DSV_Strongs(i)
1
H4905 H8688
Een onderwijzing
H623
, voor Asaf
H430
. O God
H2186 H8804
! waarom verstoot Gij
H5331
in eeuwigheid
H639
? [Waarom] zou Uw toorn
H6225 H8799
roken
H6629
tegen de schapen
H4830
Uwer weide?
2
H2142 H8798
Gedenk aan
H5712
Uw vergadering
H6924
, [die] Gij van ouds
H7069 H8804
verworven hebt
H7626
; de roede
H5159
Uwer erfenis
H1350 H8804
, [die] Gij verlost hebt
H2022
; den berg
H6726
Sion
H7931 H8804
, waarop Gij gewoond hebt.
3
H7311 H8685
Hef
H6471
Uw voeten
H5331
op tot de eeuwige
H4876
verwoestingen
H341 H8802
; de vijand
H6944
heeft alles in het heiligdom
H7489 H8689
verdorven.
4
H6887 H8802
Uw wederpartijders
H7130
hebben in het midden
H4150
van Uw vergaderplaatsen
H7580 H8804
gebruld
H226
; zij hebben hun tekenen
H226
tot tekenen
H7760 H8804
gesteld.
5
H3045 H8735
Een ieder werd er bekend
H7134
als een, die de bijlen
H4605
omhoog
H935 H8688
aanbrengt
H5442
in de dichtigheid
H6086
van een geboomte.
6
H6603
Alzo hebben zij nu derzelver graveerselen
H3162
samen
H3781
met houwelen
H3597
en beukhamers
H1986 H8799
in stukken geslagen.
7
H4720
Zij hebben Uw heiligdommen
H784
in het vuur
H7971 H8765
gezet
H776
; ter aarde
H4908
toe hebben zij de woning
H8034
Uws Naams
H2490 H8765
ontheiligd.
8
H3820
Zij hebben in hun hart
H559 H8804
gezegd
H3162
: Laat ze ons te zamen
H3238 H8799
uitplunderen
H410
; zij hebben alle Gods
H4150
vergaderplaatsen
H776
in het land
H8313 H8804
verbrand.
9
H7200 H8804
Wij zien
H226
onze tekenen
H5030
niet; er is geen profeet
H3045 H8802
meer, noch iemand bij ons, die weet
H5704
, hoe lang.
10
H430
Hoe lang, o God
H6862
! zal de wederpartijder
H2778 H8762
smaden
H341 H8802
? Zal de vijand
H8034
Uw Naam
H5331
in eeuwigheid
H5006 H8762
lasteren?
11
H7725 H0
Waarom trekt Gij
H3027
Uw hand
H3225
, ja, Uw rechterhand
H7725 H8686
af
H7130
? [Trek] [haar] uit het midden
H2436 H8675 H2436
van Uw boezem
H3615 H8761
; maak een einde.
12
H430
Evenwel is God
H4428
mijn Koning
H6924
van ouds
H3444
af, Die verlossingen
H6466 H8802
werkt
H7130
in het midden
H776
der aarde.
13
H5797
Gij hebt door Uw sterkte
H3220
de zee
H6565 H8782
gespleten
H7218
; Gij hebt de koppen
H8577
der draken
H4325
in de wateren
H7665 H8765
verbroken.
14
H7218
Gij hebt de koppen
H3882
des Leviathans
H7533 H8765
verpletterd
H3978
; Gij hebt hem tot spijs
H5414 H8799
gegeven
H5971
aan het volk
H6728
in dorre plaatsen.
15
H4599
Gij hebt een fontein
H5158
en beek
H1234 H8804
gekliefd
H386
; Gij hebt sterke
H5104
rivieren
H3001 H8689
uitgedroogd.
16
H3117
De dag
H3915
is Uwe, ook is de nacht
H3974
Uwe; Gij hebt het licht
H8121
en de zon
H3559 H8689
bereid.
17
H1367
Gij hebt al de palen
H776
der aarde
H5324 H8689
gesteld
H7019
; zomer
H2779
en winter
H3335 H8804
, die hebt Gij geformeerd.
18
H2142 H8798
Gedenk
H341 H8802
hieraan; de vijand
H3068
heeft den HEERE
H2778 H8765
gesmaad
H5036
, en een dwaas
H5971
volk
H8034
heeft Uw Naam
H5006 H8765
gelasterd.
19
H5414 H0
Geef
H2416
aan het wild gedierte
H5315
de ziel
H8449
Uwer tortelduif
H5414 H8799
niet over
H7911 H8799
; vergeet
H2416
den hoop
H6041
Uwer ellendigen
H5331
niet in eeuwigheid.
20
H5027 H8685
Aanschouw
H1285
het verbond
H4285
; want de duistere
H776
plaatsen des lands
H4390 H8804
zijn vol
H4999
woningen
H2555
van geweld.
21
H1790
Laat den verdrukte
H3637 H8737
niet beschaamd
H7725 H8799
wederkeren
H6041
; laat den ellendige
H34
en nooddruftige
H8034
Uw Naam
H1984 H8762
prijzen.