DSV_Strongs(i)
1
H3068
Niet ons, o HEERE
H8034
! niet ons, maar Uw Naam
H5414 H8798
geef
H3519
eer
H2617
, om Uwer goedertierenheid
H571
, om Uwer waarheid wil.
4
H6091
Hunlieder afgoden
H3701
zijn zilver
H2091
en goud
H4639
, het werk
H120
van des mensen
H3027
handen;
5
H6310
Zij hebben een mond
H1696 H8762
, maar spreken
H5869
niet; zij hebben ogen
H7200 H8799
, maar zien niet;
6
H241
Oren
H8085 H8799
hebben zij, maar horen
H639
niet; zij hebben een neus
H7306 H8686
, maar zij rieken niet;
7
H3027
Hun handen
H4184 H8686
[hebben] [zij], maar tasten
H7272
niet; hun voeten
H1980 H8762
, maar gaan
H1897 H8799
niet; zij geven geen geluid
H1627
door hun keel.
9
H3478
Israel
H982 H8798
! vertrouw gij
H3068
op den HEERE
H5828
; Hij is hun Hulp
H4043
en hun Schild.
10
H1004
Gij huis
H175
van Aaron
H982 H8798
! vertrouw
H3068
op den HEERE
H5828
; Hij is hun Hulp
H4043
en hun Schild.
11
H3068
Gijlieden, die den HEERE
H3373
vreest
H982 H8798
! vertrouwt
H3068
op den HEERE
H5828
; Hij is hun Hulp
H4043
en hun Schild.
12
H3068
De HEERE
H2142 H8804
is onzer gedachtig geweest
H1288 H8762
, Hij zal zegenen
H1004
; Hij zal het huis
H3478
van Israel
H1288 H8762
zegenen
H1004
, Hij zal het huis
H175
van Aaron
H1288 H8762
zegenen.
13
H1288 H8762
Hij zal zegenen
H3068
, die den HEERE
H3373
vrezen
H6996
, de kleinen
H1419
met de groten.
14
H3068
De HEERE
H3254 H8686
zal [den] [zegen] over ulieden vermeerderen
H1121
, over ulieden en over uw kinderen.
15
H3068
Gijlieden zijt den HEERE
H1288 H8803
gezegend
H8064
, Die den hemel
H776
en de aarde
H6213 H8802
gemaakt heeft.
16
H8064
Aangaande den hemel
H8064
, de hemel
H3068
is des HEEREN
H776
; maar de aarde
H1121 H120
heeft Hij den mensenkinderen
H5414 H8804
gegeven.