DSV_Strongs(i)
1
H4387
Een gouden kleinood
H1732
van David
H5329 H8764
, voor den opperzangmeester
H516 H8686
, Altascheth
H7586
; als hij voor Sauls
H6440
aangezicht
H1272 H8800
vlood
H4631
in de spelonk
H2603 H8798
. [057:2] Wees mij genadig
H430
, o God
H2603 H8798
! Wees mij genadig
H5315
, want mijn ziel
H2620 H8804
betrouwt
H2620 H8799
op U, en ik neem mijn toevlucht
H6738
onder de schaduw
H3671
Uwer vleugelen
H1942
, totdat de verdervingen
H5674 H8799
zullen voorbij zijn gegaan.
2
H7121 H8799
[057:3] Ik zal roepen
H430
tot God
H5945
, den Allerhoogste
H410
, tot God
H1584 H8802
, Die het aan mij voleinden zal.
3
H8064
[057:4] Hij zal van den hemel
H7971 H8799
zenden
H3467 H8686
, en mij verlossen
H2778 H8765
, te schande makende
H7602 H8802
dengene, die mij zoekt op te slokken
H5542
. Sela
H430
. God
H2617
zal Zijn goedertierenheid
H571
en Zijn waarheid
H7971 H8799
zenden.
4
H5315
[057:5] Mijn ziel
H8432
is in het midden
H3833
der leeuwen
H7901 H8799
, ik lig
H3857 H8802
[onder] stokebranden
H1121 H120
, mensenkinderen
H8127
, welker tanden
H2595
spiesen
H2671
en pijlen
H3956
zijn, en hun tong
H2299
een scherp
H2719
zwaard.
5
H7311 H8798
[057:6] Verhef U
H8064
boven de hemelen
H430
, o God
H3519
! Uw eer
H776
zij over de ganse aarde.
6
H7568
[057:7] Zij hebben een net
H3559 H8689
bereid
H6471
voor mijn gangen
H5315
, mijn ziel
H3721 H8804
was nedergebukt
H7882
; zij hebben een kuil
H6440
voor mijn aangezicht
H3738 H8804
gegraven
H8432
; zij zijn er midden
H5307 H8804
ingevallen
H5542
. Sela.
7
H3820
[057:8] Mijn hart
H3559 H8737
is bereid
H430
, o God
H3820
! mijn hart
H3559 H8737
is bereid
H7891 H8799
; ik zal zingen
H2167 H8762
, en psalmzingen.
8
H5782 H8798
[057:9] Waak op
H3519
, mijn eer
H5782 H8798
! waak op
H5035
, gij, luit
H3658
en harp
H7837
! ik zal in den dageraad
H5782 H8686
opwaken.
9
H3034 H8686
[057:10] Ik zal U loven
H5971
onder de volken
H136
, o Heere
H2167 H8762
! ik zal U psalmzingen
H3816
onder de natien.