Psalms 17

DSV_Strongs(i)
  1 H8605 Een gebed H1732 van David H3068 . HEERE H8085 H8798 ! hoor H6664 de gerechtigheid H7181 H8685 , merk op H7440 mijn geschrei H238 H8685 , neem ter ore H8605 mijn gebed H3808 H4820 , met onbedriegelijke H8193 lippen [gesproken].
  2 H4941 Laat mijn recht H6440 van voor Uw aangezicht H3318 H8799 uitgaan H5869 , laat Uw ogen H4339 de billijkheden H2372 H8799 aanschouwen.
  3 H3820 Gij hebt mijn hart H974 H8804 geproefd H3915 , des nachts H6485 H8804 bezocht H6884 H8804 , Gij hebt mij getoetst H4672 H8799 . Gij vindt H2161 H8800 niets; [hetgeen] ik gedacht heb H5674 H8799 , overtreedt H6310 mijn mond niet.
  4 H6468 Aangaande de handelingen H120 des mensen H1697 , ik heb mij, naar het woord H8193 Uwer lippen H8104 H8804 , gewacht H734 voor de paden H6530 des inbrekers;
  5 H8551 H8800 Houdende H838 mijn gangen H4570 in Uw sporen H6471 , opdat mijn voetstappen H4131 H8738 niet zouden wankelen.
  6 H7121 H8804 Ik roep U aan H6030 H8799 , omdat Gij mij verhoort H410 ; o God H5186 H8685 ! neig H241 Uw oor H8085 H8798 tot mij; hoor H565 mijn rede.
  7 H6395 H0 Maak H2617 Uw weldadigheden H6395 H8685 wonderbaar H3467 H8688 , Gij, die verlost H2620 H8802 degenen, die op [U] betrouwen H3225 , van degenen, die tegen Uw rechterhand H6965 H8693 opstaan!
  8 H8104 H8798 Bewaar H380 mij als het zwart H1323 H5869 des oogappels H5641 H8686 , verberg H6738 mij onder de schaduw H3671 Uwer vleugelen,
  9 H6440 Voor het aangezicht H7563 der goddelozen H2098 , die H7703 H8804 mij verwoesten H5315 H341 H8802 , mijner doodsvijanden H5362 H8686 , die mij omringen.
  10 H2459 Met hun vet H5462 H8804 besluiten zij H6310 [zich], met hun mond H1696 H8765 spreken zij H1348 hovaardelijk.
  11 H838 In onzen gang H5437 H8804 hebben zij ons nu omsingeld H7896 H8799 , zij zetten H5869 hun ogen H776 [op] [ons] ter aarde H5186 H8800 nederbukkende.
  12 H1825 Hij is gelijk H738 als een leeuw H3700 H8799 , die begeert H2963 H8800 te roven H3715 , en als een jonge leeuw H3427 H8802 , zittende H4565 in verborgen plaatsen.
  13 H6965 H8798 Sta op H3068 , HEERE H6923 H0 , kom H6440 zijn aangezicht H6923 H8761 voor H3766 H8685 , vel hem neder H6403 H8761 ; bevrijd H5315 mijn ziel H2719 met Uw zwaard H7563 van den goddeloze;
  14 H3027 Met Uw hand H4962 van de lieden H3068 , o HEERE H4962 ! van de lieden H2465 , die van de wereld H2506 zijn, welker deel H2416 in dit leven H990 is, welker buik H4390 H8762 Gij vervult H6840 met Uw verborgen H1121 [schat]; de kinderen H7646 H8799 worden verzadigd H3240 H0 , en zij laten H3499 hun overschot H5768 hun kinderkens H3240 H8689 achter.
  15 H6440 [Maar] ik zal Uw aangezicht H6664 in gerechtigheid H2372 H8799 aanschouwen H7646 H8799 , ik zal verzadigd worden H8544 met Uw beeld H6974 H8687 , als ik zal opwaken.