H2142 H8798 Gedenk aan H5712 Uw vergadering H6924 , [die] Gij van ouds H7069 H8804 verworven hebt H7626 ; de roede H5159 Uwer erfenis H1350 H8804 , [die] Gij verlost hebt H2022 ; den berg H6726 Sion H7931 H8804 , waarop Gij gewoond hebt.
  3 H7311 H8685 Hef H6471 Uw voeten H5331 op tot de eeuwige H4876 verwoestingen H341 H8802 ; de vijand H6944 heeft alles in het heiligdom H7489 H8689 verdorven.
  4 H6887 H8802 Uw wederpartijders H7130 hebben in het midden H4150 van Uw vergaderplaatsen H7580 H8804 gebruld H226 ; zij hebben hun tekenen H226 tot tekenen H7760 H8804 gesteld.
  5 H3045 H8735 Een ieder werd er bekend H7134 als een, die de bijlen H4605 omhoog H935 H8688 aanbrengt H5442 in de dichtigheid H6086 van een geboomte.
  6 H6603 Alzo hebben zij nu derzelver graveerselen H3162 samen H3781 met houwelen H3597 en beukhamers H1986 H8799 in stukken geslagen.
  7 H4720 Zij hebben Uw heiligdommen H784 in het vuur H7971 H8765 gezet H776 ; ter aarde H4908 toe hebben zij de woning H8034 Uws Naams H2490 H8765 ontheiligd.
  8 H3820 Zij hebben in hun hart H559 H8804 gezegd H3162 : Laat ze ons te zamen H3238 H8799 uitplunderen H410 ; zij hebben alle Gods H4150 vergaderplaatsen H776 in het land H8313 H8804 verbrand.
  9 H7200 H8804 Wij zien H226 onze tekenen H5030 niet; er is geen profeet H3045 H8802 meer, noch iemand bij ons, die weet H5704 , hoe lang.
  10 H430 Hoe lang, o God H6862 ! zal de wederpartijder H2778 H8762 smaden H341 H8802 ? Zal de vijand H8034 Uw Naam H5331 in eeuwigheid H5006 H8762 lasteren?
  11 H7725 H0 Waarom trekt Gij H3027 Uw hand H3225 , ja, Uw rechterhand H7725 H8686 af H7130 ? [Trek] [haar] uit het midden H2436 H8675 H2436 van Uw boezem H3615 H8761 ; maak een einde.
  12 H430 Evenwel is God H4428 mijn Koning H6924 van ouds H3444 af, Die verlossingen H6466 H8802 werkt H7130 in het midden H776 der aarde.
  13 H5797 Gij hebt door Uw sterkte H3220 de zee H6565 H8782 gespleten H7218 ; Gij hebt de koppen H8577 der draken H4325 in de wateren H7665 H8765 verbroken.
  14 H7218 Gij hebt de koppen H3882 des Leviathans H7533 H8765 verpletterd H3978 ; Gij hebt hem tot spijs H5414 H8799 gegeven H5971 aan het volk H6728 in dorre plaatsen.
  15 H4599 Gij hebt een fontein H5158 en beek H1234 H8804 gekliefd H386 ; Gij hebt sterke H5104 rivieren H3001 H8689 uitgedroogd.
  16 H3117 De dag H3915 is Uwe, ook is de nacht H3974 Uwe; Gij hebt het licht H8121 en de zon H3559 H8689 bereid.
  17 H1367 Gij hebt al de palen H776 der aarde H5324 H8689 gesteld H7019 ; zomer H2779 en winter H3335 H8804 , die hebt Gij geformeerd.
  18 H2142 H8798 Gedenk H341 H8802 hieraan; de vijand H3068 heeft den HEERE H2778 H8765 gesmaad H5036 , en een dwaas H5971 volk H8034 heeft Uw Naam H5006 H8765 gelasterd.
  19 H5414 H0 Geef H2416 aan het wild gedierte H5315 de ziel H8449 Uwer tortelduif H5414 H8799 niet over H7911 H8799 ; vergeet H2416 den hoop H6041 Uwer ellendigen H5331 niet in eeuwigheid.
  20 H5027 H8685 Aanschouw H1285 het verbond H4285 ; want de duistere H776 plaatsen des lands H4390 H8804 zijn vol H4999 woningen H2555 van geweld.
  21 H1790 Laat den verdrukte H3637 H8737 niet beschaamd H7725 H8799 wederkeren H6041 ; laat den ellendige H34 en nooddruftige H8034 Uw Naam H1984 H8762 prijzen.
  22 H6965 H8798 Sta op H430 , o God H7378 H8798 ! twist H7379 Uw twistzaak H2142 H8798 ; gedenk H2781 der smaadheid H5036 , [die] U van den dwaze H3117 [wedervaart] den ganse dag.
  23 H7911 H8799 Vergeet H6963 niet het geroep H6887 H8802 Uwer wederpartijders H7588 ; het getier H6965 H8801 dergenen, die tegen U opstaan H5927 H0 , klimt H8548 geduriglijk H5927 H8802 op.