Psalms 115:3-8

DSV_Strongs(i)
  3 H430 Onze God H8064 is toch in den hemel H6213 H8804 , Hij doet H2654 H8804 al wat Hem behaagt.
  4 H6091 Hunlieder afgoden H3701 zijn zilver H2091 en goud H4639 , het werk H120 van des mensen H3027 handen;
  5 H6310 Zij hebben een mond H1696 H8762 , maar spreken H5869 niet; zij hebben ogen H7200 H8799 , maar zien niet;
  6 H241 Oren H8085 H8799 hebben zij, maar horen H639 niet; zij hebben een neus H7306 H8686 , maar zij rieken niet;
  7 H3027 Hun handen H4184 H8686 [hebben] [zij], maar tasten H7272 niet; hun voeten H1980 H8762 , maar gaan H1897 H8799 niet; zij geven geen geluid H1627 door hun keel.
  8 H6213 H8802 Dat die hen maken H982 H8802 hun gelijk worden, [en] al wie op hen vertrouwt.