DSV_Strongs(i)
1
H4210
Een psalm
H7892
, een lied
H1732
van David
H5329 H8764
, voor den opperzangmeester
H430
. [068:2] God
H6965 H8799
zal opstaan
H341 H8802
, Zijn vijanden
H6327 H8799
zullen verstrooid worden
H8130 H8764
, en Zijn haters
H6440
zullen van Zijn aangezicht
H5127 H8799
vlieden.
2
H5086 H8799
[068:3] Gij zult hen verdrijven
H6227
, gelijk rook
H5086 H8736
verdreven wordt
H1749
; gelijk was
H6440
voor
H784
het vuur
H4549 H8736
smelt
H7563
, zullen de goddelozen
H6 H8799
vergaan
H430
van Gods
H6440
aangezicht.
3
H6662
[068:4] Maar de rechtvaardigen
H8055 H8799
zullen zich verblijden
H5970 H8799
; zij zullen van vreugde opspringen
H430
voor Gods
H6440
aangezicht
H8057
, en van blijdschap
H7797 H8799
vrolijk zijn.
4
H7891 H8798
[068:5] Zingt
H430
Gode
H2167 H8761
, psalmzingt
H8034
Zijn Naam
H5549 H8798
; hoogt de wegen
H6160
voor Dien, Die in de vlakke velden
H7392 H8802
rijdt
H8034
, omdat Zijn Naam
H3050
is HEERE
H5937 H8798
; en springt op van vreugde
H6440
voor Zijn aangezicht.
5
H1
[068:6] Hij is een Vader
H3490
der wezen
H1781
, en een Rechter
H490
der weduwen
H430
; God
H4583
, in de woonstede
H6944
Zijner heiligheid.
6
H430
[068:7] Een God
H3173
, Die de eenzamen
H3427 H8688
zet
H1004
in een huisgezin
H3318 H8688
, uitvoert
H3574
, die in boeien
H615
gevangen zijn
H5637 H8802
; maar de afvalligen
H7931 H8804
wonen
H6707
in het dorre.
7
H430
[068:8] O God
H6440
! toen Gij voor het aangezicht
H5971
Uws volks
H3318 H8800
uittoogt
H6805 H8800
, toen Gij daarhenen tradt
H3452
in de woestijn
H5542
; Sela.
8
H7493 H8804
[068:9] Daverde
H776
de aarde
H5197 H8804
, ook dropen
H8064
de hemelen
H430
voor Gods
H6440
aanschijn
H2088
; [zelfs] deze
H5514
Sinai
H6440
, voor het aanschijn
H430
Gods
H430
, des Gods
H3478
van Israel.
9
H5071
[068:10] Gij hebt zeer milden
H1653
regen
H5130 H8686
doen druipen
H430
, o God
H5159
! en Gij hebt Uw erfenis
H3559 H8790
gesterkt
H3811 H8738
, als zij mat was geworden.
10
H2416
[068:11] Uw hoop
H3427 H8804
woonde
H3559 H8686
daarin; Gij bereiddet
H2896
ze door Uw goedheid
H6041
voor den ellendige
H430
, o God!
11
H136
[068:12] De HEERE
H5414 H8799
gaf
H562
te spreken
H1319 H8764
; der boodschappers van goede tijdingen
H7227
was een grote
H6635
heirschaar.
12
H4428
[068:13] De koningen
H6635
der heirscharen
H5074 H8799
vloden weg
H5074 H8799
, zij vloden weg
H1004
; en zij, die te huis
H5116
bleef
H2505 H0
, deelde
H7998
den roof
H2505 H8762
uit.
13
H7901 H8799
[068:14] Al laagt gijlieden
H8240
tussen twee rijen van stenen
H3671
, [zo] [zult] [gij] [toch] [worden] [als] vleugelen
H3123
ener duive
H2645 H8737
, overdekt
H3701
met zilver
H84
, en welker vederen
H3422
zijn met uitgegraven geluwen
H2742
goud.
14
H7706
[068:15] Als de Almachtige
H4428
de koningen
H6566 H8763
daarin verstrooide
H7949 H8686
, werd zij sneeuwwit
H6756
[als] op Zalmon.
15
H2022
[068:16] De berg
H1316
Basan
H2022
is een berg
H430
Gods
H2022
; de berg
H1316
Basan
H1386
is een bultige
H2022
berg.
16
H7520 H8762
[068:17] Waarom springt gij op
H1386
, gij bultige
H2022
bergen
H2022
? Dezen berg
H430
heeft God
H2530 H8804
begeerd
H3427 H8800
tot Zijn woning
H3068
; ook zal er de HEERE
H7931 H8799
wonen
H5331
in eeuwigheid.
17
H430
[068:18] Gods
H7393
wagenen
H7239
zijn tweemaal tien duizend
H505
, de duizenden
H8136
verdubbeld
H136
. De Heere
H5514
is onder hen, een Sinai
H6944
in heiligheid!
18
H5927 H8804
[068:19] Gij zijt opgevaren
H4791
in de hoogte
H7617 H8804
; Gij hebt de gevangenis
H7628
gevankelijk gevoerd
H4979
; Gij hebt gaven
H3947 H8804
genomen
H120
[om] [uit] [te] [delen] onder de mensen
H5637 H8802
; ja, ook de wederhorigen
H7931 H8800
om [bij] [U] te wonen
H3050
, o HEERE
H430
God!
19
H1288 H8803
[068:20] Geloofd
H136
zij de Heere
H3117
; dag
H3117
bij dag
H6006 H8799
overlaadt Hij
H410
ons. Die God
H3444
[is] onze Zaligheid
H5542
. Sela.
20
H410
[068:21] Die God
H410
is ons een God
H4190
van volkomene Zaligheid
H3069
; en bij den HEERE
H136
, den Heere
H8444
, zijn uitkomsten
H4194
tegen den dood.
21
H430
[068:22] Voorzeker zal God
H7218
den kop
H341 H8802
Zijner vijanden
H4272 H8799
verslaan
H8181
, den harigen
H6936
schedel
H817
desgenen, die in zijn schulden
H1980 H8693
wandelt.
22
H136
[068:23] De Heere
H559 H8804
heeft gezegd
H7725 H8686
: Ik zal wederbrengen
H1316
uit Basan
H7725 H8686
; Ik zal wederbrengen
H4688
uit de diepten
H3220
der zee;
23
H7272
[068:24] Opdat gij uw voet
H3956
, [ja], de tong
H3611
uwer honden
H4272 H8799
, moogt steken
H1818
in het bloed
H341 H8802
van de vijanden, van een iegelijk van hen.
24
H430
[068:25] O God
H1979
! zij hebben Uw gangen
H7200 H8804
gezien
H1979
, de gangen
H410
mijns Gods
H4428
, mijns Konings
H6944
, in het heiligdom.
25
H7891 H8802
[068:26] De zangers
H6923 H8765
gingen voor
H5059 H8802
, de speellieden
H310
achter
H8432
, in het midden
H8608 H8802
de trommelende
H5959
maagden.
26
H1288 H8761
[068:27] Looft
H430
God
H4721
in de gemeenten
H136
, den Heere
H4726
, gij, die zijt uit den springader
H3478
van Israel!
27
H1144
[068:28] Daar is Benjamin
H6810
de kleine
H7287 H8802
, die over hen heerste
H8269
, de vorsten
H3063
van Juda
H7277
, [met] hun vergadering
H8269
, de vorsten
H2074
van Zebulon
H8269
, de vorsten
H5321
van Nafthali.
28
H430
[068:29] Uw God
H5797
heeft uw sterkte
H6680 H8765
geboden
H5810 H8798
; sterk
H430
, o God
H2098
, wat
H6466 H8804
Gij aan ons gewrocht hebt!
29
H1964
[068:30] Om Uws tempels
H3389
wil te Jeruzalem
H4428
, zullen U de koningen
H7862
geschenk
H2986 H8686
toebrengen.
30
H1605 H8798
[068:31] Scheld
H2416
het wild gedierte
H7070
des riets
H5712
, de vergadering
H47
der stieren
H5695
met de kalveren
H5971
der volken
H7511 H8693
; [en] dien, die zich onderwerpt
H7518
met stukken
H3701
zilvers
H5971
; Hij heeft de volken
H967 H8765
verstrooid
H2654 H8799
, [die] lust hebben
H7128
in oorlogen.
31
H2831
[068:32] Prinselijke gezanten
H857 H8799
zullen komen
H4714
uit Egypte
H3568
; Morenland
H7323 H0
zal zich haasten
H3027
zijn handen
H430
tot God
H7323 H8686
uit te strekken.
32
H4467
[068:33] Gij koninkrijken
H776
der aarde
H7891 H8798
, zingt
H430
Gode
H2167 H8761
; psalmzingt
H136
den Heere
H5542
! Sela.
33
H7392 H8802
[068:34] Dien, Die daar rijdt
H8064
in den hemel
H8064
der hemelen
H6924
, Die van ouds
H5414 H8799
is; ziet, Hij geeft
H6963
Zijn stem
H6963
, een stem
H5797
der sterkte.